Iraanse president weigert interview met journalist zonder hoofddoek

De Iraanse president Ebrahim Raisi heeft op het laatste moment een interview met CNN afgezegd, nadat journalist Christiane Amanpour geen gehoor gaf aan zijn verzoek om een hoofddoek te dragen tijdens het interview.
Raisi is in New York voor de Algemene Vergadering van de VN. Hij verklaarde daar dat hij contact had opgenomen met de familie van Mahsa Amini. Amini werd op 13 september in de Iraanse hoofdstad Teheran gearresteerd door de zedenpolitie. Ze zou haar hoofddoek niet op de 'correcte manier' hebben gedragen. Enkele dagen later overleed ze.
CNN had gisteren een interview gepland staan met Raisi waar journalist Christiane Amanpour hem vragen zou stellen over onder andere de demonstraties naar aanleiding van de dood van Amini. Maar Amanpour, die zelf een Brits-Iraanse afkomst heeft, kreeg op het laatste moment een verzoek van de assistent van de president om een hoofddoek te dragen. Als reden werd genoemd dat het een religieuze maand is.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Hoewel Amanpour in het verleden hoofddoeken heeft gedragen voor interviews in andere landen, zoals Iran of Afghanistan, stelde ze gisteren op haar Twitteraccount dat ze er geen zou dragen in een land waar dit niet verplicht is.
Nooit eerder gevraagd
Bij CNN vertelde Amanpour dat ze dit verzoek nog niet eerder kreeg van voorgaande Iraanse presidenten. "We zouden het eerste exclusieve interview in New York hebben met president Raisi. Ik ben nog nooit door een Iraanse president in New York of buiten Iran gevraagd om een hoofddoek te dragen. We hebben het interview urenlang voorbereid en ze wisten precies welke onderwerpen we zouden bespreken. Ik heb op een beleefde manier geweigerd namens mezelf en CNN en vrouwelijke journalisten overal."
De afgelopen dagen zijn er in verschillende steden in Iran zoals Kermanshah en Teheran demonstraties geweest. Duizenden burgers gingen de straten op en op beelden was te zien dat ze leuzen riepen als: "Vrouwen, leven, vrijheid" en "Dood aan de dictator". Vrouwen deden ook hun hoofddoeken af en verbrandden ze.