Dit zijn de kinderporno-rechercheurs die slachtoffers en daders opsporen
"Respect, ik zou het niet kunnen doen." Dat krijgen Coen (40) en Lesley (37) elke keer te horen als ze over hun werk vertellen. Als ze beelden van kindermisbruik tegenkomen op internet, sporen zij de slachtoffertjes op om hen uit deze vreselijke situaties te redden.
Sporten: dat is voor Coen de uitlaatklep. "Het is voor mij dé manier om mijn kop leeg te maken", vertelt hij. Al achttien jaar werkt hij bij de politie, en sinds zes jaar houdt hij zich bezig met het identificeren van slachtoffers van kinderporno en het opsporen van de daders. Dat doet hij onder anderen met Lesley, die net als hij al zes jaar rechercheur is bij het Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme (TBKK) van de politie.
Het 40-koppige TBKK van de Landelijke Eenheid zit in Zoetermeer en pakt de grotere zaken op. Van daaruit werken de rechercheurs samen met technisch specialisten, gedragspsychologen en criminologen om kinderen uit misbruiksituaties te redden en verdachten van het misbruik op te sporen. "Al red je maar één kind in je hele carrière, dan nog heb je belangrijk werk verricht", zegt Lesley. Vorig jaar heeft de politie 180 Nederlandse kinderen geïdentificeerd en uit misbruiksituaties gehaald.
Blauw hart
Zowel Coen als Lesley had nooit gedacht dat ze voor hun werk kinderporno zouden kijken. Beiden begonnen begin deze eeuw als agent op straat: ze hebben een 'blauw hart' en houden van de saamhorigheid die bij het politiewerk hoort. Maar na jaren mensen op straat veilig houden, halen ze hun voldoening nu uit het beschermen van de meest kwetsbare groep van onze samenleving: kinderen.
"Sommige mensen denken dat we de hele werkdag naar kinderporno kijken", zegt Coen. "Maar dat is echt niet zo. Er komt veel meer bij kijken. We overleggen veel, bedenken tactieken en technieken om mensen op te sporen en moeten soms veel afstemmen met internationale partners." Daarvoor werkt TBKK samen met Europol en andere internationale opsporingsdiensten, om zo ook kindermisbruikers in andere landen op te sporen en op te pakken.
Rechercheurmodus
Coen en Lesley bekijken de beelden die door kindermisbruikers worden gedeeld. Veel foto's en video's herkennen ze direct: het is bekend materiaal. Maar zodra ze nieuwe of onbekende beelden tegenkomen, schieten ze in hun rechercheursmodus: ze houden professioneel afstand en gaan de beelden uitgebreid analyseren. "We kijken niet alleen naar het misbruik", legt Coen uit. Hij zoekt naar aanwijzingen: een Nederlandse krant of televisiekanaal, een kamer van een Nederlands hotel, of misschien praat het kindje wel Nederlands. "Je probeert je gedachten en gevoel zo goed mogelijk uit te schakelen. Dat klinkt misschien raar, maar op deze manier kunnen wij ons werk doen."
Lesley bekijkt de beelden vaak eerst zonder geluid en op een klein scherm. Op die manier kan ze zich voorbereiden op wat ze te zien krijgt. Als ze een kind op de beelden ziet huilen, dan weet ze: ik ga straks gehuil horen. Op die manier probeert ze de impact van de beelden te beperken. Daarna wordt het geluid ingeschakeld en worden de beelden op groot scherm getoond, om aanwijzingen te vinden. "Tussen die beelden kwam ik eens een onthoofdingsvideo tegen", vertelt ze. "Daar schrok ik toen van, juist omdat ik dat niet had verwacht."
Ook mogen de mensen van TBKK zelf hun dag indelen. Als het even te veel wordt, nemen ze pauze. "Je kunt bijvoorbeeld gewoon zeggen dat het een keer niet lukt omdat je slecht hebt geslapen", vertelt Coen. "En gedurende de dag praten we gewoon over andere dingen." Ook worden ze goed begeleid door een psycholoog, die hun geestelijke gezondheid nauwlettend in de gaten houdt.
Toen Coen een keer een slachtoffer zag met hetzelfde shirtje als zijn dochter, brak hij even. "Dat was voor mij een heftige trigger", vertelt hij. Vele honderden video's is hij vergeten, maar dit beeld kan hij zich nog goed herinneren. Lesley vult aan: "Wij zijn ook maar gewoon mensen. Soms spookt er thuis nog een filmpje door mijn hoofd en dan denk ik: shit, ik ben nog steeds bezig met mijn werk. Maar dat is oké, het mag je soms ook gewoon raken."
