Indringend gesprek met vader van Anne Faber: 'Het allerergste wat me kón gebeuren, is gebeurd'

"Het enige wat ik echt wil is dat ze er weer is. Dat ze naast me zit op de bank en haar voeten op mijn schoot legt." Verslaggever Jaap van Deurzen sprak met Wim Faber, de vader van Anne, die werd verkracht en vermoord door Michael P. 'Als ik hem vraag of Michael P. dood moet, valt er een lange stilte....'
'Ik voel me totaal onmachtig, heb constant een stekende pijn in mijn hart en ik ben zó ontzettend kwaad. Het allerergste wat me kón gebeuren, is gebeurd. Anne was het meest waardevolle en kwetsbare in mijn leven, naast het bestaan van mijn zoon. Ik word verscheurd door de gedachte dat ik helemaal geen zin meer heb om verder te leven en dat ik toch verder moet, omdat ik dat verschuldigd ben aan de mensen van wie ik hou en die van mij houden. Het is niet te doen. Anne was zo geweldig.'
Deze wanhoopskreet schrijft Wim Faber in het nawoord van het zojuist verschenen boek: 'Anne Een kroniek van een zoektocht.'
Wim Faber is de vader van Anne Faber, de 25-jarige Utrechtse die op 29 september 2017 gruwelijk wordt verkracht en vermoord door Michael P..

Brandweerkazerne Zeist
Ik zit in de brandweerkazerne in Zeist tegenover Wim en zijn broer Hans, de schrijver van het boek. Het is de plek die de politie destijds heeft ingericht als 'hoofdkantoor' voor familie en vrienden.
Hier werd de zenuwslopende zoektocht naar Anne gecoördineerd door de groep fanatieke volhouders. Anne moest en zou gevonden worden.

Hoe begin je in vredesnaam een gesprek met iemand die het ergste in zijn leven heeft meegemaakt: een kind op een gruwelijke manier verliezen? Elke vraag die ik verzin komt bijna ranzig over. Praten over je kind is zoiets intiems. "Wim heeft er baat bij om te praten", zegt zijn broer Hans Faber voordat het gesprek begint.
Eerbetoon aan Anne
Ik begin voorzichtig met een clichévraag: waarom moest dit boek er komen?
De broers zeggen het te hebben geschreven als eerbetoon aan Anne. "Het is geen biografie, maar in het boek lees je wel wie zij was. Je krijgt een goed beeld van Anne. Sophie, een van haar vriendinnen zei: 'Anne verdient een boek!' En daar was ik het volledig mee eens. Ik hoop dat dit boek een monument voor haar wordt. Maar ook voor al die mensen die zich zo intens voor haar hebben ingezet. Het laat zien wat er met een familie gebeurt als zoiets je overkomt", zegt Hans Faber.
"Het boek is ook een waarschuwing hoor, in de zin van: leer nou van je fouten", vult Wim Faber zijn broer aan. Wat hem betreft moet er een brede discussie op gang komen over de lengte van de straffen die in ons land worden opgelegd aan moordenaars zoals Michael P. en zal daar in gesprek steeds op terug komen: "Weet je, Anne is gemarteld, verkracht en daarna gruwelijk vermoord. Michael P. heeft 28 jaar cel en tbs gekregen."

Wim Faber: "We hebben het dan over een effectieve gevangenisstraf van 19 jaar. Dat staat toch niet in verhouding tot wat hij heeft gedaan? Bij het bepalen van zo'n straf wordt totaal geen rekening gehouden met het slachtoffer. Dat is onmenselijk."
"Die tbs is ook geen garantie dat hij niet vrijkomt. Bovendien start er dan een behandeling! En ik vraag me ernstig af of het wel zin heeft om van P. nog iets menselijks te maken", zegt Wim Faber en zijn helblauwe ogen lichten fel op.
Hij zegt alleen al gek te worden bij de gedachte dat Michael P. ooit weer vrij op straat loopt. Nog steeds spoken de denkbeelden van schrijver Gerrit Krol door zijn hoofd, die in 1990 schreef: "De beste straf voor een moordenaar van onschuldige mensen is de straf die hij zichzelf oplegt door na zijn daad zelfmoord te plegen. En wie daarvoor wegloopt verdient nochtans dezelfde dood."

