Van privécollectie tot Museum Voorlinden

Er zijn in Nederland steeds meer mensen die kunst verzamelen. Ook meer mensen die het zich kunnen veroorloven. Toch is het maar een enkeling die een wereldberoemde collectie in een mensenleven bijeenbrengt, zoals Joop van Caldenborgh.
'Camouflage' van Andy Warhol links aan de muur
Joop van Caldenborgh is oprichter en eigenaar van Caldic, een wereldwijd chemieconcern. Tijdens zijn leven heeft hij duizenden kunstwerken verzameld, van een robuuste metalen sculptuur van Richard Serra tot een fragiel vogelkooitje gevuld met nog fragielere eierschalen van Marcel Broodthaers en van kleurrijke landschappen van Jan Sluijters tot een van de laatste schilderijen van Andy Warhol. In september 2016 opende hij een prachtig museum in Wassenaar, Museum Voorlinden, en maakte daarmee zijn collectie voor iedereen toegankelijk.
In de afgelopen tien jaar lijkt er iets nieuws te gebeuren in het Nederlandse museumlandschap. Particuliere verzamelaars brengen hun collecties naar buiten en niet door schenkingen te doen aan musea maar door een ‘eigen’ museum te openen. Zo opende Hans Melchers in 2015 het Museum MORE in Gorssel met Nederlandse realistische kunst en enkele jaren eerder, in 2010, maakte Evert Louwman zijn unieke collectie automobielen en antieke meetinstrumenten voor het publiek nog beter bereikbaar. Tegelijkertijd wordt er in Sassenheim gebouwd aan het nieuwe Lisser Art Museum dat de collectie van de familie Van den Broek – ja, van de supermarkten – zal gaan herbergen.
Vanuit passie
Wat bezielt iemand om zo te verzamelen? Is het een investering? Of gewoon een verslaving? In de prachtige bibliotheek van Museum Voorlinden legt Swarts uit hoe een privéverzameling als deze ontstaat en dat klinkt eenvoudiger dan je zou denken. Swarts “Het heeft niets te maken met investeren of het creëren van meerwaarde. Verzamelen ontstaat uit een passie: je vindt iets mooi en wilt het graag hebben.”
Directrice Suzanne Swarts in de bibliotheek
Bij Joop van Caldenborgh begon die passie al vroeg. Hij kocht zijn eerste kunstwerk op zijn 16e: een Peter Struyken – voor 25 gulden, gespaard met een krantenwijk. Swarts: “Een heel bijzonder begin. De meeste mensen beginnen met verzamelen van figuratieve kunst: iets wat je herkent, een stilleven, een landschap. Joop niet. Hij heeft altijd een voorliefde of specifiek gevoel gehad voor wetmatigheid, herhaling, ritmiek en dan kom je al snel terecht bij abstracte kunst.”
Vanuit die passie groeide de collectie snel: veel kunst van levende, en dus vaak betaalbare, kunstenaars en daarom, in die dagen, veel werk van kunstenaars van de Nul-generatie. Toen de muren en gangen thuis vol hingen, werden schilderijen bij de kinderen opgehangen en later op de kamers en in kantines van de verschillende kantoren van Caldic. Swarts: “Toen ik net begon, vloog ik de hele wereld over om werken op te hangen in de kantoren. Het mooie daarvan is dat je feedback krijgt van medewerkers. Eigenlijk is er nooit iets teruggestuurd … maar wel werd Van Caldenborgh door werknemers gevraagd om eens figuratief te verzamelen en daarom heeft hij zich ook een periode op de Haagse School gericht.”
'The Performance' van Esther Tielemans
Liefde voor het actuele
Als je nu kijkt naar de collectie, dan besef je niet meteen dat de nadruk op actuele kunst ligt. Swarts: “Bedenk dat Joop al 60 jaar verzamelt en dat hij daardoor eigenlijk een stuk kunstgeschiedenis heeft verzameld.” Zijn oorspronkelijke liefde is kunst van levende kunstenaars: “Wat vandaag gemaakt wordt, zit hopelijk morgen in de collectie”.
"Wat vandaag gemaakt wordt, zit hopelijk morgen in de collectie"
Want, zo bepleit Swarts: “dat is ook het spannendst. Dan ben jij een van de eersten die het ziet. Dan is het nog niet beoordeeld en hebben mensen er nog niet naar gekeken. Jij bent degene die voor zichzelf moet bepalen: vind ik het goed? Vind ik het de moeite waard om het aan de schaffen? Dat is de spanning. Daar doe je het voor”.
Dit lijkt een goed uitgangspunt te zijn om de collectie proberen te begrijpen: onbeoordeeld en actueel. Daarom is het ook logisch dat er een onderbuikgevoel aan te pas móet komen. Swarts noemt het kunstkijken plus: “Het gaat er bij aankopen om wat het met je doet, hoe het je raakt of bezighoudt of hoe het wringt, zoals bijvoorbeeld bij Martin Creed”.
