Minister wil dat Shell rommel in Noordzee achter zich opruimt
Het Verenigd Koninkrijk zou Shell geen vergunning moeten geven waarmee de oliereus delen van drie oude boorplatforms op de Noordzee mag laten staan. Shell heeft zijn huiswerk niet goed genoeg gedaan, concludeert minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) na onderzoek.
Shell wil de fundamenten van drie boorplatforms laten staan in de Noordzee, in plaats van deze op te ruimen. Daardoor blijven ook opslagtanks met daarin 11.000 liter aan vervuilde olie en chemisch afval op de zeebodem staan.
Volgens Shell is het laten staan de beste optie, omdat het verwijderen van het verontreinigde materiaal ook milieuschade kan veroorzaken en bovendien een gevaarlijke klus is. Er zouden zelfs doden bij kunnen vallen, aldus Shell op de eigen website.
Kosten: honderden miljoenen
Daarnaast bespaart het bedrijf honderden miljoenen euro's aan kosten die het anders zou moeten maken voor het verwijderen van de vervuilde olie of het compleet slopen van de betonnen poten van het boorplatform, vertelt een woordvoerder. Hij stelt dat kosten niet doorslaggevend zijn geweest bij het besluit van het bedrijf. "Dat waren de veiligheid, de technische haalbaarheid en de impact op het milieu", mailt hij na vragen van RTL Z.
Het bedrijf vindt een gewillig oor in het Verenigd Koninkrijk, dat beslist over de vergunning omdat de boorplatforms in hun territoriale wateren liggen.
Bezwaar belanghebbende landen
Maar Nederland heeft er ook een klein beetje over te zeggen, als deelnemer van het zogeheten OSPAR. In deze organisatie zitten de Europese landen die grenzen aan het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan. Doel is het beschermen van de natuur en de natuurlijke reserves.
Bij zaken die andere landen aangaan, zoals het laten staan van delen van boorplatforms, moet het land dat toestemming geeft, andere landen hiervan op de hoogte stellen. Deze mogen dan bezwaar maken. Duitsland heeft dat al gedaan, Nederland sluit zich hierbij aan, meldt Van Nieuwenhuizen aan de Tweede Kamer.
Mails, bezoeken en praten met de benen op tafel: 15 jaar bedelen om afschaffing dividendtaks
Onvoldoende onderzoek
De onderbouwing van Shell's vergunningsaanvraag rammelt namelijk, blijkt uit onderzoek dat de minister liet doen door een team van de Technische Universiteit van Denemarken in Kopenhagen. Het bedrijf heeft 'onvoldoende onderbouwd' dat de betonnen poten niet goed verwijderd kunnen worden en dat het echt de beste optie is om het verontreinigde materiaal maar op de zeebodem te laten liggen.
Er moet daarom extra onderzoek gedaan worden, vindt Van Nieuwenhuizen. Op 18 oktober is er een 'raadgevend OSPAR-overleg' in Londen, waar Nederland het VK dus zal adviseren om geen vergunning af te geven. Na dit overleg, zijn de Britten weer aan zet. Zij kunnen besluiten om de vergunning alsnog gewoon af te geven of toch nader onderzoek te laten doen.
Miljarden omzet
Het overleg biedt 'een goede mogelijkheid' om de zaak te bespreken, laat de woordvoerder weten.
Het bedrijf wijst er verder op de site op dat een deel van de kosten die het maakt bij het opruimen, mag aftrekken van de 20 miljard pond aan belasting die het in de loop der jaren betaalde over de olie die het omhoog pompte.