Wim Faber zegt geen voorstander van de doodstraf te zijn, maar niets menselijks is hem vreemd. Hij zegt zich absoluut niet te kunnen vinden in de argumenten van organisaties als Amnesty International tégen de doodstraf. Als ik hem vraag of Michael P. dan dood moet, valt er een lange stilte. "Daar moet ik nog verder over nadenken", zegt hij zacht, bijna verontschuldigend.
De verdwijning
"Nee!", riepen we bij ons thuis als we in september 2017 voor het eerst de foto van Annes olijke, vrolijke gezicht zien. "Wat een leuke meid, wat een lieve lach!" En dan weten we nog niets van haar. Binnen de kortste keren wordt haar naam de meest gebruikte zoekterm op Google. Wie is toch die leuke jonge vrouw met die lieve, levenslustige ogen, met die passie voor kunst en cultuur, die graag directeur wilde worden van het Rijksmuseum?

In chronologische volgorde beschrijft Hans Faber de krankzinnige mallemolen waar de familie en vrienden in terechtkomen op 29 september 2017. Het is de dag dat Anne Faber na een flinke fietstocht spoorloos verdwijnt en niets meer van zich laat horen. Een wanhopige zoektocht komt op gang. Vrienden en familie pakken dat bijna professioneel aan. Ze krijgen complimenten van het rechercheteam, dat van lieverlee ook aan een grootschalig onderzoek begint.
De jas
Op dinsdag 3 oktober komt de eerste doorbraak. Een van de zoekteams krijgt een nieuw gebied toegewezen. 'Hier gaan we nooit iets vinden', flapt deelnemer Jard er na een goed half uur lopen uit, zo is in het boek te lezen.

