Automobilist 'makkelijk doelwit' voor kabinet dat geld nodig heeft
De brandstofprijzen gaan per 1 januari fors omhoog. Het kabinet is niet van plan de geplande accijnsverhoging terug te draaien. Dus gaan we flink meer betalen aan de pomp. Automobilisten zijn een wel erg makkelijk doelwit van de overheid om voor extra inkomsten te zorgen, vinden pomphouders en consumentenorganisatie United Consumers.
Op 1 januari zal de adviesprijs voor een liter euro95 uitkomen op 2,47 euro, uitgaande van de huidige olieprijs. Dat is op een haar na het recordniveau van 2,505 van begin juni vorig jaar.
De adviesprijs voor een liter benzine is op dit moment 2,257 euro per liter, blijkt uit een overzicht van consumentenorganisatie United Consumers, die de brandstoffenprijzen in de gaten houdt. In januari dreigt daar dus 21 cent bovenop te komen. Hoe dat zit, leggen we uit in deze video:
Ook diesel wordt waarschijnlijk duurder per 1 januari. Het gaat om een prijsverhoging van 13,5 eurocent per liter. Dat alles omdat een eerdere verlaging van de accijnzen wordt teruggedraaid.
'Makkelijk doelwit'
Automobilisten zijn een 'makkelijk doelwit', vindt Paul van Selms, directeur van United Consumers. "Er is een grens aan wat mensen willen betalen voor een beter milieu", denkt hij.
De druk op consumenten wordt daarnaast steeds groter, ook de prijzen van levensmiddelen blijven maar stijgen, aldus Van Selms.
Transportbedrijven berekenen de hogere brandstofprijs door aan onder meer de bakker en de supermarkt, voegt Ewout Klok, pomphouder en tevens voorzitter van de belangenvereniging voor pomphouders BETA, daaraan toe.
'Nederland al één van de duurste'
"Op een gegeven moment is het niet meer te betalen", denkt Van Selms. Hij stipt aan dat Nederland nu al één van de duurste landen in Europa is om te tanken. "En dat wordt er zo niet beter op."
Hij vreest verder dat de overheid de extra inkomsten ook later nog nodig zal hebben, zodat er dan ook ook belasting zal worden geheven op schone auto's.
Tanken over de grens
We hadden de stille hoop dat de tijdelijke verlaging van de accijnzen een permanent karakter zou krijgen, zegt Klok. Hij vindt het 'goedkoop om automobilisten als sluitpost te gebruiken'.
Volgens hem loont het steeds meer om te tanken in België of Duitsland. Maar hij heeft stille hoop dat de Tweede Kamer na de verkiezingen financiële dekking vindt voor de kosten die gepaard gaan met het niet terugdraaien van de eerdere accijnsverlaging.
300.000 hebben auto echt nodig
De hogere benzineprijs raakt uiteraard alle automobilisten, maar relatief het hardst geraakt worden Nederlanders met een kleine portemonnee en die geen keuze of ze een auto hebben of niet.
Het gaat dan om consumenten die in de regio wonen, waar het openbaar vervoer niet zo goed is, of die voor hun werk absoluut een auto nodig hebben. Soms moet je immers veel spullen meenemen, of je moet ook 's nachts op pad, zoals in de zorg.
Uit een achtergrondrapport van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid blijkt dat bij circa 5,5 procent van de Nederlanders sprake is van 'gedwongen autobezit': ze hebben voor hun werk een auto nodig, maar financieel is dat moeilijk te behappen. Berekend kan worden dat het dan om een kleine 300.000 consumenten gaat.
Goedkoper in België en Duitsland
Het prijsverschil met België en Duitsland loopt straks verder op. Op basis van de huidige prijs voor euro95 bij onze zuiderburen ben je daar per 1 januari een kleine 50 eurocent per liter euro95 goedkoper uit.
In Duitsland betaal je straks, op basis van de huidige prijs aldaar, zo'n 35 eurocent per liter minder dan in Nederland. De accijns op benzine en diesel zijn in die twee landen lager dan bij ons.
Veel Nederlanders wonen overigens wat verder weg van de grens, zodat tanken voor hen in België of Duitsland niet of nauwelijks loont.
Oproep
Ben jij afhankelijk van je auto, voor je werk of omdat je er met het openbaar vervoer niet komt, en heb je een kleine portemonnee? Wil je je verhaal doen op televisie?