Kankerpatiënten zonderen zich af tijdens de feestdagen: 'Draait vaak om eten en dat is lastig'

De kerstdagen staan voor velen van ons gelijk aan gezellig samenzijn met familie en lekker eten. Maar voor veel kankerpatiënten is deze tijd van het jaar juist beladen, omdat voeding een enorme uitdaging kan zijn. Het Nationaal Fonds Tegen Kanker (NFTK) heeft daarom een campagne gelanceerd die zich richt op de problemen rondom voeding voor mensen die kanker hebben of hadden.
Een kerstdiner met de familie, een brunch met vrienden of een ontbijt met de buurt. Door de ziekte zelf of de behandelingen kunnen kankerpatiënten last hebben van een verminderde eetlust, misselijkheid of problemen met slikken, vertelt Shanna Hillebrand van het NFTK. Het gevolg is vaak dat ze zich afzijdig houden van etentjes en familiebijeenkomsten, wat het sociaal isolement versterkt. "Kerst draait toch vaak om eten, en dat is voor mensen die ziek zijn een grote drempel."
Marijke Andringa, die zelf slokdarmkanker heeft gehad, deelt haar persoonlijke ervaring met de moeilijkheden van het eten tijdens de feestdagen. "Mijn slokdarm is weggehaald, en in plaats daarvan gebruiken ze een stukje van mijn maag om een nieuwe buis te maken. Daardoor is mijn maag heel klein en beweegt hij niet goed. Ik word snel misselijk, en samen eten met mensen is voor mij niet zo vanzelfsprekend", vertelt ze tegen Editie NL.
Geen aardappelen maar snoep
Andringa geeft aan dat ze nu extreem kleine porties eet, maar dat het elke keer weer een uitdaging is. Daarnaast kan ze bepaalde voedingsmiddelen helemaal niet verdragen, zoals aardappelen, rijst of brood. "In de laatste fase at ik eigenlijk alleen maar snoep, omdat dat tenminste nog energie gaf."
Het idee van de feestdagen, waar maaltijden vaak een belangrijk sociaal element zijn, kan dan een bron van stress zijn voor mensen zoals Andringa. "Je kijkt vaak naar anderen die wél kunnen eten. Soms kies ik ervoor om niet mee te doen, omdat het gepaard gaat met eten."
Dit jaar heeft Andringa besloten kerst juist niet te vermijden. "Ik ga naar familie, maar we hebben afgesproken dat we om twee uur 's middags beginnen. We laten een cateraar komen zodat niet iedereen de hele tijd bezig is met het eten. Dan blijft er meer tijd over voor spelletjes of om te kletsen."
Andringa is niet de enige die worstelt met het idee van het samen eten tijdens de feestdagen. Herma ten Have, oncologie-diëtiste, merkt op dat de drempel om samen te eten vaak te hoog wordt voor kankerpatiënten, wat leidt tot sociaal isolement. "Er zijn mensen die zeggen dat ze helemaal niet meer samen eten. Dat maakt de feestdagen wel heel ongezellig", vertelt ze.
Begrip tijdens de feestdagen
De keuze om niet mee te doen aan sociale activiteiten of gezamenlijke maaltijden komt vaak voort uit een combinatie van fysieke klachten zoals misselijkheid en de behoefte om niet altijd vragen te beantwoorden over de eetproblemen. "Dat is soms makkelijker dan geheimzinnig te doen."
Herma pleit voor meer begrip en erkenning van de eetproblemen die gepaard gaan met kanker. "Het is belangrijk dat mensen begrijpen dat dit een serieus probleem is en dat het niet zomaar iets is om overheen te praten", vertelt ze. "We moeten openlijk vragen wat iemand wel kan eten, of hoeveel ze willen eten, en de druk om te eten weghalen. Het gaat om het gezelschap en niet per se om de hoeveelheid eten."
Bij kankerpatiënten kunnen ook bepaalde geuren of smaken problematisch zijn, en dit kan de eetlust verder verminderen. "Sommige mensen kunnen geen warme maaltijden verdragen omdat de geur hen tegenstaat. In dat geval kunnen koude gerechten soms een oplossing zijn", zegt Herma. "Het belangrijkste is altijd overleg met de persoon in kwestie, wat zou je willen eten? Erkenning van de situatie en begrip tonen kan echt bijdragen aan het sociale proces."
Shanna Hillebrand van het NFTK benadrukt dat het belangrijk is om vooral geen druk uit te oefenen. "Het gaat om het gezelschap, en niet om het eten. En als er geen ruimte is voor begrip en praktische oplossingen, kan dat uiteindelijk leiden tot ondervoeding, wat de gezondheid van de patiënt verder in gevaar kan brengen."