We eten meer vleesvervangers, maar waarom dalen de prijzen niet?
We kopen de helft meer vleesvervangers dan 2,5 jaar geleden, terwijl de verkopen van varkens- en rundvlees flink zijn gedaald en die van kip nipt zijn gestegen. Toch worden vleesvervangers niet goedkoper. Hoe kan dat?
In vergelijking met 2016 zijn we 9 procent minder varken, rund en wild gaan eten, maar daar tegenover staat een stijging van 2 procent bij kip, blijkt uit cijfers van marktonderzoeksbureau IRI Nederland. Veel groter was de groei van de consumptie van vleesvervangers: 51 procent.
Wat opvalt is dat niet alleen vlees en kip duurder werden, maar dat dit ook geldt voor vleesvervangers. Met de forse groei van de omzet zou je verwachten dat vleesvervangers juist in prijs dalen.
Voor twee burgers van Beyond Meat betaal je bij Albert Heijn 5,99 euro. Vegetarische Kipstuckjes van de Vegetarische Slager kosten 3,67 bij de Jumbo, voor 160 gram. Voor 250 gram gemengd gehakt ben je bij Plus 1,62 euro kwijt.
Nog klein segment
In de gestegen prijs voor vleesvervangers zit ook de btw-verhoging, zegt Rini Emonds van IRI Nederland. Het lage tarief ging van 6 procent naar 9 procent. Maar dat verklaart niet alles.
De verkopen van vleesvervangers stijgen wel snel, maar het segment is nog klein, legt Nadia Menkveld, sectoreconoom van ABN Amro, uit. Producenten moeten volgens haar nog veel geld steken in innovatie.
Verder is er een aantal nieuwe spelers, zoals Beyond Meat, en die concurreren nog op andere zaken dan op prijs. Op een gegeven moment gaat de prijs ook meespelen in de concurrentiestrijd, maar nu gaat het meer om smaak en de structuur, denkt Menkveld.
'Marktaandeel moet veel verder omhoog'
Vleesvervangers zijn inderdaad relatief vrij duur, erkent Tiny van Boekel, emeritus hoogleraar voedingsmiddelentechnologie aan de Wageningen University. Er is weliswaar steeds meer concurrentie, maar hij denkt dat het marktaandeel van vleesvervangers moet stijgen tot zo'n 20 procent voordat de prijzen omlaag zullen gaan.
De kostprijs van vleesvervangers zit minder in de prijs van grondstoffen, maar vooral in de kosten van machines waarmee de vleesvervangers worden gemaakt, denkt Van Boekel. Nu vormen vleesvervangers 4,5 procent van de totale omzet van vlees en vleesvervangers bij supermarkten, tegen maar 3 procent in 2016, blijkt uit de cijfers van IRI Nederland.
Marketing
Hij zegt wel dat het lastig is om wat te zeggen over de te verwachten verkopen. Boeren krijgen nu relatief weinig betaald voor vlees, zegt hij, maar hij verwacht dat de vleesprijs omhoog zal gaan. Dan wordt de prijsverhouding tussen vlees en vleesvervangers anders en dan krijgt de verkoop van vleesvervangers mogelijk een stimulans, denkt hij.
Daar staat echter tegenover dat als vlees duurder wordt, er mogelijk minder aanleiding is om de prijs van vleesvervangers te verlagen. Verder denkt Van Boekel dat de relatief hoge prijzen voor vleesvervangers mogelijk ook te maken hebben met marketing. Veel mensen die nu vleesvervangers kopen zijn eerder bereid bepaalde prijzen te betalen.