Inspecties: hulpverlening schoot ernstig tekort bij pleegmeisje (11) Vlaardingen

Het gaat daarbij om (jeugd)hulporganisaties Enver en de Willem Schrikker Stichting (WSS). Zij hebben het meisje volgens de inspectie aan haar lot overgelaten, concluderen de IGJ en de Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV). De pleegouders van het meisje worden verdacht van mishandeling.

Enver en de WSS kregen volgens de inspecties al kort na plaatsing van het meisje in het pleeggezin signalen van onveiligheid van het meisje. Het ging om signalen van fysiek geweld van de pleegvader richting het meisje, over seksueel misbruik en signalen dat het meisje mensonterend werd behandeld.

Het Openbaar Ministerie (OM) maakte eerder bekend dat het meisje dusdanig ernstig is mishandeld, dat ze naar alle waarschijnlijkheid de rest van haar leven afhankelijk zal blijven van intensieve zorg. Zelfstandig zitten, lopen of staan kan ze niet. Ook praten of op een andere manier communiceren gaat niet.

Geen passende hulp

Het meisje kreeg volgens de inspectie vanaf de plaatsing bij Daisy W. en Johnny van den B. geen passende hulp en begeleiding. Relevante informatie over het pleeggezin en over de hulp aan het meisje werd niet voldoende gedeeld tussen professionals en er werden niet genoeg acties ondernomen na signalen over onveiligheid van het meisje binnen het pleeggezin. "Het meisje vertelde dat ze werd mishandeld en werd niet geloofd." Ook de basisschool waar het pleegmeisje in Vlaardingen naartoe ging, waarschuwde dat ze thuis mogelijk werd mishandeld.

Medewerkers van de WSS en Enver hebben toen het meisje aangaf mishandeld te worden wel met elkaar en met de pleegouders gesproken, maar W. en Van den B. ontkenden, waardoor werd gedacht dat het meisje de verhalen had verzonnen. "Er is onvoldoende met haar gesproken en er is onvoldoende naar haar geluisterd."

Boos en verdrietig

De biologische moeder van het meisje laat in een reactie weten boos en verdrietig te zijn om de conclusies uit het rapport. "Boos omdat haar dochter volledig aan haar lot lijkt te zijn overgelaten. En verdrietig omdat het meisje nooit meer helemaal de oude zal worden", zegt Namens de Familie, die de moeder bijstaat, in een verklaring. "Haar leven is voor altijd zwaar getekend."

"Hoewel ze haar dochter er niet mee terug krijgt, lucht het lezen van het rapport de moeder van het meisje ook op. Het staat nu zwart op wit dat zij zich terecht grote zorgen maakte over het welzijn van haar dochters." Dochters, omdat ook het halfzusje van het pleegmeisje bij W. en Van den B. in huis verbleef.

Zorgen om handelen

'De ernstige tekortkomingen' zorgen er ook voor dat de inspecties zorgen hebben om het handelen van de hulporganisaties in het algemeen. Er is ook onvoldoende vertrouwen dat de hulpaanbieders zelf de noodzakelijke verbeteringen kunnen doorvoeren, zondat dat de inspectie er actief toezicht op houdt.

"Daarom zijn de inspecties gestart met geïntensiveerd toezicht op beide aanbieders", schrijven ze in een verklaring. Er wordt onder meer gekeken naar de veiligheid van de andere kinderen waar de hulporganisaties in kwestie verantwoordelijkheid voor dragen. 

Verschillende jeugdhulporganisaties moeten van de inspecties verbeterplannen opstellen, die door de inspecties worden beoordeeld. Ook gaan de inspecties een vervolgonderzoek doen naar het individueel handelen van meerdere medewerkers van Enver en de WSS. Dit vanwege de ernst van de tekortkomingen.

Zwaargewond

De zaak kwam aan het licht nadat het toen 10-jarige meisje in de nacht van 20 op 21 mei vorig jaar zwaargewond en niet aanspreekbaar in het ziekenhuis werd opgenomen. Later kwam naar buiten dat het meisje al eerder zelf tegen mensen zou hebben verteld dat ze thuis werd mishandeld.

Het meisje zou volgens het Openbaar Ministerie (OM) niet alleen van de trap zijn gegooid, maar ze zou ook meermaals zijn vastgebonden en in een zelfgemaakte kooi zijn geplaatst. Ook kreeg ze amper eten en drinken en had ze niet altijd toegang tot het toilet.