Naheffing uit Brussel: het ging te goed met onze economie

Het is een terugkerend verschijnsel. De Europese commissie die aan de hand van rekenkundige exercities bekijkt of de lidstaten wel voldoende geld hebben afgedragen aan de Europese Unie.

Met die afdrachten worden de uitgaven van de Unie gefinancierd. Er wordt in eerste instantie vooruitbetaald op basis van begrotingen. Op een later moment wordt aan de hand van uiteindelijke economische prestaties van de lidstaten gekeken of er te veel of te weinig is afgedragen.

Duitsland en Spanje moeten ook lappen

Hoe beter een economie het deed, hoe hoger de afdracht. En daar gaat het voor Nederland nu 'mis'. Ons land deed het in 2024 economisch zo goed dat volgens de Brusselse rekenmeesters een naheffing op zijn plaats is van bijna 700 miljoen euro.

Nederland is niet het enige land dat moet bijbetalen. Duitsland krijgt een naheffing van ruim 900 miljoen euro en Spanje mag nog eens 650 miljoen naar Brussel overmaken. 

De Europese Unie kost geld, maar levert ook wat op. De tekst gaat door onder de video.

Frankrijk en Polen daarentegen krijgen geld terug: bijna 640 en 475 miljoen euro, een genoegen waar Nederland in 2023 zelf mee te maken had. Toen kregen we ruim een half miljard euro terug. 

Ongelegen moment 

De naheffing voor ons land over 2024 komt zeer ongelegen. Het kabinet Schoof liet in het regeerakkoord juist opnemen dat de afdrachten aan Brussel omlaag moeten. 

"Een goede woordvoeringslijn is daarom essentieel", schrijven ambtenaren aan minister Eelco Heinen van Financiën. Oftewel, richting de buitenwereld moet uitgelegd worden waarom Nederland deze naheffing krijgt. In de toelichting wordt erop gewezen dat Nederland door onze economische groei de afgelopen jaren te weinig heeft bijdragen aan de uitgaven van de Europese Unie. "Dit wordt nu rechtgezet".

Dit laat onverlet dat Nederland bij het bespreken van de nieuwe meerjarenbegroting van de Europese Unie inzet op minder afdrachten.