Respect voor het ambachtelijke
Naast het gevoel is een tweede signatuur van de verzameling de professionele kwaliteit. Het gaat bij hen beide niet alleen om het idee of het concept van het werk, maar ook om de uitvoering: “Je koopt iets aan om het voor een hele lange tijd te bewaren. Wij houden heel erg van degelijkheid en ambacht. Dit wordt vaak uit het oog verloren: gewoon goede schilders, iemand die het vak beheerst, die iets kan.”
"Laten we het ambacht vieren!"
En dit zie je duidelijk terug. Zoals bij de glazen objecten van Roni Horn: “Het is de combinatie van schoonheid en van ambacht. Het maakproces van deze objecten is bijzonder complex. Het glas wordt heel langzaam – om de transparantie tot de bodem te behouden – in een mal gegoten. Dan volgt het afkoelen. Gedurende drie maanden gaat het glas van gloeiend heet naar kamertemperatuur. Dat móet je langzaam doen, anders barsten ze. De glossy toplaag ontstaat doordat Roni de objecten afkoelt in een loods waar het waait en zoals stenen in de zee, slijt de wind de bovenkant van het glas spiegelglad.” Maar ook voor Richard Serra’s Open Ended, of Couple under an umbrella van Ron Mueck geldt deze combinatie van schoonheid en ambachtskunst.
'Open Ended' van Richard Serra
Een museum? Nooit van mijn leven!
Vanuit de idee dat kunst gezien moet worden, heeft de Caldic Collectie altijd veel werk uitgeleend aan musea, zijn er drie tentoonstellingen georganiseerd en was de beeldentuin bij het huis van Van Caldenborgh op afspraak te bezoeken. Maar dat dit uiteindelijk zou leiden tot een eigen museum, had eigenlijk niemand verwacht, want Joop van Caldenborgh had al een bedrijf en een museum is weer een bedrijf erbij.
"Een museum is weer een bedrijf erbij"
Toen hij met pensioen ging, begon er toch iets te borrelen. Swarts legt uit dat je op een bepaalde leeftijd eigenlijk maar een paar keuzes hebt over de toekomst van je collectie: “Je kunt alles veilen. Jij krijgt veel geld en anderen kunnen weer van de kunst genieten, maar alles waar je je hele leven gepassioneerd aan hebt gewerkt, valt weg. Of je kunt schenken aan een museum, maar de kans dat een aanzienlijk deel van de collectie in de kelder belandt, is vrij groot. Of je gaat zelf tentoonstellen. En dan bouw je dus een museum”.
Volgens Swarts hebben zij het drukker dan ooit tevoren. Ook na de bouw en inrichting, moet je een bedrijf neerzetten én op de rails houden. Het uitgangspunt is dat het museum zichzelf moet kunnen bedruipen uit de verkoop van toegangskaartjes, het restaurant en de museumwinkel. En tot nu toe lijkt dat goed te gaan. “Toen ik binnenkwam bij de Caldic Collectie was er een conservator, nu is het een bedrijf met tientallen werknemers. Een nieuwe plek, een nieuwe organisatie en voor ons een nieuw publiek.”
De 'muizenlift' van Maurizio Cattelan
Dat het om actuele kunst gaat, die niet altijd even makkelijk voor het publiek is, lijkt de bezoekers niet te weerhouden Museum Voorlinden in groten getale te bezoeken. Het museum wordt natuurlijk bezocht door de traditionele museumbezoeker – vrouw, 55+ – maar ook yuppen, veertigers en gezinnen hebben het museum en park gevonden. Tekenend is dat, zelfs zonder educatieve programma’s, ruim 10% van de bezoekers in het weekend onder de 12 jaar oud is.
"Bugaboos all over the place"
Er is namelijk, naast het park, een zwembad, een doolhof en een muizenlift. Dat het kunstinstallaties zijn, maakt voor kinderen echt niet veel uit.
Tijdens de bouw en ook bij nieuwe aankopen is er niet echt rekening gehouden met een traditioneel museumpubliek. Volgens Swarts heb je dan de grootste kans op het vertellen van een authentiek verhaal. De huidige tentoonstelling met werk van Martin Creed sluit hier goed bij aan. De werken lijken op het eerste gezicht weinig toegankelijk, tot je er midden in staat, tussen de metronomen of in de ballonnenkamer, en dan wordt je vanzelf meegevoerd in zijn bizarre gedachtenwereld.
Want: “Kunst wordt pas kunst als het door iemand wordt gezien”.
Heb je ook altijd al kunst willen verzamelen of ben je al een 'collectioneur' maar zoek je advies of gelijkgezinden? Er zijn verschillende organisaties die je hierbij kunnen helpen: www.youngcollectorscircle.nl of www.myfirstartcollection.com, en ook verschillende musea bieden cursussen en advies aan, bijvoorbeeld: www.foam.org.
Museum Voorlinden
Buurtweg 90
2244 AG Wassenaar
www.voorlinden.nl
Dagelijks geopend van 11-17 uur.
Door Quinten Lange