Isolatie en geen groei: Gaza heeft ook economisch geen toekomstperspectief
Het fel opgelaaide conflict tussen Hamas en Israël heeft het leven in de Gazastrook zo mogelijk nog zwaarder gemaakt. Ook voor de huidige belegering stond economische ontwikkeling in Gaza al jarenlang stil door isolatie en beperkingen die zijn opgelegd door Israël.
"Geen elektriciteit, geen voedsel, geen water, geen brandstof, het is allemaal afgesloten." Met die woorden kondigde de Israëlische minister van Defensie Yoav Gallant vorige week maandag de 'volledige belegering' van de Gazastrook aan. Dit als reactie op de terreuraanslagen van Hamas waarbij sinds 7 oktober volgens het Israëlische leger ruim 1400 doden vielen en zo'n 200 mensen zijn ontvoerd naar Gaza.
Door de hermetische afsluiting en vele luchtaanvallen van het Israëlische leger voltrekt zich een nieuwe humanitaire ramp voor de ruim 2,2 miljoen inwoners van Gaza. Hulporganisaties waarschuwen al weken voor de enorme risico’s van de Israëlische blokkade die de inwoners van Gaza basisbehoeften onthoudt.
Honderdduizenden mensen in het noorden zijn hun huizen ontvlucht richting het zuiden, maar kunnen nergens heen omdat grensovergangen zijn afgesloten. De VN schat dat in de eerste week van het conflict ruim een miljoen mensen ontheemd zijn geraakt. Bij vergeldingsacties van het Israëlische leger op Hamas zijn in Gaza volgens het ministerie van Volksgezondheid van de Hamasregering inmiddels ruim 4000 Palestijnen omgekomen.
De recente totale blokkade komt bovenop de militaire blokkade die al langer goldt voor Gaza. "Door jaren van isolatie en voortdurende conflicten is de economische ontwikkeling van Gaza ver achtergebleven bij die van de Westelijke Jordaanoever", schreef het Internationaal Monetair Fonds (IMF) vorige maand in een rapport over de Palestijnse gebieden.
Er is meer werkloosheid en armoede in Gaza, waar het inkomen per hoofd van de bevolking vorig jaar vier keer lager lag dan in de Westelijke Jordaanoever. De werkloosheid van Gaza ligt op 45 procent, en 53 procent van de bevolking van Gaza leeft onder de armoedegrens. Voor met name jongeren en vrouwen ontbreekt een toekomstperspectief, ruim twee derde van hen is werkloos.
Het verschil met de Westelijke Jordaanoever (ruim 3 miljoen inwoners) is groot: daar was vorig jaar 13 procent werkloos en leefde 14 procent onder de armoedegrens. Ook het loonverschil tussen de twee Palestijnse gebieden is groot. Waar de lonen in de Westelijke Jordaanoever sinds de eeuwwisseling jaarlijks gemiddeld 3,3 procent zijn gegroeid, zijn deze in Gaza al sinds 2000 vrijwel onveranderd.
Blokkade sinds 2007
Die achterstand heeft ook een aanwijsbare oorzaak. Toen de Hamas-beweging in 2007 de militaire en civiele controle overnam in de Gazastrook, legde Israël als tegenreactie een land-, zee- en luchtblokkade op aan het gebied. Gaza wordt sindsdien vaak vergeleken met een openluchtgevangenis omdat het verkeer van mensen en goederen er zwaar is beperkt, waarbij het grotendeels van Israël afhankelijk is.
Gaza trekt om die reden bar weinig buitenlands geld aan. Investeringen liggen sinds 2007 onder de 500 miljoen dollar (472 miljoen euro) per jaar. Dat geld vloeit vooral naar de bouwsector, omdat het hard nodig is voor de wederopbouw nadat oorlog uitbrak in 2008-2009, 2012, 2014 en 2021. Ter vergelijking: de Westelijke Jordaanoever ontving vorig jaar 5 miljard dollar aan investeringen.