Het vervolg leest als een regelrechte thriller: 'Plotseling bleef hij staan. Verderop, een meter of vijf van hem vandaan, lag iets groens schuin achter een boom. Een stuk zeil, dacht hij.
Eef, kijk, daar... Ze keek in de richting van de boom. De zoekteams hadden duidelijke instructies gekregen op de paden te blijven en niets aan te raken als ze iets vonden. Nog steeds konden ze niet goed zien wat het was.
Het zou een jas kunnen zijn, zei Eveline. Volgens mij zie ik een merkteken. North Face, denk ik...
Iets verderop, nauwelijks zichtbaar en bedekt met bladeren, lag iets zwarts. Het was een Adidasshirt.'
De jas en het shirt blijken van Anne te zijn. De spullen worden naar het Nederlands Forensisch Instituut gestuurd om te worden onderzocht op DNA-sporen.
Dit is heel slecht nieuws. Anne zou nooit vrijwillig haar nieuwe, dure jas hebben uitgetrokken. Het regende pijpenstelen die bewuste vrijdagavond. Dan pas beseft Elze, de moeder van Anne, dat haar dochter iets vreselijks is overkomen. Voor het eerst barst ze in tranen uit.
Zoektocht
De zoektocht wordt opgeschaald. De fiets en de rugzak van Anne worden gevonden. Familierechercheur Monique Govers belt met Annes moeder en zegt: 'Anne is niet gevonden in de vijver. Ze gaan nog door met het filteren van het slib. Misschien vinden we haar sieraden of andere spullen. Dat kan nog wel even duren. Oké, zegt Elze, dan gaan we verder zoeken.'
Ze realiseert zich hoe surrealistisch die conversatie is geweest. Haar dochter is niet gevonden, is de boodschap. Het voelt alsof ze met een collega over iemand anders heeft gesproken. 'Mijn god', zegt ze. 'Ik ben een machine geworden, ik kan niet meer voelen.'
"We hebben een match!"
Op zondag 8 oktober 2017 komt het Nederlands Forensisch Instituut met het bericht dat er een DNA-match van de mogelijke dader is.
Van vermissing tot vondst lichaam:
Faber beschrijft in het boek: 'Een team van onderzoekers van het NFI had vrijwel non-stop aan het onderzoek gewerkt. De politie had allerlei spullen uit het bos, waaronder de jas, naar het NFI gebracht voor DNA-onderzoek. Er was haast bij, Anne kon nog in leven zijn. In het laboratorium zagen de onderzoekers dat de mouwen van de jas binnenstebuiten waren gekeerd. Alsof hij van achteren van haar lijf was getrokken.
De buitenkanten van de mouwen werden bemonsterd. Stukje voor stukje werkten de onderzoekers de hele oppervlakte af. Aan de buitenkant van de linkermouw, ter hoogte van de bovenarm, ontdekten ze celmateriaal. Waarschijnlijk huidcellen. Terwijl andere mogelijke sporen door de regen waren weggespoeld, was juist bij het stuk omgeslagen textiel DNA-materiaal ontdekt.
Even later ook op de rechtermouw. Op basis van een 'aanraakspoor' of 'greepspoor', waarbij meer kracht wordt gebruikt, tot een DNA-match komen was niet eenvoudig. Bij een spoor op basis van bloed, sperma of speeksel is het veel gemakkelijker. Op zondagochtend was het profiel klaar. De NFI-experts hadden een geweldige klus geklaard.'
Dubbele verkrachting
Het DNA behoort aan een 27-jarige man die op de forensisch psychiatrische afdeling Roosenburg van de instelling Aventurijn in Den Dolder verblijft. Dat terrein grenst aan de fietsroute die Anne hoogstwaarschijnlijk heeft afgelegd. De man zit daar vast na een veroordeling voor een dubbele verkrachting. Michael P. is zijn naam.
De arrestatie van Michael P.:
Hij is eerder veroordeeld. In 2010 heeft hij in Nijkerk op Koninginnedag twee minderjarige meisjes op grove wijze verkracht. Hij kreeg daarvoor zestien jaar cel. In hoger beroep werd de straf teruggedraaid naar elf jaar, terwijl Michael P. verklaarde trots te zijn op de verkrachtingen. "Een droom was uitgekomen", zou hij hebben gezegd over de verkrachting.
Woede
Het is een gegeven waar Wim Faber volledig van over zijn toeren kan raken. Hij bijt zich vast in P.'s strafdossier en komt erachter dat gedragsdeskundigen van de Reclassering, drie maanden voor het vonnis, ernstig voor hem hebben gewaarschuwd: Michael P. is een levensgevaarlijke man die zo maar weer de fout in kon gaan.
Maar Rinus Otte, destijds de voorzitter van het hof in Arnhem, deed niks met de bevindingen van de Reclassering en verlaagde de straf voor P. van zestien naar elf jaar.
Wim Faber zegt fel en bijna wanhopig: "Otte schreef eerder dat hij niet geloofde in tbs en al helemaal geen waarde hechtte aan het oordeel van gedragsdeskundigen. Hij was echt bevooroordeeld. Ik houd hem medeverantwoordelijk voor de dood van Anne. Als Michael P. destijds wel tbs had gekregen, zou ze nog hebben geleefd. Rinus Otte heeft nu een hoge post bij het Openbaar Ministerie, direct onder de minister. Het is te walgelijk voor woorden. Ik vind nog steeds dat hij per direct moet opstappen."
De arrestatie
Met veel geweld is Michael P. op zondag 8 oktober gearresteerd. Over die hardhandige aanpak is nagedacht. Hij moet als het ware overdonderd worden en dan worden geconfronteerd met de vraag wat hij met Anne heeft uitgespookt. Vaak slaan zogenoemde 'harde jongens' dan gelijk door. Maar in dit geval gebeurt het niet. Michael P. houdt zijn kiezen stijf op elkaar. Net als in de vorige zaak toen hij op elke vraag antwoordde: "Ik heb op dit moment niks te verklaren."

