Nederlands Repair Café uitgegroeid tot wereldwijd fenomeen: 'Repareren is vaak makkelijk'
Wat op 18 oktober 2009 begon als een middagje voorwerpen repareren in Amsterdam-West, is uitgegroeid tot een wereldwijd fenomeen met 2500 Repair Cafés in meer dan 40 landen en 540.000 reparaties per jaar. "We krijgen steeds meer mensen tussen de twintig en veertig jaar binnen. Dat valt echt op", zegt Eef Duvoigneau-Pfeiffer van Repair Café Lochem.
Eef (77) zit aan een grote tafel in een ruimte in het Stadshuus, het sociaal-cultureel centrum op de Markt in Lochem. Imad, een Iraanse vluchteling van 34 jaar, is druk bezig een computer los te schroeven en Wim houdt zich bezig met de administratie.
De ruimte ligt vol met spullen die snakken naar een reparatiebeurt, van stofzuigers tot computers en van gereedschap tot klokken. "We hebben sinds kort een klokken-expert uit Winterswijk, dus dat kunnen we nu ook."
Hawaii
Het concept van het Repair Café is simpel. Mensen brengen hun kapotte spullen langs, die dan door een groepje vrijwilligers wordt gemaakt. "Ik vind het belangrijk dat mensen repareren en minder afval produceren", zegt Martine Postma (52), directeur van Stichting Repair Café International.
"Er zijn te weinig grondstoffen op de wereld. En als iets stuk is, hoeft het niet direct de prullenbak in", legt de oprichtster van de Repair Cafés uit. "We zien in de cafés vaak dat het repareren makkelijk is; vaak moet iets schoongemaakt worden. Zorgvuldig behandelen kan al voldoende zijn."
Na de eerste succesvolle middag repareren in 2009 schreef Postma een 'startpakket voor Repair Cafés' met een handleiding wat er nodig is om zelf een café te starten. "Inmiddels is het in vijf talen beschikbaar en zitten we zelfs in Hawaii, India en Brazilië. En er komen nog steeds nieuwe cafés bij."
Veel reparaties
Terug naar Eef in Lochem. Het Repair Café daar kan worden gezien als een XL-versie. Gemiddeld genomen is een café eens per maand open, maar de vestiging in Lochem pakt het groter aan.
"We zijn begonnen in 2013 en sinds 2015 huren we deze ruimte", legt Eef uit. "Mensen kunnen vier dagen per week hun spullen brengen. We werken hier met zestien vrijwilligers en afgezien van Imad zijn ze allemaal gepensioneerd."
De zestien vrijwilligers hebben dit jaar al 141 reparaties uitgevoerd, veertig meer dan vorig jaar, toen het café door corona veel dicht was. "We verwachten de 209 reparaties van 2019, het laatste jaar voor corona, te halen", zegt Eef.
Duurzaam, circulair en sociaal
De cafés dragen bij aan een duurzame wereld en een meer circulaire economie, maar daarnaast voorzien ze ook in een sociale behoefte. "Toen mijn man was overleden, wilde ik niet alleen thuis blijven zitten. Ik vind dit erg leuk om te doen", vertelt Eef.
Het sociale karakter zien we ook terug in andere werkzaamheden in Lochem. "Tijdens corona waren we grote periodes dicht. Toen hebben we van bedrijven laptops en telefoons gekregen om te geven aan mensen, die geen geld hebben."
Martine haakt daar op in. "Als mensen willen, kunnen ze bij een reparatie blijven zitten om samen te werken en er eventueel wat van te leren."
Jongeren
De directrice krijgt van veel Repair Cafés te horen dat ze het drukker hebben dan normaal. "Dat komt door corona en door de crisis. Mensen denken nu wel twee keer na voordat ze iets weggooien."
Eef ziet nog een andere opvallende trend sinds het einde van corona en de gestegen inflatie. "De leeftijd van de klanten verandert. Er komen veel meer jongeren van tussen de twintig en veertig jaar, die liever repareren dan geld uitgeven aan iets nieuws", duidt ze. "Zij werken door de week, brengen hun kapotte spullen op zaterdagochtend en halen ze dan aan het eind van de dag weer op."
De Repair Cafés hebben geen winstoogmerk en dragen niets af aan de moederorganisatie. In Lochem zijn ze net als elders in de wereld afhankelijk van giften en donaties. Klanten hoeven los van nieuwe onderdelen niets te betalen voor de reparatie. "Financieel hebben we het moeilijk", verzucht Eef.
Huisarts voor kapotte spullen
"We betalen zelf onze huur en omdat we een keer een goede gift hebben gehad, gaat het financieel nu nog wel. We proberen subsidie te krijgen van de gemeente voor de huur. Maar dat is nog niet zeker."
Ook de moederorganisatie heeft het zwaar. "We hebben jaarlijks anderhalve ton nodig, via giften en donaties krijgen we wel wat binnen, maar niet genoeg. Met een ton van de overheid kunnen we onze minimale dienstverlening in stand houden", legt Martine uit.
Ze heeft goede hoop dat Repair Café blijft bestaan. "Wij openen de ogen van mensen, dragen bij aan duurzaam leefpatroon en een circulaire economie. En laat dat nu ook overheidsbeleid zijn. De overheid noemt ons als voorbeeld, maar maak dat dan concreet en steun ons. Ik zeg maar zo: een Repair Café is als een huisarts voor kapotte spullen", benadrukt de directrice, die het huidige belastingstelsel scheef vindt.
"Er zijn nauwelijks nog professionele reparateurs, omdat ze te duur zijn zijn. Arbeid wordt hoog belast, terwijl grondstoffen goedkoop zijn. De regels moeten anders", vindt Postma. "Belast arbeid minder, dan gaan nog meer mensen over tot repareren."