Professionele boosheid
Coen en Lesley vertellen op feestjes gewoon over hun werk. De standaardreactie is dan: respect, ik zou het niet kunnen. "Daar heb ik wel begrip voor", legt Coen uit. Hij heeft, samen met zijn collega's, een 'professioneel harnas' ontwikkeld om met de beelden om te gaan. "Maar het raakt mij nog steeds. Als dit werk je niet meer raakt, dan moet je ermee stoppen. Dat het mij raakt, is juist mijn drijfveer. Het maakt me elke keer boos als ik het zie, en dan wil ik de slachtoffers redden en die misbruikers oppakken. Je hebt een soort professionele boosheid nodig om dit werk te kunnen doen."
Soms wordt aan Lesley gevraagd: voelt het niet als water naar de zee dragen? Nee, zegt ze. "Zo heb ik er nooit over nagedacht. Elke druppel telt. Tuurlijk weet ik dat ik niet alle kinderen kan identificeren en dat er veel meer misbruik plaatsvindt dan je ooit in je leven kunt oplossen. Maar elk slachtoffer dat je uit een misbruiksituatie haalt, is er één dat je een beter leven geeft. Bovendien voorkom je er mogelijk nieuwe slachtoffers mee. En het geeft zo'n kick als het lukt om binnen een paar uur een slachtoffer te identificeren op basis van een sportshirtje."
Soms vindt Coen het lastig om het over zijn werk te hebben. "Sommige mensen hebben een heel duidelijke mening over wat met misbruikers van kinderen moet gebeuren. Maar dan leg ik uit dat pedofielen niet altijd kinderen misbruiken, en soms alleen maar die gevoelens hebben. Vanuit mijn ervaring weet ik dat kindermisbruikers in het algemeen sociaal zwakkere personen zijn die moeite hebben om mee te komen in de maatschappij. Daarmee praat ik het zeker niet goed, maar kijk ik er wel met andere ogen naar dan de gemiddelde burger."
Dichterbij dan je denkt
Bij kinderporno denken mensen vaak aan beelden van baby's die worden misbruikt. Maar het is veel breder, leggen de rechercheurs uit. "Een meisje dat naakt op het strand speelt en wordt gefotografeerd door een vreemde man, kan net zo goed kinderporno zijn", legt Coen uit. Of een meisje dat zich voor de webcam uitkleedt, als geintje of omdat ze wordt overgehaald door een oudere man. "Mensen willen niets met kinderporno te maken hebben, en dat is heel begrijpelijk, maar soms is het veel dichterbij dan ze durven te denken."
Het misbruik dat plaatsvindt wordt voor zo'n 80 procent gepleegd door mensen uit de directe omgeving, zegt Lesley. "Dat zijn familieleden, vrienden en bijvoorbeeld buren." Ze vindt het belangrijk dat mensen niet denken dat alleen enge mannen in bosjes kinderen misbruiken, maar dat het juist dichtbij gebeurt. En dat de kinderen op het moment zelf vaak niet weten dat ze worden misbruikt, als de dader het kind ervan overtuigt dat het normaal is wat er gebeurt.
De daders zijn vrijwel altijd mannen, vertellen de rechercheurs. Vrouwelijke misbruikers zien we weinig, en als we ze tegenkomen is dat vaak onder druk van een man. Ook komen vaak dezelfde beroepsgroepen bij daders terug: mensen die met kinderen werken, zoals leraren, trainers en oppassers. Coen: "Misbruikers zoeken hun doelgroep op, dat is al jaren zo. Waarmee natuurlijk niet is gezegd dat iedereen die met kinderen werkt, kinderen misbruikt. Dat is absoluut niet het geval."
Liever overbezorgd dan onwetend
Coen vindt het belangrijk dat er altijd 'een gepaste afstand' is tussen een kind en volwassene. "Je hoeft daar niet spastisch over te zijn, maar wees je er wel bewust van. Daders zoeken toenadering tot kinderen en ze weten waar ze moeten zijn. Ze zijn vaak ook heel goed met kinderen. En dan ben ik liever overbezorgd dan onwetend over dit soort situaties."
Maar je kunt niet alles voorkomen, benadrukt Lesley. "Elke vertrouwensrelatie die je kind heeft met een volwassene, maakt het kind kwetsbaar. Wees je bewust dat het misbruik vaak in die vertrouwensrelaties plaatsvindt, en dat de mannen die misbruik plegen vaak een heel goed verhaal hebben. Dat maakt het ook zo heftig. Het kind wordt niet alleen seksueel misbruikt, maar dit misbruik wordt gepleegd door iemand die het vertrouwen heeft van dit kind. Iets wat voor veel slachtoffers als extra belastend wordt ervaren."
Sommige collega's verklaren Coen en Lesley weleens voor gek, omdat ze dit werk doen terwijl ze zelf kinderen hebben. Ze begrijpen niet dat ze de beelden aankunnen. Dat ze nog mensen durven te vertrouwen. Coen is er juist extra door gedreven, omdat hij de onschuld in zijn eigen dochter ziet. En Lesley is elke dag weer blij als ze naar huis gaat, waar twee lieve, vrolijke kinderen op haar wachten. "Gewoon even lekker normaal", glimlacht ze. "Dat helpt me om mijn werk te relativeren."