Dit moet je weten over de brexitdeal: belangrijkste punten op een rij
Na twee jaar onderhandelen ligt er sinds gisteren eindelijk een concept-brexitdeal. De Britse regering en Europese onderhandelaars hebben een boekwerk van bijna 600 pagina's met afspraken afgeleverd. RTL Z zette de belangrijkste punten op een rij.
Grofweg moesten er drie zaken in de deal worden geregeld: de rechten van burgers na de brexit, de financiële afwikkeling en een oplossing voor het openhouden van de grens tussen Ierland en Noord-Ierland.
1. De grens, de overgangsperiode, de douane-unie en de bijkomende ellende
Vooral de afspraken in de deal over het openhouden van de Ierse grens zijn omstreden. Als daar binnen twee jaar geen fatsoenlijke oplossing voor is bedacht kunnen er twee dingen gebeuren: óf de overgangsperiode, waarin alle EU-regels nog gewoon gelden, wordt verlengd. Óf het VK blijft in een douane-unie met de EU.
Beide opties zouden weleens zeer problematisch kunnen blijken voor premier May. In theorie kan de overgangsperiode namelijk verlengd worden tot 2099. Dat zal niet gebeuren, maar tot het einde van de overgangsperiode blijven de Britten gewoon betalen aan de EU en moeten ze de Europese regels volgen, zonder dat ze daar zelf iets over te zeggen hebben.
En ook de douane-unie is omstreden. Die zorgt ervoor dat er vrij verkeer van goederen mogelijk blijft, maar ook daarvoor geldt: dan moeten die goederen wel aan bepaalde Europese regels voldoen en ook daarover hebben de Britten niets te zeggen.
Bovendien beperkt het de ruimte van het VK om zelf handelsdeals te sluiten met andere landen.
Wat is het probleem voor handelsdeals?
De douane-unie zorgt ervoor dat er zonder extra kosten gehandeld kan worden over de grens. Dat kan alleen als er een zogenoemd gelijk speelveld is, en dus dezelfde regels gelden in zowel de EU als in het VK. Dat betekent onder andere dat de Britten niet zomaar een vrijhandelsakkoord kunnen sluiten met China, om maar eens een land te noemen.
Stel bijvoorbeeld dat de Europese Unie zijn eigen markt beschermt door een importheffing op Chinese zonnepanelen. Als bedrijven in het VK zonder extra heffingen diezelfde zonnepanelen kunnen kopen en vervolgens zonder extra kosten in de rest van de EU kunnen doorverkopen, is dat niet eerlijk voor bedrijven in de andere EU-landen. En dus krijgt het VK niet de vrijheid om dat te doen.
Voor brexiteers in het parlement, die juist de controle over het eigen beleid terug wilden veroveren op Brussel, zou dit weleens een brug te ver kunnen zijn. Vanochtend stapte de Britse brexitminister Dominic Raab al op, precies om deze reden.
Aparte status voor Noord-Ierland
Een extra hobbel is dat Noord-Ierland in dit scenario nog dichter tegen de EU-regels aan blijft kleven dan de rest van het Verenigd Koninkrijk, omdat de douaneregels van de EU daar helemaal zonder uitzondering blijven gelden.
Dat zorgt ervoor dat producenten in Noord-Ierland gewoon alles op de Europese markt kunnen brengen (en, daarom is het bedoeld, op de Ierse markt), maar het betekent ook dat er voor Noord-Ierland dus toch andere regels gelden dan voor de rest van het VK.
De regering-May leunt op de steun van een kleine Noord-Ierse partij, de DUP, en die lijkt extreem kritisch te zijn over dit voorstel. Als de DUP zijn steun voor het kabinet in zou trekken, verliest May haar meerderheid in het parlement.
2. De financiële afwikkeling
Het was vooral de grote vraag in het eerste jaar van de onderhandelingen: hoeveel miljard is het VK de Europese Unie nog verschuldigd na de brexit? De genoemde bedragen liepen uiteen van 25 tot 100 miljard euro, en eigenlijk weten we het nog steeds niet.
Toch zijn er afspraken over gemaakt. De EU en het VK zijn het namelijk eens geworden over de methode van de eindafrekening. Er is besloten dat de Britten alle verplichtingen die zij aan zijn gegaan tijdens het lidmaatschap moeten nakomen.
Dat betekent dat de Britten in ieder geval nog gewoon blijven betalen tot het einde van de huidige EU-begroting die nog tot en met 2020 loopt. Ook is afgesproken dat de Britten een 'eerlijk deel' blijven betalen zolang er een overgangsperiode van kracht is.
Overigens krijgt het VK ook nog geld terug. Zo staat het land in verschillende fondsen garant voor leningen. Op termijn wordt dat geld terugbetaald. Ook het kapitaal dat het VK heeft gestort bij de Europese Centrale Bank en de Europese Investeringsbank wordt teruggestort.
3. De rechten van burgers
En dan zijn er nog de EU-burgers die in het VK wonen en de Britten die een leven hebben opgebouwd in een ander land in de Unie. Ook voor deze mensen zijn duidelijke afspraken gemaakt.
Kort en goed: iedereen die onder de oude regels een leven heeft opgebouwd, behoudt de rechten waar hij of zij op had gerekend.
Concreet betekent dat, dat iedereen die aan het eind van de overgangsperiode langer dan vijf jaar in het VK woont een permanente verblijfsstatus krijgt die exact dezelfde rechten garandeert als nu: het recht om te mogen werken, het recht om te reizen en het land weer in te mogen, en het recht op gezinshereniging.
Alle EU-burgers die aan het einde van de overgangsperiode nog geen vijf jaar in het VK wonen, krijgen ook de tijd om die vijf jaar vol te maken, waarna ze alsnog een permanente status kunnen krijgen. Al deze regels gelden ook omgekeerd voor Britse burgers in de EU.