Circuit Zandvoort krijgt geen financiële compensatie van kabinet
De organisatie van de Formule 1 in Zandvoort hoeft niet te rekenen op financiële compensatie van het kabinet. Omdat het racefestijn vanwege de coronamaatregelen minder bezoekers mag ontvangen dan gehoopt, had de organisatie daarom gevraagd.
Dat heeft demissionair premier Mark Rutte vanavond gezegd tijdens de coronapersconferentie in reactie op vragen van de pers. Daarmee blijft het kabinet bij zijn oorspronkelijke standpunt dat 'er geen cent naar de Formule 1' gaat.
De Dutch Grand Prix, die plaatsvindt op 3, 4 en 5 september, is een sportevenement met vaste zitplaatsen. Dit betekent dat het evenement kan doorgaan met twee derde van de capaciteit als er gebruikgemaakt wordt van coronatoegangsbewijzen, zoals een vaccinatiebewijs.
Niet iedereen welkom
Per dag heeft de organisatie 105.000 kaarten verkocht. Door de maatregelen mogen dus 35.000 van de 105.000 dagelijkse bezoekers niet komen en moeten dus hun geld terug krijgen. Dutch Grand Prix heeft altijd gezegd dat het alleen uit de kosten komt als alle kaarten worden verkocht.
De totale schade loopt in de miljoenen. Dutch Grand Prix meldde eerder vanavond dat het zijn verlies neemt en het 'bonnetje' intern oppakt. De sponsoren, zoals Heineken en CM.com, is niet gevraagd extra bij te lappen.
Kaarthouders worden uiterlijk op 18 augustus geïnformeerd of zij dit jaar aanwezig kunnen zijn. Supporters die teleurgesteld worden, krijgen de mogelijkheid om hun geld terug te vragen of hun toegangsbewijzen door te schuiven naar 2022.
Nieuwe rechtszaken
Ondertussen blijven milieuclubs proberen de race te dwarsbomen. Mobilisation for the Environment heeft vrijdag bij de Rechtbank Noord-Holland een voorlopige voorziening ingediend vanwege de afgegeven stikstofvergunning. De organisatie wil dat de vergunning voor het Formule 1-evenement wordt geschorst.
Gisteren nog verloren Stichting Duinbehoud en Stichting Rust bij de Kust een rechtszaak tegen de Formule 1 in Zandvoort. Ze waren net oneens met de door de provincie Noord-Holland verleende ontheffing voor de tijdelijke sloop van natuurgebied. De rechtbank in Haarlem ging daar niet in mee.