Economie

Waarom de schaarste aan betaalbare woningen onbetaalbaar is

Door RTL Z··Aangepast:
© ANPWaarom de schaarste aan betaalbare woningen onbetaalbaar is
RTL

Een betaalbare huurwoning vinden is haast een heilloze missie. De oplossing voor de woningnood? Laat gemeenten en woningcorporaties lokaal bepalen wat nodig is, stellen Eelke Blokker en Albert Jan Kruiter van het Instituut voor Publieke Waarden.

Betaalbare huurhuizen zijn schaars. Zeker in de grote steden. Wachttijden lopen op tot gemiddeld acht jaar. Woningcorporaties, rijksoverheid en gemeenten proberen van alles om die periode te verkorten.

Scheefwonen wordt aangepakt. In de nieuwe Woningwet wordt alleen nog maar 'passend toegewezen'. Er worden in rap tempo nieuwe volkshuisvestingsprogramma’s de grond uit gestampt, maar de investeringsruimte van woningcorporaties is beperkt. Het zal dus nog wel even duren totdat vraag en aanbod van betaalbare huisvesting weer een beetje bij elkaar in de buurt komen.

Dat heeft niet alleen zijn weerslag op uw kinderen die er met hun eerste salaris in de vrije huursector niet aan te pas komen. En vanwege hun studieschuld bij lange na niet genoeg verdienen om een hypotheek van enige omvang te krijgen. Het tekort aan huurhuizen zorgt er ook voor dat duizenden mensen die in een zorginstelling zitten, niet kunnen uitstromen. En daarom soms meer dan anderhalf jaar langer dan nodig in zorgvoorzieningen blijven hangen.

Ondanks alle extra voorrangsafspraken die zorginstellingen met gemeenten en woningcorporaties op lokaal niveau gemaakt hebben. Laatst spraken wij een directeur van zo’n instelling. Zij schatte in dat op dit moment bijna een derde van haar populatie zou kunnen wonen, als ze een betaalbaar huis hadden gehad.

Stel nu, dat haar beeld representatief is voor de rest van Nederland. Dat zou betekenen dat er op dit moment minimaal zo’n 6,5 duizend mensen onnodig in een intramurale zorgvoorziening zitten. Voorzieningen die gemiddeld 45.000 euro per persoon per jaar kosten. Gefinancierd vanuit de Wet Langdurie Zorg (WLZ) en Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo).

Zorggeld dus.

Het gebrek aan betaalbare huizen, dat deels wordt veroorzaakt door een gebrek aan investeringsruimte in volkshuisvestingsmiddelen, compenseren we dus voor een deel met zorgmiddelen. Denk je eens in wat er zou gebeuren wanneer we deze 6500 mensen die onnodig in zorgvoorzieningen zitten, allemaal in 2018 een betaalbaar huis kunnen geven met passende hulp aan huis?

Dan besparen we in één jaar 240 miljoen euro, terwijl we 6500 mensen meer kwaliteit van leven geven. Die 240 miljoen staat gelijk aan bijna 8,5 miljard extra investeringsruimte voor woningcorporaties om betaalbare huizen te bouwen. Dat zijn 58.000 sociale huurwoningen.

De afgelopen tien jaar hevelen uiteenlopende kabinetten belangrijke delen van de verzorgingsstaat over naar gemeenten. De Jeugdwet, De Participatiewet en de WMO-2015 zijn daar de meeste prangende voorbeelden van. Lokaal kunnen gemeenten beter bepalen wat er nodig is, dan vanuit Haagse ministeries.

Als de Rijksoverheid in lijn met die gedachte ook gemeenten en woningbouwcorporaties toestaat om lokaal te bepalen wat er nodig is, dan ligt een oplossing voor de woningnood in het verschiet. Ze zouden bijvoorbeeld samen een deel van de verhuurdersheffing kunnen investeren, of het passend toewijzen lokaal vormgeven.

Dat zal ongetwijfeld een positieve weerslag hebben op de zorgkosten en budgetoverschrijdingen van gemeenten.  Daarmee kan het nieuwe kabinet de fout van het vorige kabinet herstellen.

Immers, waar gemeenten meer ruimte kregen om het sociale domein vorm te geven, kregen corporaties juist minder ruimte. Terwijl wonen de basis vormt voor het sociale domein, leren we ondermeer van mensen die in een zorginstelling wonen, terwijl dat ook zelfstandig kan.

Bij gebrek aan algemene beschouwingen, daarom deze duit van onze kant in het formatiezakje.

Eelke Blokker en Albert Jan Kruiter zijn actieonderzoekers bij het Instituut voor Publieke Waarden.