Nieuws

‘Voor mij hoort stotteren erbij’

·Aangepast:
‘Voor mij hoort stotteren erbij’
RTL

170.000 Nederlanders hebben er last van: stotteren. Voor de een niet zo'n probleem, voor anderen een reden om niet naar dat ene gezellige feestje te gaan of niet te solliciteren op die interessante functie waarbij je vaak voor groepen moet spreken. Op 22 oktober is het Wereldstotterdag, die dit jaar in het teken staat van stotteren bij jonge kinderen. Want door vroeg in te grijpen, kan je later veel stotterleed voorkomen. Erik Hollander (34) stottert en vertelt wat het voor hem betekent.

"In principe stotter ik altijd. Maar het komt en gaat in vlagen. Ik heb tijden dat ik nagenoeg vloeiend spreek en dan weer periodes waarin het minder gaat. Ik merk wel dat ik meer stotter als ik moe ben. Niet zo gek, want vloeiend praten vergt wel wat energie en concentratie. Het begon rond mijn tiende, vrij laat eigenlijk, en is sindsdien nooit meer weggegaan. Maar de afgelopen jaren gaat het wel een stuk beter: de intensiteit van het stotteren is afgenomen en ik heb er meer controle over."

Dat komt, zegt Erik, ook gedeeltelijk door zijn werk. Hij is advocaat en moet dus veel praten en ook voor groepen spreken. "Vroeger kon ik me er nog wel druk over maken, maar nu boeit het me niet zoveel meer. Uiteraard komt het nog wel eens voor dat ik me opgelaten voel als het gebeurt, omdat ik er gewoon van baal dat ik dat niet even snel vloeiend kon zeggen. Maar als dat gebeurt, kan ik het gelukkig vrij snel van me afzetten." 

Thumbnail

En zijn gesprekspartners? Krijgt hij wel eens stomme opmerkingen? Erik: "Mensen doen er niet vervelend over, maar aanvullen gebeurt soms wel. Zelf vind ik dat niet erg. Het kan zijn dat dat vooral een beetje gênant is voor henzelf als ze het foute woord 'raden'. Het zou kunnen dat ik er soms nadeel van ondervind zonder dat ik het doorheb, omdat mensen om die reden iets over mij denken wat niet klopt. Stotteren an sich is in feite niets meer en niets minder dan dat je niet in staat bent continue vloeiend te spreken." 

In het verleden heeft Erik wel cursussen gevolgd om beter met het stotteren om te gaan. Twee therapieën waren bepalend: 'Del Ferro' en 'Instituut De Pauw'. "De therapie van Del Ferro draait erom dat je je concentreert op je ademhaling en hetgeen je wilt zeggen. Je begint pas met praten als je 100% zeker weet dat je iets vloeiend kunt zeggen. Dat betekent dat je soms 20 seconden nodig hebt voordat je één zin kan uitspreken. Voor andere mensen is dit natuurlijk erg gek, zeker als ze niet weten dat je met de therapie bezig bent. Bovendien moet je het voortdurend blijven doen, in elk gesprek en bij elke zin. Ik heb het maandenlang gedaan en had er ook veel aan, maar uiteindelijk is het simpelweg niet vol te houden." En er schuilt nog een ander gevaar in. Erik: "Het uitgangspunt is dat iedereen van het stotteren af kan komen. Als dat dan niet of niet snel lukt, kan je al snel gaan denken dat het aan jezelf ligt."

Wat dat betreft is de methode van instituut De Pauw wat menselijker, volgens Erik. "Ook hier leer je een techniek om beter om te gaan met blokkades, maar beter toepasbaar in normale communicatie. Het doel is ook niet per se dat je er vanaf komt, meer dat je beter kunt spreken en er goed mee om leert gaan. En als het dan af en toe misgaat, is dat niet erg." En zo staat hij er zelf ook in: "Ik kan gelukkig gewoon communiceren met mensen en heb weinig last van echte blokkades. Ik ben er niet meer zo mee bezig, het hoort er gewoon bij."

Wat als jouw kind stottert?

Stotteren komt heel vaak voor bij jonge kinderen, vertelt stottertherapeut Anja van der Vlist. "Vijf op de honderd kinderen maakt wel een periode door dat ze niet vloeiend praten. Heel vaak gaat dat vanzelf over. Waarom het bij de een doorzet en bij de ander niet, weten we eigenlijk nog niet. Maar de kans op spontaan herstel is vrij groot. Toch kunnen ouders die zich zorgen maken het best snel contact zoeken met een logopedist of een stottertherapeut. Die kunnen dan adviseren of behandeling nodig is of niet." Ieder kind stottert wel eens (bijvoorbeeld uit enthousiasme, als ze graag wat willen vertellen), dus als je twijfelt, kan je ook eens in je omgeving vragen. Valt het de juf of opa en oma ook op? Van der Vlist: "Maar ouders kunnen ook gerust op hun eigen gevoel afgaan. Dat is belangrijk, want als je er vroeg bij bent, is stotteren goed te behandelen." Op stotteren.nl staat ook een screeningslijst met vragen die ouders kunnen invullen.