Weer of geen weer, de Ierse westkust is betoverend mooi
Een roadtrip langs de Ierse westkust begint in het gezellige Galway, gaat langs de ruige kust en dwars door uitgestrekte heuvellandschappen. Tel daarbij op de mystieke eilanden en goedgemutste Ieren en je hebt een reis om niet snel te vergeten. En ja, de kans op regen is groot, maar dat mag de pret niet drukken. Schuilen doe je in de pub, naast een knisperend haardvuurtje.
Er zijn weinig plekken in Europa waar je zo warm wordt ontvangen als in Ierland. Ieren zijn altijd in voor een praatje, hebben een goed gevoel voor humor en laten in de pubs graag hun traditionele muziek horen. In Galway, door veel Ieren gezien als de gezelligste stad van het land, voel ik me dan ook meteen thuis.
Ik zit nog geen drie minuten op een terrasje in de zon als het oudere stel naast me begint te babbelen. Als ik vertel dat ik een artikel over de regio ga schrijven, kijken ze elkaar even bezorgd aan. "Dit zonnige weer is een uitzondering hoor, je moet je lezers wel vertellen dat ze hun regenjas moeten meenemen."
Het westen van Ierland staat er inderdaad om bekend veel regen te vangen, vanwege de ligging aan de Atlantische Oceaan. Maar die buien horen er gewoon bij. Een vakantie in Ierland is niet compleet zonder minstens één keer je poncho aan te trekken. De omgeving is er niet minder mooi om. Mocht het echt te gortig worden, dan doe je wat de Ieren doen: de pub in om te schuilen. Want waar je ook bent, er is altijd wel ergens een pub in de buurt.
In studentenstad Galway zijn er pubs met een rijke geschiedenis, zoals Tigh Neachtain of het eeuwenoude The King’s Head, waar je met een boek bij het knisperende haardvuurtje kunt kruipen. Beide zitten midden in het charmante centrum van de stad, waar je kleurrijke gevels ziet, smalle straatjes in kunt duiken en leuke boetiekwinkeltjes vindt. In vrijwel elke pub is ’s avonds livemuziek, zeker in de weekenden.
Galway Girl
Het is eigenlijk overal gezellig, al zitten in sommige pubs meer toeristen dan Ieren. Ik vraag daarom aan lokale muzikant Troy wat zijn lievelingsplekken zijn voor livemuziek. Zijn tips: Traditionele pub The Crane in The West End, een levendige wijk waar ook veel goede restaurantjes zitten. En even buiten het centrum, vlakbij de Salthill Promenade en langs de baai van Galway, ligt O'Connors, waar de videoclip van Ed Sheeran’s Galway Girl is opgenomen. "Een prachtige, rustieke pub met zaagsel op de vloer en heel goede livemuziek", aldus Troy.
De volgende ochtend ga ik naar Blackrock Beach, ook in de wijk Salthill, waar ik mensen op slippers en in badjas richting zee zie lopen. Het is mistig en fris, maar daar laten deze ochtendzwemmers zich niet door weerhouden. Bejaarden zetten hun badmuts op en gaan zonder enige aarzeling het trappetje af en het koude water in. De jongere generatie klimt de toren op en springt van de 10 meter hoge duikplank af. "Dit is de beste manier om de dag te beginnen", vertelt een van de zwemmers grijnzend. Dan is het afdrogen, aankleden en door naar hun werk.
Uitgestrekt heuvellandschap
Voor mij is het tijd om door te reizen, want vanuit Galway kun je de meest fantastische routes rijden. Langs de kust volg je de Wild Atlantic Way, maar je kunt ook het binnenland in. Ik ga richting Connemara, een ruige streek waar amper mensen wonen. Hier rijd je door een uitgestrekt heuvellandschap, langs meren en kabbelende beekjes.
Veel verkeer kom ik niet tegen, wel moet ik af en toe op de rem omdat een schaap de weg oversteekt. Een mooie stop is Connemara National Park. Hier zijn verschillende wandelingen uitgestippeld. Wie een beetje uitdaging wil, beklimt de Diamond Hill. Het laatste stuk is hijgen en puffen, maar vanaf de top heb je – bij helder weer - een geweldig uitzicht over de omgeving.
Even verderop ligt Kylemore Abbey, dat in de 19e eeuw werd gebouwd door een invloedrijke familie en later dienst deed als klooster en kostschool. Het gigantische kasteel en bijbehorende landgoed zijn nog altijd in handen van nonnen, die tegenwoordig in een modern gebouw ernaast wonen. Kylemore Abbey is sprookjesachtig gelegen aan een meer en als je er binnen hebt rondgekeken, vergeet dan ook zeker de Victoriaanse tuinen niet. Leuke bonus is dat je daar een kijkje kunt nemen in het voormalige huisje van de tuinmannen, die een stuk kleiner woonden dan hun steenrijke bazen.
Grote verrassing: Inishbofin
Door het schilderachtige Inagh Valley rijd ik vervolgens terug richting de kust om met de ferry naar Inishbofin te gaan. Op dit eiland, dat een oppervlakte van 14 kilometer heeft, wonen zo’n 170 mensen. Geen politie, geen bank en slechts één buurtwinkeltje. Wel zijn er in de lente- en zomermaanden een handjevol hotels en – uiteraard – pubs open. Inishbofin is de grote verrassing van mijn reis. Dit eiland is echt een cadeautje. Niemand lijkt hier stress te hebben. De natuur is prachtig en het leven is er rustig en simpel.
Als bezoeker kun je een fiets huren en het eiland verkennen. Dat kan in één middag, maar als je het eilandgevoel echt wil ervaren, is overnachten een aanrader. Het is betoverend om hier in alle stilte de zon te zien opkomen en ondergaan.
Een ontdekkingstocht over Inishbofin is niet compleet zonder een lunchpauze bij foodtruck Inishwallah, een oude dubbeldekker schoolbus, waar eigenaresse Kartika de meest smaakvolle broodjes maakt met lokale producten. De makreelsandwich met rabarbermayo is om je vingers bij af te likken.
Aan de andere kant van het eiland wandel ik over het witte zandstrand Dumhach Beach, zonder twijfel het mooiste strand van het eiland. Maar mijn eindbestemming is East End Beach, waar local David en zijn Australische vrouw Bronwyn een houten sauna op het strand hebben neergezet.
Gloeiend van warmte en geluk
Als je nog niet ontspannen was van je bezoek aan dit eiland, dan word je het hier wel. Vanuit de sauna heb je uitzicht op de zee, waar je tussendoor even in kunt rennen om af te koelen. Gloeiend van warmte en geluk wandel ik terug. In de bar van het hotel zie ik de muzikanten hun instrumenten uitpakken. Het belooft weer een gezellige avond te worden.