'Aanwezigheid Russische spionnen jarenlang gedoogd'

De 17 Russische inlichtingenofficieren die eind maart Nederland werden uitgezet, hielden zich onder meer bezig met het verzamelen van informatie over microchips voor het Russische leger. Dat meldt de NOS. De groep zou zich ook bezig hebben gehouden met het versleutelen van geheime berichten en contraspionage.
Volgens de NOS, die samen met Nieuwsuur en de Belgische krant De Tijd onderzoek deed, werkten de Russen voor de buitenlandse inlichtingendienst SVR en voor de militaire inlichtingendienst GROe. Ze werkten in Nederland onder meer als diplomaat of handelsvertegenwoordiger.
De Nederlandse inlichtingendiensten AIVD en MIVD zouden al jaren op de hoogte zijn van de aanwezigheid van de spionnen, maar grepen niet in.
De inlichtingenofficieren werden nooit uitgezet, omdat de kans groot was dat Moskou daarop zou reageren door zelf een Nederlandse diplomaat uit Rusland te zetten.
Dat veranderde toen Rusland afgelopen februari Oekraïne binnenviel. Het kabinet zette de spionnen uit het land. Ook andere Europese landen deden dat. Het ging in totaal om ruim 200 spionnen.
Encryptiedienst
De spion met de meeste prioriteit om uit te zetten zou de 52-jarige Sergey Pyatnitskiy zijn geweest. Hij zou aan het hoofd hebben gestaan van de encryptiedienst op de Russische ambassade in Den Haag.
De andere inlichtingenofficieren zouden actief inlichtingen verzamelen, hielden zich bezig met contraspionage of verzamelden informatie over microchips.
Nederland is wereldwijd een belangrijke speler als het gaat om de ontwikkeling van die chips. De technologie kan worden gebruikt voor de ontwikkeling van wapens.