Shell stapt in drijvend windpark en laadpalen op straat

Shell neemt een meerderheidsbelang genomen in een Iers project voor een drijvend windpark. Dat windpark moet op 35 kilometer buiten de kust van de stad Cork komen te liggen in een diep stuk van de Keltische Zee. Shell koopt ook meteen een grote bouwer en exploitant van laadpalen.
Het windpark wordt in de komende jaren aangelegd en moet nog dit decennium energie gaan opwekken.
Olie en gasbedrijf Shell neemt een belang van 51 procent in het park Emerald Floating Wind genaamd. Het is niet bekend hoeveel Shell heeft betaald. Shell neemt het belang over van Simply Blue Energy dat de overige aandelen behoudt. Dat Ierse bedrijf heeft zich gespecialiseerd in de aanleg van drijvende energieparken op zee.
Het grote voordeel van drijvende windparken is dat ze ook op plekken waar de zee diep is toch voor een acceptabele prijs gebouwd kunnen worden.
Beleid
Op de plek waar het park komt werd tot voor kort gas gewonnen door Shell. In eerste instantie moet het windpark 300 megawatt aan stroom opwekken. Maar dat kan worden uitgebreid naar 1 gigawatt, waarmee 800.000 huishoudens van stroom kunnen worden voorzien. Het project telt 15 tot 25 windturbines.
De investering past in het beleid van Shell om meer te investeren in schone energiebronnen zoals biogas, wind- en zonne-energie. Ook zet het bedrijf steeds meer in op waterstof.
Lantaarnpalen
Eerder deze week maakte Shell bekend dat het het Duitse laadpalenbedrijf Ubitricity overneemt. Dat bedrijf is gespecialiseerd in de bouw van laadpalen voor auto's in lantarenpalen langs de weg.
In het Verenigd Koninkrijk bezit het bedrijf al 2700 laadplekken. Ubitricity is ook actief in onder meer Duitsland en Frankrijk.
Risicovol
Kredietbeoordelaar S&P 500 heeft desalniettemin niet zo'n groot vertrouwen in de stappen die Shell zet. Net als voor alle andere grote oliebedrijven is het aandeel Shell voor de kredietbeoordelaar afgewaardeerd en op een negatieve vooruitblik gezet.
Dat betekent dat de olie en gasbedrijven tegen hogere tarieven kapitaal moeten aantrekken. S&P zegt dat de hele oliesector een 'gemiddeld hoog risico' heeft voor beleggers.
Vijandige overheid
De lage olieprijs en de energietransitie worden daarbij onder meer als reden gezien. Het kredietbureau merkt ook dat overheden in Westerse markten wat vijandiger staan tegen de klassieke olie- en gasbedrijven.
Zij willen dat de bedrijven meer schone energie opwekken om zo de CO2-uitstoot te verlagen en het klimaatklimaatakkoord van Parijs van 2015 respecteren.