Er zijn ook geen buitenlandse handelszones of vrijhavens in de Palestijnse gebieden. Beide economieën zijn hierdoor sterk afhankelijk van handelspartner Israël: ruim twee derde van de handelsimport van Gaza kwam vorig jaar uit Israël. Met name bouwmaterialen zoals staal, cement en hout.
Andersom gaat 83 procent van de export van Gaza naar Israël, denk vooral aan landbouwproducten zoals gerst, tarwe, citrusvruchten en bloemen, en verder onder meer vis, meubels en kleding. Niet gek dus dat een Israëlisch verbod op export een enorme klap betekent voor de noodlijdende economie van Gaza.
Landbouw en visserij
Het gevolg van weinig investeringen en handel is dat de infrastructuur in Gaza zeer gebrekkig is. De vraag naar elektriciteit is bijvoorbeeld driemaal zo groot als wat kan worden geleverd, waardoor de stroom vaak langdurig uitvalt, of de helft van de dag wordt afgesloten. Om de dieselgestookte elektriciteitscentrale in Gaza draaiende te houden, krijgt het brandstof van Qatar.
De Gazastrook moet het zelf vooral hebben van landbouw en visserij. Volgens nieuwszender Al Jazeera telt Gaza zo'n vierduizend vissers. Maar ook dat verloopt alles behalve vlekkeloos.
Israël sloot het gebied waar zij mogen vissen meermaals deels af uit reactie op raketvuur van Hamas-militanten vanuit de Gazastrook. Bij die Israëlische zeeblokkades zijn ook Gazaanse vissers gewond geraakt of gedood. Terwijl ook Gazaanse boeren die in het grensgebied met Israël onder meer uien, tomaten en aardappelen verbouwen, in het verleden zijn beschoten door Israëlische soldaten.
In een onderzoek van de Palestijnse Monetaire Autoriteit in 2022 gaf twee derde van de bevolking van Gaza aan dat zij de afgelopen twee jaar geld hadden moeten lenen van familie en vrienden om rond te kunnen komen. Bijna 80 procent gaf toen aan dat het inkomen van hun huishouden per maand minder dan 2000 Israëlische shekel bedroeg (omgerekend zo'n 465 euro).
Hamas, dat de ook bestuurlijk de baas is in Gaza, int ondertussen volop belastingen onder de bevolking. Vorig jaar bleek dat onder meer straatverkopers, restauranthouders en bouwvakkers meer belasting moesten afdragen.
De organisatie ontvangt zelf directe steun van Iran (geschat wordt zo'n 100 miljoen dollar per jaar) en internationale investeringen via Turkije - opgeteld zo'n 500 miljoen dollar per jaar, volgens cijfers van zakenblad Forbes.
"Door de economische blokkade die er als sinds 2007 bestaat kan de economie niet groeien en bevindt Gaza zich wat dat betreft op de rand van de afgrond", zegt Peter Malcontent, specialist Israëlisch-Palestijns conflict aan de Universiteit Utrecht. Het bestuur van Gaza en de Westelijke Jordaanoever, de Palestijnse Autoriteit is sterk afhankelijk van ontwikkelingssteun vanuit het buitenland, zegt hij. "Er komt veel hulp uit de EU. Die hulp is vooral noodhulp die via de Palestijnse Autoriteit op de Westbank wordt verstrekt."
De EU en zijn lidstaten zijn met opgeteld 691 miljoen euro de grootste financiële donor van de Palestijnse gebieden. Sinds de terreuraanval van Hamas op 7 oktober gaan binnen de EU stemmen op voor het opschorten van ontwikkelingshulp aan de Palestijnen. Dit om te voorkomen dat geld in handen komt van de al-Qassambrigade, de gewapende paramilitaire tak van Hamas.
Maar het Europese donorgeld gaat voor een belangrijk deel (vorig jaar ruim 520 miljoen dollar) naar het United Nations Relief and Works Agency (URNWA), het VN-agentschap dat zich ontfermt over Palestijnse vluchtelingen. Mocht het EU-geld inderdaad worden bevroren, dan is dat de volgende levensader van Gaza die wordt doorgeknipt.