Sanne: 'Hoe stel ik mijn kind gerust bij de huisarts of de tandarts?'
Ik vraag dit voor een vriend: elke week behandelen we een vraag over je gezondheid die je niet snel aan je eigen arts durft te stellen. Sanne moet af en toe met haar peuter of kleuter naar de dokter of de tandarts. Dat vindt ze verschrikkelijk: haar kinderen wiebelen op de stoel, barsten in tranen uit of proberen weg te lopen. Hoe krijgt ze haar kinderen rustig als er iets vervelends moet gebeuren?
"Het is heel erg", vertelt Sanne. "Zodra ik zeg dat we even naar de huisarts of de tandarts gaan, begint het circus. Gillen, op de grond vallen, huilen, wegrennen. Vooral mijn driejarige kan niet stil blijven zitten. Even door de dokter laten kijken naar een bult of zijn mond open doen bij de tandarts; het is een verschrikking. Zelfs bij de kapper helpt afleiden met een filmpje niet, hij trekt zijn hoofd weg of zet het op een brullen."
Sanne probeert manieren te zoeken haar kind gerust te stellen. Ze weet alleen niet goed meer hoe. Huisarts Marnix van der Leest maakt dit vaker mee in zijn praktijk en heeft enkele tips. Goed voorbereiden is er een van. "Ik geef niet de keuze óf iets gaat gebeuren, maar wel hóe het gaat gebeuren. Dit doe ik door dingen te vragen als: 'Wil je bij papa op schoot blijven zitten of wil je op het bed liggen?' Of: 'Wil je met me meekijken of vind je het fijn iets te doen als ik bezig ben?'"
Het is volgens Van der Leest belangrijk de tijd te nemen als er iets vervelends moet gebeuren en rust uit te stralen. Ook taalgebruik helpt. "Dan zeg ik iets als: 'Wat kun je goed stilliggen. Of: 'Ik ga nu dit doen, kun je vertellen wat je voelt? Ik vraag nooit naar de pijn en zeg ook niet 'dit voel je maar heel even', want een kind denkt: dit voel ik niet heel even, dit is heel heftig."
Houdgreep helpt niet
In de huisartsgeneeskunde wordt deze manier van benaderen 'kindgerichte zorg' genoemd. Het gaat voornamelijk over hoe je met een kind communiceert als je iets moet doen wat het kind niet leuk vindt. Van der Leest moet met enige regelmaat een prik geven of iets weghalen bij een kind. Natuurlijk maakt het bij het gesprek uit of een kind één jaar is of vijf. Met name peuters kunnen er volgens hem nog weleens niet zo'n zin in hebben.
"Wat je niet wil is dat een bezoek aan de huisarts of tandarts een traumatische ervaring wordt. De procedure duurt alleen maar langer als een kind in een houdgreep ligt te kronkelen." Wat ook niet helpt is te doen alsof er niks gebeurt. "Er gebeurt namelijk wel wat. Het doet iets met het vertrouwen van een kind als je vanuit het niets bijvoorbeeld een prik zet. Daarnaast blijkt dat een negatieve ervaring van een kind, gevolgen heeft voor later. Een volwassene kan door een vervelende gebeurtenis uit zijn jeugd zorg gaan mijden."
Niet alleen pijn herinneren
Om dit te voorkomen kan het helpen een bezoek aan de huisarts of tandarts te evalueren. "Dit doe ik door na de behandeling te vragen hoe het kind het heeft ervaren. Als een kind bijvoorbeeld zegt dat het veel pijn deed, zeg ik iets als: 'Dat is niet fijn, maar je hebt wel heel goed stilgezeten. Een kind herinnert zich dan niet alleen de pijn, maar ook dat hij het heel goed heeft gedaan. Zo zet je het kind in zijn kracht."
Rubriek: Asking for a friend
In deze wekelijkse rubriek Asking for a friend leggen we lezersvragen over gezondheid voor aan één van onze experts. Heb jij ook een prangende gezondheidsvraag voor een huisarts, verloskundige, diëtist, psycholoog of een andere gezondheidsexpert? Mail die dan naar weekendmagazine@rtl.nl en wie weet zie jij het antwoord hier op deze plek snel verschijnen.