Waarom advocaat in dubbele moordzaak Weiteveen pleit voor hersenscan van verdachte
De advocaat van Richard K., die wordt verdacht van een dubbele moord in Weiteveen dit jaar, pleit ervoor dat zijn cliënt een hersenscan krijgt. Een eerdere hersenbloeding zou er volgens de advocaat aan hebben bijgedragen dat K. zich zo heeft gedragen. Hoe werkt dat?
Het is niet de eerste keer dat een verdachte een hersenscan krijgt, maar het gebeurt ook niet heel vaak, vertelt Gerben Meynen, hoogleraar forensische psychiatrie aan de Universiteit Utrecht. “Het gaat om zo'n tientallen zaken per jaar”, vertelt Meynen aan Editie NL. “Ter vergelijking: er zijn tienduizenden strafzaken per jaar. Het gaat dus om een heel klein deel.”
Nieuwe inzichten
Meynen doet onderzoek naar verantwoorde toepassing van neurotechnologie, zoals de hersenscan, in rechtszaken. "Het kan zinnig zijn om naast andere psychologische onderzoeken ook een hersenscan te maken", zegt hij. "Stel psychiaters vermoeden bijvoorbeeld dat een verdachte een bepaalde aandoening heeft, dan kan zo'n hersenscan bevestiging geven, juist iets uitsluiten of tot nieuwe inzichten leiden."
In Nederland is het meest bekende voorbeeld de afpersingszaak van de familie De Mol. “Een toen 71-jarige man deed een poging tot afpersen van John de Mol en bedreigde de familie. Deze man kreeg een hersenscan en mede daaruit bleek dat hij aan een vorm van dementie leed. De man werd sterk verminderd toerekeningsvatbaar geacht en kreeg een verplichte behandeling.”
Hersentumor
Maar er zijn meerdere voorbeelden van breinaandoeningen die van invloed zijn op iemands gedrag. "Een tumor in de hersenen of een herseninfarct", vertelt breinprofessor Erik Scherder aan Editie NL. "Er is een bekend voorbeeld waarbij een man pedofiele neigingen had naar zijn kinderen toe. Er is besloten - mede door andere aanleidingen - om de hersenen van deze man te onderzoeken middels een hersenscan. Daaruit bleek dat de man een hersentumor had. Deze is verwijderd, maar vervolgens ging deze man weer hetzelfde gedrag vertonen. Wat bleek: de tumor was weer terug."
Gevangenis
Echter, een aandoening in je brein betekent niet dat iemand crimineel gedrag vertoont, benadrukt Scherder. "Het is uiteindelijk een combinatie factoren die bepaalt hoe iemands zich gedraagt. We doen veel onderzoek in gevangenissen en kijken wat de invloed is van de gevangenis op de hersenen van de gedetineerden."
Uit veel van die studies blijkt dat de hersenen van gedetineerden er anders uit zien. "In veel gevallen heeft dat te maken met het verleden van deze mensen. Ze zijn op jonge leeftijd beschadigd geraakt en daar hebben ook de netwerken in hun brein onder te leiden. Dit kán leiden tot ander gedrag - denk bijvoorbeeld aan minder empathie of een verminderde controle. Maar dat maakt iemand uiteraard niet meteen een misdadiger. Iemands omgeving, vrienden etc. zijn immers ook van invloed."
Voorgeschiedenis
"Het moet niet zo zijn dat iemand een delict pleegt en dat die persoon meteen aan een hersenonderzoek wordt onderworpen", gaat Scherder verder. "En stel er is schade in het brein door alcohol, dan moet het niet zo zijn dat alcohol de schuldige is. Je wil niet dat het brein de schuld krijgt van iemands gedrag. Het is daarom belangrijk om altijd naar de voorgeschiedenis van de verdachte te kijken en op basis daarvan te bepalen of een hersenscan nodig is."
Hoogleraar Meynen sluit zich daarbij aan. "Het is belangrijk om te weten dat een afwijking in het brein niet automatisch betekent dat die ook invloed heeft op iemands gedrag. En een afwijking betekent ook niet automatisch dat een verdachte een lagere straf krijgt. Dat is altijd aan de rechter."