Samenleving

De nadelen van het moderne gezin: 'We verwachten er te veel van'

Door Floor Bakhuys Roozeboom··Aangepast:
© GettyImagesDe nadelen van het moderne gezin: 'We verwachten er te veel van'
RTL

Het traditionele kerngezin wordt nog steeds als een stabiel ideaal gezien. Maar met een echtscheidingspercentage van bijna veertig procent en dertig procent van de kinderen die in gebroken gezinnen opgroeien, kun je je afvragen: is het kerngezin als samenleefvorm eigenlijk wel zo succesvol gebleken?

Twee ouders en anderhalf kind nog steeds het ultieme ideaal? Welnee. Het traditionele kerngezin zoals we dat kennen is een foutje gebleken. Een vergissing, een ramp zelfs, een grote mislukking. Althans, dat was de boodschap van een artikel in het tijdschrift The Atlantic dat in maart nogal wat stof deed opwaaien. In het stuk, dat is doorspekt met cijfers en verwijzingen naar onderzoeken, schrijft de Amerikaanse schrijver David Brooks dat het kerngezin nog altijd op een voetstuk staat, terwijl het als samenleefvorm in de praktijk eigenlijk bijzonder onsuccesvol is gebleken.

Zijn betoog komt in het kort hierop neer: het kerngezin waarin twee ouders met kinderen als op een soort autonoom eilandje samenleven, wordt door velen gezien als een soort tijdloos, stabiel ideaal. Samenleven ‘zoals het is bedoeld’. Maar eigenlijk is het gezin in die vorm een vrij recente, westerse uitvinding, stelt Brooks. Een uitvinding die bovendien maar een heel korte glorietijd heeft gehad en verre van stabiel is gebleken.

Het huwelijk is een kwetsbare investering gebleken

In een groot deel van de geschiedenis leefden mensen veel meer samen in grotere ‘extended families’, waardoor tegenslagen zoals scheidingen en sterfgevallen en financiële dompers goed konden worden opgevangen. En in een groot deel van de wereld is dat nog altijd de norm. Maar nu we in het Westen steeds individualistischer zijn gaan leven, is het kerngezin een kwetsbaar en instabiel verbond gebleken: een kaartenhuis dat steunt op twee ouders die elkaar eeuwige trouw en stabiliteit hebben beloofd, maar dat bij de minste tegenslag in elkaar klapt en alle betrokkenen met de brokstukken achterlaat.

Heeft hij een punt? En geldt dat ook voor Nederland? Het huwelijk, dat ooit als het ultieme fundament voor het modelgezin gold, is in elk geval een kwetsbare investering gebleken, blijkt uit de Nederlandse cijfers. Bijna veertig procent van de huwelijken eindigt in een echtscheiding. En dan zijn de scheidingen van partners die niet getrouwd waren niet meegerekend. Dertig procent van de kinderen groeit op in een gebroken gezin, ofwel: woont niet samen met allebei de ouders.

Vlogfamilies: met het héle gezin online
Lees ook

Vlogfamilies: met het héle gezin online

Maar wie dat soort cijfers ziet als het bewijs van ‘de verbrokkeling van de hoeksteen van de samenleving’, kent aan die hoeksteen meer gewicht toe dan die feitelijk ooit heeft gehad. Dat zegt Frans van Poppel, historicus en demograaf bij het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI): "Het standaardgezin is al bijna een halve eeuw niet meer de norm. En ook in de 19e eeuw kenden gezinnen vele samenstellingen en verschijningsvormen. Vroeger vielen gezinnen vaker uit elkaar doordat mensen overleden, nu vaker door echtscheidingen. Het beeld dat gezinsvormen nu diverser zijn of dat gezinnen nu vaker uit elkaar vallen dan vroeger, klopt dus niet. Dat is altijd al zo geweest."

