Pleister voor pijnlijke zaken

Steeds vaker integriteitsonderzoeken naar ongewenst gedrag: 'Normen zijn veranderd'

Door RTL Nieuws··Aangepast:
© ANPSteeds vaker integriteitsonderzoeken naar ongewenst gedrag: 'Normen zijn veranderd'
RTL

Op zoek naar een carrièreswitch? Met een verklaring omtrent gedrag, een kluis en een bordje aan de deur kun je zo een onderzoeksbureau voor integriteit beginnen. Onafhankelijke onderzoeken zijn tegenwoordig vaak dé pleister voor pijnlijke zaken over grensoverschrijdend gedrag, zoals bij D66. Het aantal onderzoeken neemt toe. Een ontwikkeling met een risico, want hoe 'onafhankelijk' zijn die bureaus eigenlijk?

Een rapport van het bureau BING, dat onderzoek deed naar grensoverschrijdend gedrag bij D66, deed afgelopen week opnieuw stof opwaaien in Den Haag. Het bureau concludeerde, in een vertrouwelijk gedeelte van het rapport, dat D66-prominent Frans van Drimmelen zich schuldig had gemaakt aan ongewenst gedrag. Maar in het openbare deel van datzelfde rapport was die conclusie over Van Drimmelen juist níet te lezen.

Wie betaalt, bepaalt

Dat veroorzaakte, naast de schok over de conclusies, ook gefronste wenkbrauwen over het onderzoeksbureau. Want hoe betrouwbaar is zo'n rapport dan? Het wekt de indruk dat zulke bureaus komen met de conclusies die door de opdrachtgever gewenst zijn. Een veelgehoord verwijt over dit soort onderzoeken: wie betaalt, bepaalt.

D66-leden eisen opheldering over grensoverschrijdend gedrag
Lees ook

D66-leden eisen opheldering over grensoverschrijdend gedrag

Een ander voorbeeld van een onderzoek dat, nog voor het is afgerond, onderwerp werd van discussie, gaat over grensoverschrijdend gedrag bij het tv-programma The Voice of Holland. Het onderzoek wordt gedaan door advocatenkantoor Van Doorne, in opdracht van producent ITV.

Loyaliteit niet bij slachtoffers

Volgens critici is een advocatenkantoor geen geschikte organisatie voor zo'n onderzoek. De loyaliteit van zo'n kantoor ligt volgens hen immers bij de opdrachtgever van het onderzoek en niet bij de slachtoffers. Leg het onderzoek gewoon in handen van het Openbaar Ministerie, niet in private handen, is de kritiek.

Toch dienen die bureaus en kantoren die dit onderzoeken, wel degelijk een doel, zegt Gjalt de Graaf, hoogleraar normatieve bestuurskunde. "Het is goed dat buitenstaanders kijken naar dit soort kwesties bij een bedrijf of vereniging. Maar het is lastig om dit soort feiten vast te stellen, want de onderzoekers hebben geen opsporingsbevoegdheden zoals het Openbaar Ministerie."

'Begon bij MeToo'

Bart Bruin is oprichter en directeur van onderzoeksbureau Integis. Zijn bureau doet zo'n 60 onderzoeken per jaar, uiteenlopend van onderzoeken naar seksuele intimidatie, pesten en discriminatie tot aan financiële fraude. Hij ziet de laatste vijf jaar een enorme toename van  onderzoeksverzoeken naar grensoverschrijdend gedrag.

"Dat begon bij de MeToo-beweging in 2017, waar vrouwen hun schrijnende ervaringen deelden met grensoverschrijdend gedrag. Er is sindsdien een enorme hausse", zegt De Bruin. "Per jaar doen we tientallen onderzoeken naar MeToo-zaken."

Nieuwe cultuur

Bruin vindt dat een goede ontwikkeling. "Ik ben blij dat er een nieuwe cultuur is ontstaan waarin mensen hun verhaal kwijt kunnen. Maar er zit ook een andere kant aan. Er zijn nu wel heel veel meldingen over grensoverschrijdend gedrag, over onveiligheid en intimidatie. Terwijl het ook best vaak een arbeidsconflict is, waarbij iemand plotseling dit soort meldingen doet."

Volgens Bruin gebeurt het dat mensen zo op een zo gunstig mogelijke manier van een arbeidscontract af willen. "Dan zeggen we: dit is niets voor ons."

