De vijf spelregels… in het theater
Het wemelt van de ongeschreven regels in het leven. Wetmatigheden die niemand je vertelt, maar waar iedereen een mening over lijkt te hebben. In deze rubriek nemen we iedere week een situatie of gelegenheid onder de loep: hoe hoort het daar eigenlijk? Deze week: de spelregels in het theater.
De situatie
De laatste coronamaatregelen mogen dan wel afgepeld zijn, het loopt nog niet bepaald storm in de theaters kopten de kranten vorige week. Het regent nog geen reserveringen en ook last minute loopt het geen storm richting het rode pluche. En dat is jammer, want zowel de makers als de kijkers knappen er vaak enorm van op. Dus als je nu toch gaat: dit zijn de yay’s en nay’s in het theater.
De spelregels
1. Op tijd kopen telt echt
Parkeerplaats zoeken, jas ophangen, nog even gauw plassen: reken altijd een half uur pruts-en-doe-tijd bij je theaterbezoek. Te laat komen bij een voorstelling is namelijk echt uit den boze. Als de deur van de zaal dicht is, heb je gewoon pech. In de bioscoop word je nog weleens door een medewerker met een zaklamp naar je stoel gebracht, maar dat is in het theater storend voor iedereen.
2. Doe geen stoelendans
Een goede voorbereiding is het halve werk. Op je kaartje zie je precies welke rij en welke stoel je moet hebben, dus doe je best en houd je daar ook aan. Zo'n gesprek over 'U zit op mijn stoel' is altijd ongemakkelijk, en per definitie onnodig. Ben je te gierig om je jas af te geven in de garderobe, hang 'm dan niet over de stoel voor je. Laat die stoel sowieso met rust trouwens. Geen schopjes ertegen, geen voeten erop, niks. Respecteer de ruimte van de buren, ook wanneer je zelf graag wijdbeens zit of je armen het liefst ruim naast je laat bungelen. Je plek is niet voor niks je plek.
3. Zing je mee? Nee!
Hoe verleidelijk ook, vooral als je fan bent, maar een moppie meezingen is niet oké. De kans dat je net zo goed bij stem bent als de zangeres of cabaretier op het podium is klein, en voor de stoelen voor, achter en naast je is jouw gekras en gekraak vooral een pretbederver. dat geldt trouwens ook voor rinkelende telefoons en zelfs voor appjes sturen en foto’s maken. Het oplichten van je telefoon leidt af en zeg nou zelf, er is toch niets fijner dan helemaal opgaan in het stuk op het podium?
4. Comfi kan
Van oudsher was de dresscode voor een avondje in het theater voor vrouwen altijd een avondjurk, schrijft Etiquette.nl. Nu geldt dat niet meer, maar een tikkie opgedoft is vaak wel leuk. "Jeans en een simpel T-shirtje wordt tijdens een avondje in een theater dan ook niet snel gedragen. Casual kleding met een beetje flair kan prima, maar wil je het ultieme theatergevoel hebben, ga dan voor chic." Gelukkig hoeft het keurslijf niet meer en kan mooi ook best comfortabel zijn.
5. Applaus altijd achteraf
Steeds vaker applaudisseren we al als de cast opkomt. Bij een concert kan dat, maar bij een toneelstuk of een ballet is dat niet altijd even logisch. Na de voorstelling applaudisseer je sowieso, liever niet tussen de aktes door. Soms hoor je een verdwaalde klapper in de zaal, maar dat maakt het altijd wat ongemakkelijk. Als je het stuk echt heel goed vond, sta je op om te applaudisseren.
Fluiten op je vingers, joelen, zwaaien met je armen: dat past ook meer op een festival dan in het theater. Ook belangrijk: ga pas weg als het applaus is afgelopen. Die paar seconden extra om als eerste bij de garderobe te staan leveren je niets op, behalve een paar geïrriteerde blikken en een slecht fatsoen.
Elke week 'Spelregels' volgen? Klik dan op de 'Spelregels'-tag hieronder en vervolgens op 'Volgen'.