De absolute doorbraak in het onderzoek wordt geleverd door een jonge agent. Hij kent Michael P. uit de tijd dat ze allebei in Zeewolde woonden. Er wordt afgesproken dat hij P. zal benaderen. Met een microfoon verborgen onder zijn kleding loopt de arrestantenbewaker de cel van P. binnen. De specialisten van de eenheid Werken Onder Dekmantel luisteren gespannen mee en horen deze merkwaardige conversatie:
"Hé pik, je kan niet langer wachten, je moet zeggen waar zij ligt ouwe, dat moet van jou komen. Uit je hart. Weet je, ik ga zo meteen hier weg, laat het uit je hart komen. Zeg: ik heb spijt, zeker dat je gaat janken."
Michael P. vertelt hem dat hij van zijn advocaat de opdracht heeft gekregen om zijn mond te houden. 'Ik begrijp dat hij dat zegt, dat zeggen advocaten in eerste instantie altijd, weet je wel, maar daar kom je mee weg als er geen bewijzen zijn. Ze hebben nu veel dingen tegen jou, zelfs je moeders auto is in beslag genomen jongen. Je moeder is d'r auto kwijt ouwe, ik weet niet of je in je moeders auto hebt gereden toen het gebeurd was. Die auto hebben ze in beslag genomen om alle sporen te onderzoeken, ze gaan fucking ver. Ze gaan steeds meer dingen erbij pakken……'
Michael P. raakt door de agent overtuigd dat hij misschien strafvermindering kan krijgen als hij de locatie opgeeft waar Anne ligt begraven. Die plek is het Nulderpad in Zeewolde. Later zegt een politieman dat ze het graf nooit zouden hebben gevonden als P. niet had verteld waar ze moesten zoeken. Na dertien slopende dagen wordt haar zwaar mishandelde lichaam teruggevonden in het ruige natuurgebied Stille Kern bij Zeewolde.
Bevestiging
Ik sta die middag als verslaggever bij de persconferentie die in het stadhuis in Zeewolde wordt gehouden. Daar wordt de vondst van Annes lichaam officieel bevestigd.
Hans Faber legt voor de camera's een korte verklaring af: "Het zwartste scenario is helaas uitgekomen: onze geliefde Anne is niet meer. De familie heeft dertien dagen in slopende onzekerheid verkeerd. Die periode is nu ten einde."
Persconferentie na vondst Anne Faber:
Ik krijg een brok in mijn keel en denk aan de ouders van Anne.
De identificatie
"Als er een hel op aarde bestond, dan bevond die zich in de nacht van zondag 15 oktober in het mortuarium in Amersfoort", schrijft Hans Faber in het boek. Iets voor elf uur op zaterdagavond belde familierechercheur Janny Vermeer naar Wim en Elze. 'Als jullie afscheid van Anne willen nemen dan kan dat.'
Wim Faber wil alles weten, heeft hij zich voorgenomen, hoe gruwelijk de details ook zijn. "Wat voor vader zou ik zijn als ik zou wegkijken?", zegt hij. "Als ik het te vreselijk zou vinden om te horen of te zien wat er was gebeurd, dan zou het net zijn alsof ik aan mezelf dacht en niet aan haar." Hij wilde Anne zien.

Volgens experts is het belangrijkste om nabestaanden zelf te laten bepalen of en hoe ze afscheid van een dierbare willen nemen. Zeggen dat het beter is om niet te kijken omdat iemand niet meer toonbaar is, werkt niet.
Dat kan er juist voor zorgen dat nabestaanden de meest vreselijke gedachten krijgen over wat dan 'niet toonbaar' is. Zeggen dat het beter is om wel te kijken en zo de realiteit onder ogen te zien, werkt ook niet. Voor sommige mensen is het juist beter geen fysiek afscheid te nemen, als zij een mooi beeld van hun dierbare als laatste herinnering willen koesteren.
Anne is onherkenbaar
Er is een stappenplan bedacht, een medewerker zal eerst beginnen met het tonen van foto's van delen van het lichaam van Anne. Iedereen kan zelf bepalen tot hoever hij of zij wil gaan. Het lichaam ziet er niet goed uit.
'Dit is haar duim.' Foto voor foto laat de medewerker iets meer van Anne zien, staat in het boek: 'Na een paar minuten zegt Wim: Ik wil haar zien. Ik ook, zegt Elze.
Daar ligt Anne, in haar zwarte stippenjurkje. Elze heeft zich voorgenomen om lieve woorden tegen haar te zeggen, maar als ze haar dochter ziet, kan ze niets meer uitbrengen. Anne is onherkenbaar. Is dit mijn dochter, denkt Elze.'