Ook hoogleraar De Graaf ziet het aantal zaken over grensoverschrijdend gedrag toenemen. Het komt volgens hem niet alleen doordat het nu meer voorkomt dan vroeger. "Je ziet ook dat de normen verschuiven. Wat we nu normoverschrijdend vinden, vonden we tien jaar geleden minder ernstig. De normen zijn veranderd."

Subjectief oordeel

En daar komt nog een ander probleem bij, zegt De Graaf. "Wat grensoverschrijdend is, is niet objectief vast te stellen. Er zit een subjectief oordeel in. En dat maakt het ook lastig voor een onderzoeksbureaus. Daarnaast zijn er ook geen duidelijke regels en normenkaders voor dit soort onderzoeken."

Integriteitsonderzoeken worden in Nederland gedaan door gespecialiseerde bureaus, maar ook door recherchebureaus en sommige advocaten- en accountantskantoren. Een kantoor heeft dan een vergunning nodig als zogeheten particulier onderzoeksbureau. En de aanvraag voor zo'n vergunning is vrij eenvoudig. "Een directeur moet een verklaring omtrent gedrag hebben, het bedrijfspand moet goed beveiligd zijn en er moet een kluis zijn om  gevoelige informatie in te bewaren. De eisen zijn uiterst summier", zegt Bruin van Integis.

Ook voor de onderzoekers zelf is er geen langjarige opleiding nodig. Elk bureau en kantoor houdt er zijn eigen onderzoeksmethodes op na. Er zijn geen regels over hoor en wederhoor, tussentijdse rapportages of voor het gebruik van 'geheime' bijlages.

Tussentijds rapport

Bruin, die zelf opgeleid is als forensisch accountant en daardoor gebonden is aan de regels van de accountancy, legt uit dat zijn bureau met de opdrachtgever een onderzoeksvraag formuleert. "Daarna worden betrokkenen geïnterviewd, worden getuigen gesproken en worden waar nodig mails, berichten, documenten en beeldmateriaal bekeken. Het eindigt met een tussentijds rapport waarop alle betrokkenen nog kunnen reageren. Dan komt er een eindrapport."

Uiteindelijk wordt alleen een rapport uitgebracht aan de opdrachtgever, die ermee mag doen wat hij of zij wil. "Die mag het openbaar maken. Maar het kan ook dat de opdrachtgever het onderzoek en de conclusies in de diepste la van een bureau laat verdwijnen", zegt Bruin.

Grote belangen, veel emoties

De belangen zijn groot, zegt Bruin. "Het gaat om persoonlijke of financiële belangen. Het gaat ook om imago en bijna altijd spelen emoties een grote rol. Want iemands integriteit staat ter discussie."

Dat maakt het heftig, zegt hoogleraar De Graaf. "Als er aan iemands integriteit wordt getwijfeld, wordt aan de kern van iemand getwijfeld. Het is ook een hoera-woord: iedereen wil het hebben. Een schending van integriteit zegt iets over jezelf, vinden veel mensen. Het is heel absoluut. Voormalig PvdA-politicus Ien Dales zei vroeger: je kunt niet een beetje integer zijn, zoals je ook niet een beetje zwanger kunt zijn. Maar dat je een keer niet integer hebt gehandeld, betekent niet dat je niet-integer bént."

Alleen maar verliezers

Het toont volgens onderzoeker Bruin aan hoe belangrijk het is dat er goed wordt omgegaan met onderzoeken rond MeToo, zoals ook de zaak bij D66 aantoont. "Zo'n affaire levert vaak alleen maar verliezers op. De opdrachtgever, het onderzoeksbureau, de dader – die maatschappelijk flinke schade oploopt – en natuurlijk het slachtoffer. Want zo'n klokkenluider krijgt vaak ook niet wat hij of zij verdient."

De oplossing is, wordt vaak gezegd, transparantie over de uitkomst van een onderzoek. Volgens De Graaf is dat makkelijk gezegd, maar ook afhankelijk van aan welke kant je staat. "Iedereen is het erover eens dat zo veel mogelijk transparantie over conclusies heel belangrijk is. Totdat het je niet uitkomt. Edward Snowden is volgens velen een klokkenluider die misstanden van de Amerikaanse overheid aan de kaak stelde. Maar volgens de Amerikaanse overheid is hij iemand die staatsgeheimen heeft gelekt."

Heb jij de app RTL Nieuws & Entertainment al?

Ja? Daar zijn we blij mee!
Nog niet? Download ’m hier voor Android en iOS

Lees meer over
D66FraudeIntimidatieSeksuele intimidatie#MeTooSeksueel grensoverschrijdend gedrag