Eerste vier miljard euro uit Nationaal Groeifonds verdeeld
De eerste miljarden uit het Nationaal Groeifonds, ook wel bekend als het Wopke-Wiebes-Fonds, zijn verdeeld. In eerste instantie krijgen tien innovatieve projecten subsidie.
Daarvoor kent het kabinet nu 646 miljoen euro aan subsidies toe, deels onder voorwaarden. Daarnaast wordt er voor de projecten nog eens 3,5 miljard euro gereserveerd. Om dat geld ook daadwerkelijk te krijgen moeten de aanvragers nog extra onderbouwing leveren.
20 miljard euro
In vijf jaar tijd is 20 miljard euro beschikbaar voor projecten die het groeivermogen van de economie aanjagen. Het geld is uitdrukkelijk niet bedoeld om politieke hobby's mee te financieren.
De commissie onder leiding van oud-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem heeft vijftien aanvragen beoordeeld die waren ingediend (voor een totaalbedrag van 25 miljard euro). Tien subsidieaanvragen zijn nu (deels) toegekend. Soms gaat het alleen om één onderdeel van een project waar het element van groei in zit. Criterium is echt dat het een eenmalige uitgave is, die anders niet zou worden gedaan en die (potentieel) groei oplevert voor de Nederlandse economie.
Drie smaken
Er zijn drie smaken: geld kan worden toegekend, er kunnen extra voorwaarden worden gesteld of er kan geld worden gereserveerd voor een project, omdat het voorstel nog wel moet worden herschreven maar de verwachting is dat het dan op een later moment alsnog kan worden toegekend.
Het gaat om infraprojecten, kennis en om research en development.
Noord-Zuidlijn
In de eerste ronde is onder andere geld gereserveerd voor het doortrekken van de Noord-Zuidlijn, digitalisering van het onderwijs (waar het bijdraagt aan economische groei), en quantumcomputers.
"Met deze investeringen op verschillende fronten wordt door het Nationaal Groeifonds een belangrijke eerste stap gezet richting het verhogen van onze toekomstige welvaart. Het advies zet een hoge standaard voor de volgende rondes en waarborgt daarmee dat voorstellen daadwerkelijk maximaal bijdragen aan het verdienvermogen van de Nederlandse economie", aldus minister van Financiën Wopke Hoekstra.