Hoeveel loonsverhoging is nu normaal? 'Staar je niet blind op percentages'

Duizenden buschauffeurs, machinisten en conducteurs leggen vandaag en morgen het werk neer. Ze eisen meer loon van hun werkgever. En zij zijn slechts een voorbeeld van de vele werknemers in verschillende branches die staken, nu de inflatie zo hoog is. Wat is een redelijke eis?
De werknemers van openbaarvervoerbedrijven willen een automatische prijscompensatie, oftewel: dat de lonen meestijgen met de inflatie. Ze pleiten voor een minimale stijging van 10 procent. De werkgevers begonnen met 8 procent en zijn daar niet meer van afgeweken.
"Dat klinkt veel, maar de afgelopen jaren zijn de lonen al fors achtergebleven ten opzichte van de inflatie", vertelt Zakaria Boufangacha, vicevoorzitter van FNV, aan Editie NL. "Er moest dus al een inhaalslag gemaakt worden en daar kwam nu nog eens een forse inflatie bovenop. Ondanks dat mensen harder moeten werken – want de werkdruk is hoog – gaan de salarissen erop achteruit."
Andere sectoren
Vrijdag wordt er ook door medewerkers in andere sectoren volop gestaakt. Zo pleiten werknemers van Etos in Utrecht voor een loonsverhoging van 10 procent. Het laatste bod van de werkgever is 3 procent. Mensen werkzaam in de drankindustrie en -groothandel eisen 14,3 procent meer loon, maar de werkgevers willen niet meer geven dan 4 procent. Werknemers van Bijenkorf leggen vermoedelijk het werk neer om 10 procent loonsverhoging te behalen. Het bod van de werkgever is tot nu toe blijven steken op 6 procent.
Onderhandelen
Het onderhandelingsproces begint FNV – die voor de belangen van de werknemers opkomt – volgens Boufangacha altijd met praten. "We hebben het dan over allerlei thema's die spelen op de werkvloer, zoals de werkdruk en het belang van een goede loonsverhoging. We proberen in alle redelijkheid tot een akkoord te komen." Dat lukt soms ook. "We sluiten veel cao's af."
Boufangacha gaat verder: "Maar soms is de werkgever niet bereid te investeren in de mensen. Dan moeten we overgaan tot actie. Dat kan in de vorm van een petitie of ludieke actie. Maar als ook dat niet leidt tot het inwilligen van onze wensen, wordt er gegrepen naar het stakingsmiddel."
Financiële ruimte
Niet bij elk bedrijf is het mogelijk om er zomaar 10 procent bovenop te gooien. "Het hangt erg af van de staat van een bedrijf", zegt Boufangacha. "Bij een supermarkt die het goed heeft gedaan of PostNL is er voldoende financiële ruimte. Maar er zijn ook bedrijven waar het minder goed gaat. Daarom is er altijd een belangenafweging." Met het streekvervoer gaat het ook niet goed. "Daarom zouden we genoegen kunnen nemen met 10 procent, maar zelfs dat ligt niet op tafel."
Akkoord
In sommige sectoren zijn er onlangs al akkoorden bereikt. Zo hebben de medewerkers in de banden- en wielenbranche een loonstijging van 7 procent behaald. Werknemers van academische ziekenhuizen krijgen er 10 procent bij. De beveiligers Schiphol zijn er afgelopen jaar al met al maar liefst 40 procent op vooruitgegaan.
Onderlinge verschillen
De onderlinge verschillen zijn dus groot. Toch moet je je volgens Marieke Blom, hoofdeconoom bij ING, niet blindstaren op percentages. "Je moet kijken naar wat het loon vóór de loonstijging was." Zo klinkt een loonstijging van 20 procent heel riant, maar als het salaris daarvoor heel laag was, is het slechts een inhaalslag.
Daarnaast is het belangrijk om te kijken hoe de percentages zijn verdeeld, zegt Blom. "Krijg je die 20 procent in één jaar of verspreid over meerdere jaren? Als je alles nu in één keer krijgt en daarna niks meer, kan dat nadeliger zijn. Er is dan namelijk sprake van rente op rente."
Arbeidsvoorwaarden
Ook andere arbeidsvoorwaarden spelen mee. "Het kan zijn dat er een loonstijging is, maar verder niks. Dat er in de cao bijvoorbeeld niks is opgenomen over een kilometervergoeding of compensatie voor de hoge energiekosten." Het gaat dus om veel meer dan alleen het percentage dat je loon stijgt.
Dat de ene sector er beter uitkomt dan de andere, is volgens Blok alleen maar gezond voor de concurrentie op de arbeidsmarkt en daarmee de economie. "Het representeert of een sector aantrekkelijk of minder aantrekkelijk is om in te werken. Natuurlijk is het heel vervelend als je in een sector werkt waar het niet zo goed mee, maar het kan er ook voor zorgen dat je daardoor aan de slag gaat in een andere sector waar mensen nodig zijn."