'Soevereine' shovelbestuurder die hek vernielde veroordeeld tot vier weken cel
Johan R., de man die op 11 maart tijdens het boerenprotest in Den Haag met zijn shovel een afzetting vernielde, is door de rechter veroordeeld tot vier weken cel, waarvan twee voorwaardelijk. Omdat de man al twee weken vast zat, hoeft hij niet terug de cel in.
Het Openbaar Ministerie had eerder vandaag acht weken cel, waarvan vier weken voorwaardelijk geëist tegen Johan R. De man gaf tijdens de zitting toe 'vakkundig' het 'beroemde' hekje te hebben verwijderd.
R. werd veroordeeld voor vernieling, verzet bij zijn aanhouding en mishandeling van agenten bij het protest in het Zuiderpark. Het OM had hem ook bedreiging ten laste gelegd, maar dat kon volgens de rechter niet worden bewezen.
Verzet
Ook moet R. een vergoeding van bijna 2800 euro betalen aan de gemeente Den Haag voor vervanging van het hek en herstel van het gras. Twee agenten moet R. in totaal 400 euro betalen voor geleden schade.
Volgens R. was hij niet naar Den Haag gekomen voor 'agressie of om dingen stuk te maken', maar 'om een statement te maken voor boeren en burgers'. Over verzet bij zijn aanhouding zei R.: "Ik heb absoluut geprobeerd om iets van mijn vrijheid terug te winnen en dat is niet gelukt." De shovelbestuurder noemde de eis van het OM 'buitenproportioneel'.
R. werd op zaterdag 11 maart aangehouden tijdens het boerenprotest in het Zuiderpark in Den Haag. Hij wordt verdacht van vernieling, verzet met letsel, mishandeling en bedreiging.
Hij zou na zijn aanhouding in het politiebusje nog dreigementen hebben geuit richting agenten zoals 'laat ze maar eens een voor een met mij in de ring staan'.
Schadevergoeding
Bij aanvang van zijn strafzaak baarde hij opzien door aan de rechter te vragen of die zich wilde legitimeren en of hij wel 'constitutioneel bevoegd' was. Daarnaast wilde R. vrijgepleit worden. Hij eiste 100.000 euro voor geleden schade. Zijn advocaat trok zich aan het begin van de zitting terug, omdat bleek dat R. de advocaat niet had gemachtigd.
Omdat de rechter zich niet legitimeerde, besloot hij te wraken. In een verward betoog zei hij onder meer: "U zit hier niet als rechter maar als trustee van de gedaagde." En: "Ik sta hier als levend mens, niet als persona." Hij vond het niet nodig uit te leggen wat hij daarmee bedoelde.