Oekraïne geeft terrein prijs, maar 'veel te vroeg voor onderhandelen met Rusland'
Het Oekraïense leger gaf deze week strategische posities bij de stad Avdiivka prijs aan het Russische leger, maar volgens deskundigen is dit geen teken van militaire zwakte of van een Russische overmacht op het slagveld. "Het is nu echt te vroeg om na te denken over het scenario Oekraïne-verliest-de-oorlog."
Nee, dit is niet het moment voor de vraag: wat als Oekraïne de oorlog niet kan winnen? Het mag dan zo zijn dat het Oekraïense leger zich bij de oostelijke frontlinie heeft teruggetrokken bij de stad Avdiivka, volgens defensiespecialist Patrick Bolder van het Haags Centrum voor Strategische Studies (HCSS) mogen we daaruit niet afleiden dat Oekraïne de oorlog aan het verliezen zou zijn.
"Rusland probeert de inname van deze stad publicitair te exploiteren als een grote zege", zegt Bolder, "maar dit is allerminst doorslaggevend voor het verloop van de oorlog. De frontlinie is meer dan 1000 kilometer lang. Wat er nu gebeurt: de Oekraïners trekken zich op een klein stukje van die linie iets terug naar een plek waar het terrein beter geschikt is om verdedigende stellingen in te nemen. Er is geen reden om te denken dat Rusland nu over de hele linie door kan stoten."
Ook Frans Osinga, hoogleraar Krijgswetenschappen aan de Defensie Academie, is stellig: "Het is nu echt te vroeg om na te denken over het scenario Oekraïne-verliest-de-oorlog."
Dat het nu even tegenzit op het slagveld heeft volgens Osinga te maken 'met een tekort aan artillerie'. De levering van munitie door het Westen heeft vertraging opgelopen, mede doordat de Republikeinse partij in Amerika steunpakketten voor Oekraïne blokkeert. "Oekraïne moet de artillerie rantsoeneren en troepen sparen. Daarom geven ze op een georganiseerde manier wat terrein prijs. Dat betekent zeker niet dat het einde van de oorlog in zicht is."
Op dit moment zou Osinga het zelfs 'moreel, strategisch en humanitair onacceptabel' vinden als de westerse bondgenoten van Oekraïne hardop over een verliesstrategie zouden nadenken. "Dan zou je Poetin het idee geven dat zijn strategie werkt, en dat landjepik loont. Dat kun je nu niet doen. Moreel zou ik het verwerpelijk vinden. Er is in Oekraïne voor 500 miljard euro schade aangericht, er worden kinderen uit de bezette gebieden naar Rusland gedeporteerd, miljoenen mensen zijn ontheemd. Het is nu niet aan het Westen om over een deal te beginnen."
Onvoorstelbare schade aan Russisch leger
In één adem door prijst Osinga de Oekraïense verdedigingsmacht. "Zij hebben een ontzettend grote prestatie geleverd door overeind te blijven en zelfs gebied te heroveren. De schade die ze aan de Russische militaire capaciteit hebben toegebracht is onvoorstelbaar. Internationaal wordt geschat dat er 180.000 Russische militairen gedood zijn, en nog eens 200.000 man gewond zijn geraakt. Dat is de helft van de landstrijdkrachten. Daarnaast hebben de Oekraïners Russische oorlogsschepen tot zinken gebracht. En ze hebben alleen in de laatste twee weken tien vliegtuigen uit de lucht gehaald."
Bolder en Osinga verwachten allebei dat de frontlinie tot het einde van dit jaar min of meer stabiel zal blijven. Bolder: "Toen de oorlog net uitbrak had Rusland het initiatief. Maar dat zijn ze kwijtgeraakt en nu missen ze de slagkracht om door te stoten. De grote factoren die een rol spelen in het verdere verloop van de oorlog, zijn personeel en munitie. Die zijn aan beide kanten niet op optimale kracht."
Bolder wijst erop dat Europese leiders nadrukkelijk hun langdurige steun voor Oekraïne hebben uitgesproken. "Dat betekent dat als Rusland nu tegen de verwachting in toch een offensief zou beginnen, Europa daar meteen op zal reageren door het leveren van extra wapens. Europa is wat laat begonnen met het opvoeren van de wapenproductie, waardoor ze nu tekorten hebben, maar onder druk blijkt er toch steeds weer meer mogelijk."
Osinga benadrukt dat Oekraïne op dit moment ook helemaal niet bereid is over een deal te onderhandelen met Rusland. "President Zelensky houdt vast aan de lijn dat er pas een eind aan de oorlog kan komen als er aan drie cruciale voorwaarden is voldaan: alle Russische soldaten het land uit, herstelbetalingen door Rusland, en berechting van de daders. Hij heeft daarin de steun van 85 procent van de bevolking."
Aangeslagen maar niet kansloos
Nog een reden voor het voortzetten van de strijd, zegt Osinga, is het geloof van beide landen dat er 'nog een betere uitgangspositie voor onderhandelen behaald kan worden'. Tegelijk speelt het gegeven dat beide legers aangeslagen en moe zijn, maar niet uitgeput of kansloos.
Bovendien zou, in de ogen van de Oekraïense bevolking, een deal met Poetin nooit geloofwaardig zijn. "Poetin zal een deal als een strategische pauze gebruiken", denkt ook Osinga. "Maar je kunt er niet op vertrouwen dat hij niet een jaar of twee jaar later met een aangesterkt leger opnieuw aanvalt."
De enige manier om dat laatste te ondervangen is volgens Osinga een deal waarbij ook het Westen betrokken zou zijn. Dan zou er een garantie moeten komen dat westerse bondgenoten aan de strijd deelnemen bij een nieuwe aanval. Maar dat het Westen zo'n garantie zal geven, lijkt niet waarschijnlijk. Bovendien zou Rusland waarschijnlijk nooit met zo'n clausule instemmen.
Gevechtsvliegtuigen en munitie
De meeste militaire waarnemers, waaronder ook Bolder en Osinga, verwachten het komende jaar geen grote verschuivingen van de frontlinie. Dat kan eind dit jaar veranderen, want dan ontvangt Oekraïne veel leveringen van munitie en van militair materieel. De F16-gevechtsvliegtuigen die onder andere door Nederland zijn geleverd, worden dan ook inzetbaar. En Zweden denkt inmiddels na over de levering van Gripen-straaljagers.
Toch denkt Bolder dat er achter de schermen in Europa hoogstwaarschijnlijk 'allerlei scenario's' worden voorbereid. "Een van die scenario's is ongetwijfeld een deal met de huidige frontlijn als uitkomst. Maar dat boek trekken ze pas uit de kast als het niet anders kan. Dat is nog ver weg. Poetin en Zelensky geloven allebei dat hun doelstellingen haalbaar zijn. Tot die tijd zullen de soldaten doorvechten. En moeten bondgenoten steun geven om te zorgen dat de militairen aan het front de lijn kunnen houden."