Ontslagen financieel topman Volksbank eist 2,8 miljoen ontslagvergoeding

De vorig jaar ontslagen financieel directeur van de Volksbank, moederbedrijf van SNS, ASN, RegioBank en BLG Wonen, eist een ontslagvergoeding van 2,8 miljoen euro. Om zijn gelijk te bewijzen wil Pieter Veuger demissionair minister Wopke Hoekstra als getuige laten horen in de rechtszaal.
Veuger kwam op 1 januari 2020 in dienst bij de bank, maar moest iets meer dan een half jaar later al weer het veld ruimen. Hij zou 'solistisch en destructief' hebben gehandeld, aldus de verdediging van de bank in een kort geding eerder dit jaar.
Volgens de ontslagen cfo deed hij juist waar hij voor was aangenomen: tegenwicht bieden in de boardroom aan topman Maurice Oostendorp. Deze opdracht kwam voort uit een kritisch rapport over de verziekte sfeer in de top van de bank opgesteld door de ECB uit 2019.
Hoekstra in getuigenbank
Om boven tafel te krijgen wat er precies is gebeurd in aanloop naar het gedwongen vertrek van Veuger wil hij, als de rechter dat ook nodig acht, een hele reeks getuigen laten horen door de rechtbank, blijkt uit documenten die zijn ingezien door RTL Z. De meest in het oog springende persoon die de ex-cfo wil laten getuigen is demissionair minister van Financiën Hoekstra.
Dat is interessant, want de CDA'er moet dan vertellen wat hij wel of niet wist over het gerommel in de top van de staatsbank en wat hij wel of juist niet heeft gedaan om hier een eind aan te maken. Eerder kreeg Hoekstra kritiek in de Tweede Kamer over zijn houding in het Volksbank-dossier.
Oud-topman ook op lijst
Op de lijst eventuele getuigen staan verder onder meer de vervroegd vertrokken topman Oostendorp, de inmiddels opgestapte voorzitter van de Raad van Commissarissen Jan van Rutte en jonkheer Diederik Laman Trip, voorzitter van het NL financial investments (NLFI). Deze instelling beheert namens de staat de aandelen in de Volksbank.
Veuger wil hen laten getuigen over wat volgens hem de bron van het conflict is: de slechte sfeer en pestgedrag in de top van de bank en hoe hij werd tegengewerkt toen hij dit aan de kaak stelde.
Veuger zocht rugdekking bij de raad van commissarissen en NLFI. Maar dat verergerde de situatie alleen maar met zijn ontslag als gevolg, zo blijkt uit de documenten.
Salaris voor rest dienstverband
Inzet van de zaak is een schadevergoeding voor Veuger, die vindt dat de bank hem heeft behandeld 'op een wijze waar de honden geen brood van lusten'. In totaal eist Veuger ruim 2,8 miljoen euro aan misgelopen inkomsten doordat de Volksbank hem onterecht op straat zette.
Dat bedrag bestaat uit drie elementen. Allereerst claimt de ex-cfo ruim 700.000 euro aan maandsalarissen. Hij was namelijk voor een periode van vier jaar benoemd, maar was slechts vijf maanden hiervan als cfo in dienst.
Compensatie voor reputatieschade
Daarnaast eist Veuger een compensatie van ruim 2 miljoen voor de inkomensschade in de jaren na 2024. Door het ontslag heeft hij 'grote en blijvende reputatieschade' opgelopen, claimen zijn advocaten. Hierdoor zal hij in de 13 jaar tot aan zijn pensioen op zijn 67ste niet het salaris kunnen verdienen dat hij anders vermoedelijk wel had gekregen.
Als laatste eist Veuger nog 10.000 euro als vergoeding voor de immateriële schade die hij door het ontslag heeft geleden. Bij elkaar opgeteld is dit een bedrag van ruim 2,8 miljoen euro. Omgerekend komt het bedrag neer op 150.000 per jaar, waar Veuger ruim drie ton per jaar verdiende bij de Volksbank.
Juridisch steekspel
De zaak vandaag in Utrecht is al de derde procedure in de juridische strijd van Veuger tegen zijn voormalige werkgever. In februari van dit jaar verloor hij kansloos in het kort geding dat hij had aangespannen.
Halverwege juni trok hij juist aan het langste eind in een spoedappel tegen de uitspraak van het kort geding. Het Hof in Arnhem oordeelde toen dat de Volksbank hem niet had mogen ontslaan.
Volgens de rechters moet de ex-cfo gezien worden als gewone werknemer, en niet als een bestuurder van een beursgenoteerd bedrijf. Daarnaast genoot Veuger ontslagbescherming, omdat hij zich had ziek gemeld voordat de bank hem officieel de wacht aanzegde.
Mocht de rechtbank in Utrecht dit vonnis naast zich neerleggen in de bodemprocedure van vandaag, dan eist de ontslagen bankier 'een billijke vergoeding' van 2,5 miljoen. Dit omdat de bank 'ernstig verwijtbaar' heeft gehandeld bij het ontslag van Veuger en dus de schade die hij hierdoor lijdt moet vergoeden.