De politie en het Openbaar Ministerie (OM) kunnen krijgen vanaf nu veel sneller de resultaten van toxicologisch onderzoek, meldt het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Het gaat bijvoorbeeld om onderzoek naar alcohol, drugs, medicijnen of giftige stoffen in het lichaam van een verdachte of slachtoffer.
Toxicoloog Rogier van der Hulst van het NFI noemt de nieuwe methode 'een enorme sprong voorwaarts'. "We weten nu binnen één tot enkele dagen hoe een slachtoffer is bedwelmd of aan welke giftige stof iemand kan zijn overleden."
Het gaat vaak om onderzoek naar stoffen in het bloed, de haren of urine van een persoon. Als het om een overleden persoon gaat kan ook bloed uit het dijbeen en hart, glasvocht uit de ogen of leverweefsel worden gebruikt.
Ook krijgt het NFI weleens gebruiksvoorwerpen ingestuurd voor toxicologisch onderzoek, zoals een injectiespuit of glaswerk.
Het aantal stoffen waarop getest wordt was tot voor kort 300. De nieuwe methode bestaat uit twee analyses. Bij de eerste wordt gekeken naar de aanwezigheid en de concentratie van 500 stoffen. Daarna wordt in een tweede analyse gekeken naar nog eens 2000 andere stoffen, die het NFI heeft opgeslagen in een eigen bibliotheek.
Politie en het OM denken dat door deze werkwijze de kans groter wordt om misdrijven op te lossen. Het OM meldt dat snel en goed toxicologisch onderzoek helpt om 'snel beslissingen te nemen en richting te geven aan het strafrechtelijk onderzoek'.
Het NFI doet in opdracht van politie en Openbaar Ministerie zo'n 2000 toxicologische onderzoeken per jaar, in 500 gevallen gaat het om verkeersdelicten. Ook moordzaken komen voorbij.
Bekende zaken waar het NFI onderzoek bij heeft gedaan zijn de pindakaasmoord, de insulinemoorden en de zaak van natuurgenezer Klaus Ross.
