Doodgeschoten door ex

Politie en OM ernstig tekortgeschoten in zaak-Hümeyra

Door Karlijn Houterman··Aangepast:
© ANPPolitie en OM ernstig tekortgeschoten in zaak-Hümeyra
RTL

Politie, het Openbaar Ministerie en andere instanties zijn 'ernstig tekortgeschoten' in de bescherming van Hümeyra. Dat staat in een vernietigend rapport van onder meer de Inspectie Justitie en Veiligheid. Het 16-jarige meisje werd 18 december vorig jaar in de fietsenstalling van het Designcollege in Rotterdam doodgeschoten door haar ex-vriend.

Op 8 mei, 30 mei, 1 juni en 11 december 2018 deed Hümeyra aangifte tegen de 31-jarige Bekir E. Hij kon het al die tijd niet verkroppen dat Hümeyra het had uitgemaakt met hem. Hij bedreigde, stalkte en mishandelde haar maandenlang.

Vóór vijfde aangifte vermoord

Op de dag dat het Rotterdamse meisje voor de vijfde keer aangifte wilde doen, werd ze vermoord in de fietsenstalling van haar school. Dit gebeurde hoewel Bekir E. een contactverbod had met Hümeyra.

Hümeyra
Hümeyra

Daarom hebben de Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd onderzocht hoe de betrokken organisaties in de periode tussen 8 mei en 18 december - de eerste aangifte en de moord op Hümeyra - hebben gehandeld. 

'Aanpak niet gericht op stoppen van stalking'

Uit het rapport blijkt dat onvoldoende is samengewerkt tussen de politie, het Openbaar Ministerie, Veilig Thuis en het Veiligheidshuis. Daarnaast is de aanpak van de stalking van Hümeyra 'ernstig tekortgeschoten' en hebben de politie, het OM en het toezicht van de reclassering zich onvoldoende gericht op het stoppen van de stalking van Bekir E.

Ook de risico's werden niet goed ingeschat, staat in het rapport. "De politie heeft niet gebruik gemaakt van de middelen die nodig waren. Hierdoor is niet naar voren gekomen dat het risico voor de veiligheid van Hümeyra zeer hoog was."

Bekir E. schoot Hümeyra op 18 december dood.
Bekir E. schoot Hümeyra op 18 december dood.

De nabestaanden van Hümeyra noemen het inspectierapport 'zeer schokkend en ontzettend pijnlijk'. Advocaat Nelleke Stolk: "Hümeyra en haar familie hebben echt om hulp geroepen, geschreeuwd zelfs. Ze hebben mensen geprobeerd te mobiliseren om Hümeyra te beschermen en dat is niet gelukt. Nu dit zwart op wit staat is dat een bevestiging van wat zij altijd dachten."

'Ze had nog kunnen leven'

De familie vraagt zich hardop af of Hümeyra nog had geleefd als de politie en andere instanties hun werk wel goed hadden uitgevoerd. "Wat als het systeem wel had gewerkt? De familie heeft echt het idee dat Hümeyra nog had kunnen leven. Dat is verschrikkelijk."

In het rapport worden vele aanbevelingen aan de instanties genoemd, zoals: "Zorg dat bij de gezamenlijke aanpak van ex-partnerstalking daadwerkelijk in alle gevallen toereikende aandacht is voor de bescherming van het slachtoffer en voor het stoppen van de stalking."

'We moeten hiervan leren'

De minister van Justitie en Veiligheid, Ferd Grapperhaus, laat daarnaast in een Kamerbrief weten dat 'alle betrokken partijen van deze gebeurtenis moeten leren'. "Dat zijn wij aan Hümeyra, haar nabestaanden en de samenleving verplicht. Wat er is gebeurd op 18 december 2018 kan op geen enkele manier ongedaan worden gemaakt. Helaas kunnen we nooit garanderen dat in de toekomst stalkers geen nieuwe slachtoffers zullen maken."  

"Het is nu zaak om te laten zien dat we van deze afschuwelijke gebeurtenis hebben geleerd en dit aangrijpen om het beter te doen."

Reactie politiechef Rotterdam

Politiechef Hans Vissers zegt dat in het rapport duidelijk naar voren komt dat Hümeyra niet de bescherming kreeg die zij nodig had en dat Bekir E. haar door een versnipperende aanpak maar lastig kon blijven vallen.

Vissers: "We zijn tekort geschoten in de aanpak van de stalking van Hümeyra en dat spijt ons zeer. Het verdriet om het verlies van Hümeyra is voor de ouders, hun naasten en vrienden in geen woorden uit te drukken. Hümeyra vroeg veelvuldig om hulp en bescherming, omdat zij bang was dat haar ex-vriend haar iets zou aandoen. Wij hebben haar als politie die bescherming onvoldoende geboden. Haar overlijden heeft ook ons diep geraakt.”

Het systeem dat nodig was om een goede risico-inschatting te kunnen maken, was tijdens de aangiftes van Hümeyra nog niet geïmplementeerd bij de politie in Rotterdam, schrijft Vissers. "Hierdoor kwam de ernst van Hümeyra’s situatie onvoldoende naar boven. Daar kwam bij dat Hümeyra geen vast aanspreekpunt binnen de politie had, waardoor zij steeds in contact kwam met medewerkers die haar zaak niet kenden en zij telkens opnieuw alles moest uitleggen."

Lees meer over
Ferdinand GrapperhausMinisterie van Justitie en VeiligheidInspectie veiligheid en justitieInspectie Gezondheidszorg en JeugdSchietpartij school RotterdamStalkingBedreigingMishandelingGemeente RotterdamRotterdam