Winkelleegstand dwingt creatief te zijn: 'Lok mensen naar je stad'
Ze waren er steeds minder: de zwarte gapende gaten die je aanstaarden in winkelstraten. Maar schijnbaar uit het niets is het aantal winkelpanden dat leeg staat gestegen in het afgelopen half jaar. Gemeenten doen van alles om de lege panden gevuld te krijgen: "Je moet mensen naar je stad lokken."
Vanaf 2015 tot begin dit jaar daalde de leegstand in Nederlandse winkelstraten, mede omdat panden van failliete winkels werden omgebouwd tot cafés, broodjeszaken of woningen, vertelt Gertjan Slob, directeur van Locatus, een onderzoeksbureau dat gegevens bijhoudt over de vastgoedmarkt.

Dat gebeurt alleen niet meer zo veel. "Het laaghangende fruit is opgesoupeerd en qua horeca is de max inmiddels wel bereikt", legt Slob uit. De reden is dat de eigenaren van het vastgoed veel kosten moeten maken voor de ombouw en de huren voor winkels hoger zijn dan die voor woningen.
Omdat de waardering van vastgoed is gebaseerd op de huren die eigenaren ervoor kunnen vragen, zijn die niet zo snel geneigd het om te bouwen. "Nu is het wachten tot de huurprijzen voor winkels dalen, of die voor woningen stijgen, pas dan is het lucratief om meer om te bouwen", legt Slob uit.
'Sprongetje in goeie richting'
Dat is iets wat in Hardenberg in de afgelopen jaren in ieder geval redelijk gelukt is, of in de woorden van centrummanager Eduard Plate: "We hebben een sprongetje in de goeie richting gemaakt." Drie jaar geleden stonden er 29 panden leeg, nu zijn dat er 14, vertelt hij.
Het geheim? De gouden driehoek in de stad: een samenwerking tussen ondernemers, de gemeente en vastgoedeigenaren. Een voorbeeld daarvan is het bouwen voor starters en senioren in de binnenstad, want die geven veel uit in horeca en winkels en houden het centrum levendig, vertelt Plate. "Het moet een ontmoetingsplek zijn, waar ook leuke dingen gebeuren."

Fonds voor evenementen
Die samenwerking is niet vrijblijvend: er is een zogenaamde bedrijfsinvesteringzone opgericht. In het centrum betalen ondernemers belasting, die in een fonds komt dat door de gemeente wordt beheerd. Het salaris van Plate, die een dag in de week in Hardenberg werkt, wordt er deels uit betaald. Maar ook evenementen, zoals modeshows en foodevents, om koopzondagen te promoten, vertelt Plate.
Om bedrijven naar het stadscentrum te lokken, kunnen zij ook een bijdrage krijgen uit het fonds om hun pui op te knappen. Daarnaast helpt de stad winkels buiten het centrum om te bouwen naar woningen, om het centrum compact te houden.
Middelgroot in het nauw
De leegstand is vooral een probleem in middelgrote steden, vertelt Slob van Locatus. "Ze zijn te groot voor het servet, maar te klein voor het tafellaken." Die steden worden overgeslagen door mensen die een gezellig dagje willen winkelen, want er is niet genoeg te doen, legt hij uit.
En dan is er natuurlijk het veranderde koopgedrag door internet, vult retailexpert Cor Molenaar aan. "Mensen met minder geld of tijd, zoeken online naar koopjes." Middelgrote steden komen hierdoor tussen wal en schip, legt hij uit. "In kleine plaatsen gunnen mensen de middenstand nog wel wat en in grote steden is veel te doen, met cafés, bioscopen en cultuur."
Historisch centrum
Uitzonderingen zijn plaatsen met historische centra, op afstand van andere steden, vertellen zowel Slob als Molenaar. "Middelburg bijvoorbeeld, of Zutphen en Deventer. Dat zijn steden met een eigen karakter, met activiteiten waarmee ze zich aan de malaise onttrekken."
Slob noemt het Dickensfestival en de boekenmarkt als voorbeeld. "Daar komen mensen voor, en als ze er eenmaal zijn geweest dan komen ze vaak nog eens. Je moet ze verleiden", legt hij uit.

Dat kan ook door kleine ondernemers die spullen verkopen die je niet snel online koopt de ruimte te geven, aldus Molenaar. Die les probeert Plate in Hardenberg al in de praktijk te brengen: "We lobbyen bij groeibedrijven, om ze naar de stad te halen om straten te creëren waar de bezoeker denkt: hier voel ik me thuis." Originele ondernemers zorgen dat er wat te doen is in de winkelstraat, stelt hij.
Hij heeft nog wel een laatste oproep aan de consument, want die heeft ook een grote verantwoordelijkheid. "Inwoners moeten beseffen dat de waarde van hun woonplaats stijgt met veel winkelaanbod. Dus kijk uit met online shoppen", besluit hij.