Linksom of rechtsom: de vliegtaks komt er
Het kabinet wil meer belasting heffen op vliegen, vanwege de nadelige effecten op het milieu. Hoe, dat is nog even de vraag. In het regeerakkoord staan drie opties, met een Europese belasting als favoriet. Maar als dat niet lukt, gaat Nederland het zelf doen. En daar worden al voorbereidingen voor getroffen.
Staatssecretaris Menno Snel stuurt voor het zomerreces een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer, waarin de twee nationale opties al zijn uitgewerkt. Dat is nodig omdat de Belastingdienst tijd nodig heeft om een vliegbelasting in de systemen te verwerken, legt een woordvoerder van staatssecretaris Snel uit.
Dat wetsvoorstel is er een dat op 'een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip' in werking kan treden. Mocht het dus lukken om een Europese vliegtaks in te voeren, dan hoeft de wet niet ingevoerd te worden, meldde Snel al in april.
Milieutaks
De Europese versie heeft nog steeds de voorkeur, er is anderhalve week geleden nog over gesproken, vertelt de woordvoerder. Of die gesprekken op niets lijken uit te draaien, zoals De Telegraaf op basis van bronnen schrijft, wil zij niet bevestigen.
Als die gesprekken inderdaad op niets uitlopen, dan trekt Nederland z'n eigen plan. In het regeerakkoord zijn twee opties afgesproken om het op nationaal niveau te regelen. De eerste optie is een belasting die afhankelijk is van de mate van vervuiling en herrie die vliegtuigen veroorzaken.
Belasting per ticket
En als dat niet lukt, dan komt er een belasting per vliegticket. Die is als volgt opgebouwd: een vlucht binnen Nederland wordt met 7 euro belast en een vlucht binnen Europa of met een maximale afstand van 6000 kilometer met 22 euro. Wie verder vliegt, betaalt 40 euro vliegbelasting. Die belasting gaat niet gelden voor transferpassagiers.
De belasting, in welke vorm dan ook, moet in 2021 ingaan. Dat staatssecretaris Snel ook de andere opties al onderzoekt, heeft ook nog een financiële reden: de opbrengsten van de maatregel staan al ingeboekt als meevaller van 200 miljoen.