Eind januari duidelijkheid in rechtszaak tegen platenlabel Armada

De uitspraak in de zaak tegen Armada over oneerlijke streaminginkomsten wordt 21 januari verwacht. Dat heeft Bjorn Schipper, advocaat van de eiser, bekendgemaakt. Tijdens een zitting donderdag in Amsterdam kwam de rechtbank nog niet tot een uitspraak. Artiest Martijn Schrader heeft de zaak aangespannen met steun van de Kunstenbond en BAM! Popauteurs.
"Er zijn verschillende pogingen gedaan om met de heer Schrader in gesprek te gaan"
Volgens de aanklagende partij houdt Armada vast aan verouderde berekeningen van royalty's, die niet zouden passen bij de huidige digitale muziekmarkt. Daardoor zouden artiesten nauwelijks profiteren van inkomsten via streamingdiensten.
Armada Music heeft inmiddels gereageerd op de ophef. In een statement laat het label weten dat alle relevante feiten zorgvuldig zijn nagekeken en dat het vanaf het begin bereid is geweest om in goed overleg tot een rechtvaardige oplossing te komen. "Er zijn verschillende pogingen gedaan om met de heer Schrader in gesprek te gaan over een passende aanpassing van voorwaarden en aanvullende exploitatiemogelijkheden voor zijn muziek." De artiest besloot de procedure toch voort te zetten.
Daarnaast laat Armada weten het te betreuren dat de zaak nu media-aandacht krijgt, nog vóór de rechter zich erover heeft uitgesproken. "Door nu de media op te zoeken ontstaat een eenzijdig beeld zonder het oordeel van de rechtbank, wat wij onwenselijk vinden. Zeker gezien de belangen van betrokken artiesten en partners." Het bedrijf benadrukt dat het openstaat voor dialoog en constructieve stappen, ook na afloop van de procedure.
Volgens advocaat Bjorn Schipper is het nog onzeker of de rechtbank de uitspraak daadwerkelijk op 21 januari zal kunnen doen.