'Ze houdt zich vast aan Wim. Anne heeft geen haar meer. Bovenop haar hoofd zit een wond. In gedachten fluistert Elze: We zijn bij je, nu ben je veilig.'
'Als ze de kamer hebben verlaten en weer bij de anderen zijn, bedenkt Wim zich. Hij gaat nog een keer terug om zijn dochter een laatste keer goed te bekijken. Hij ziet de contouren van verwondingen en bloeduitstortingen. Het zijn er veel.'
Uitvaart
Op vrijdag 20 oktober 2017 is de uitvaart van Anne. De dienst wordt gehouden in de Stevenskerk in Nijmegen. Zanger Herman van Veen en zijn vaste gitariste spelen een ingetogen versie van het liedje 'Anne' dat Van Veen ooit voor zijn eigen dochter schreef.
Wim en Elze rouwen ieder op hun eigen manier om Anne. Wim bijt zich in alles vast. Hij gaat naar de plekken waar Michael P. Anne in de eerste instantie begroef bij de vliegbasis in Soest. Later bezoekt hij ook de plek in Zeewolde.

Michael P. had chloor gebruikt om alle sporen uit te wissen. Annes kledingstukken had hij in de vuilcontainer van de kliniek gegooid, ze werden nooit teruggevonden.Wim probeert zich haar lijden voor te stellen. "Ik vond het zo erg dat Anne dit allemaal alleen heeft moeten doorstaan. Ik wilde iets van die last wegnemen, dichter bij haar komen op de plekken waar ze was, maar dat is absoluut onmogelijk besef ik nu."
Het blijft malen in Wims hoofd en een tijdje zoekt hij verdoving in drank en slaappillen. Hij zuigt alle informatie in zich op die hij kan vinden. Hij leest het forensisch rapport en weet hoe Anne aan haar eind is gekomen, maar hij vindt de details te gruwelijk om er over te praten. "Zelfs Wim en ik kunnen er met elkaar niet over praten, het is te gruwelijk", zegt Hans Faber.
"Michael P. is echt een gestoorde gek!" zegt Hans. "Maar hij is wel heel berekenend. Het is hem zogenaamd allemaal overkomen. Hij kon er niks aan doen."

En dan stel ik Wim zo'n vraag die eigenlijk niet gesteld mag worden: "Zijn er dan verzachtende omstandigheden? Misschien is Michael P. inderdaad wel knettergek en kon hij er ook niks aan doen?" Wim kijkt me heel even aan alsof hij aan mijn verstandelijke vermogens twijfelt, en zegt dan: "Jeetje wat een goeie vraag. Weet je wat het antwoord is? Daarom ben ik nou zo boos op al die zogenaamde forensische behandelaars, die wisten dat hij hartstikke gestoord was. In Vught, in Den Dolder, overal. En die hebben hem vervolgens gewoon zijn gang laten gaan. Het is te walgelijk voor woorden!"
Ik vertel hem dat ik als verslaggever de zaak Breivik heb verslagen en in een eerder stadium ook de moord op Marianne Vaatstra. Sommige ouders konden zich wel voorstellen om met Breivik te praten. Ook de vader van Marianne Vaatstra had die wens.
Wim Faber: "Ik heb absoluut geen enkele behoefte om Michael P. te spreken. Voor een gesprek heb je een mens nodig. En dat wat hij heeft gedaan is zo totaal onmenselijk dat ik me geen gesprek voor kan stellen."

In zijn nawoord van het boek schrijft Wim Faber:
'Mijn lieve, mooie dochter is voorgoed uit mijn leven verdwenen. Het leven dat voor mij ligt is ontdaan van elke lichtheid, sprankeling en wil om oud te worden. Ik zal haar nooit meer binnen zien stuiven met haar oogverblindende lach, haar bruiloft meemaken, haar kinderen groot zien worden. Het enige wat ik echt wil is dat ze er weer is en naast me op de bank zit en haar voeten op mijn schoot legt.'