Op dat vlak heeft Brooks volgens Van Poppel dan ook gelijk: het standaardgezin is eigenlijk maar heel kort standaard geweest. Ook in Nederland. "Het zogenaamde modelgezin, of kerngezin, kende maar een relatief korte glorietijd in de eerste helft van de twintigste eeuw, tussen 1910 en 1960." En die glorietijd werd mogelijk gemaakt door een aantal omstandigheden die uniek waren voor die specifieke periode. Namelijk: de man verdiende (genoeg) geld voor het hele gezin en de vrouw bleef thuis.

Van Poppel: "In de eerste helft van de twintigste eeuw werd het door de toenemende welvaart gemakkelijker voor een man om een baan te vinden waarvan het hele gezin onderhouden kon worden. Als de vrouw thuis kon blijven om voor het huishouden en de kinderen te zorgen, werd dat in die tijd dan ook als een statussymbool gezien. Met een man die in z’n eentje de kost verdiende en een vrouw die thuis voor de kinderen kon zorgen, kon het kerngezin in die periode floreren."

We verheerlijken een achterhaald ideaal, uit een andere tijd en onder andere omstandigheden

Volgens schrijver Jacqueline Zirkzee, auteur van het boek Lief en Leed, geschiedenis van het gezin kan die zogenaamde glorietijd van het kerngezin dan ook niet los worden gezien van de beperkte bewegingsvrijheid van vrouwen en het strakke keurslijf waarin zij werden gedwongen.

"Het kerngezin gold destijds als baken van stabiliteit, maar die stabiliteit had wel een prijs. Vrouwen werden geacht thuis te blijven, voor het huishouden en de kinderen te zorgen en vooral geen andere ambities te hebben. Moederschap werd gezien als een bijna heilige taak. En was je ongelukkig binnen je huwelijk? Dan had je dat maar te accepteren."

Rond de jaren zestig veranderde dat. Normen rondom huwelijk, relaties en seksualiteit veranderden. Individuele vrijheid werd belangrijker. Scheiden werd door de jaren heen steeds meer geaccepteerd. En misschien nog wel belangrijker: vrouwen ontworstelden zich uit de dwingende rol van huisvrouw en opvoeder en eisten hun deel op de arbeidsmarkt en in het openbare leven.

Kortom: de voorwaarden die de glorietijd van het kerngezin mogelijk maakten verdwenen. Maar het ideaal van het gezin als autonoom, stabiel eilandje, bleef. Ook nu nog blijft het kerngezin de blauwdruk waartegen andere gezinsvormen worden afgezet. En volgens Brooks wringt daar dus precies de schoen: door het kerngezin nog altijd als uitgangspunt te nemen, verheerlijken we een achterhaald ideaal, dat stamt uit een totaal andere tijd, met totaal andere omstandigheden.

Vrouwen blijven niet meer massaal thuis om voor de kinderen te zorgen. Gezinnen kunnen niet meer zo gemakkelijk rondkomen van één salaris. En met de individualisering van de westerse samenleving, zijn hechte extented families een steeds minder grote rol gaan spelen, waardoor gezinnen steeds meer als eilandjes op zichzelf zijn komen te staan. Een combinatie van factoren die de druk op de twee partners binnen een kerngezin volgens Brooks ongekend groot heeft gemaakt. Te groot.

'In een extended family hebben kinderen rolmodellen uit verschillende generaties'

Het kerngezin als eilandje is eigenlijk vooral een gunstige constructie gebleken voor mensen met genoeg geld, stelt Brooks. Zij kregen de vrijheid om te leven naar hun eigen behoeften, hun dromen na te jagen en ze hadden de middelen om de hulp in te kopen die vroeger door extented family werd geboden: vaste oppas, een schoonmaker, huiswerkbegeleiding, zorg voor oudere familieleden.

Maar lang niet iedereen heeft die luxe. Veel mensen worstelen dan ook om het gezin als autonoom eilandje draaiende te houden zonder hulp van buitenaf, stelt hij.

Publiciste en beleidsmedewerker Nuweira Youskine (42) is het daarmee eens. Haar vader heeft een Indiase achtergrond en ze groeide op in Den Haag binnen een extended family, die bestond uit haar vader, moeder,  twee broers, twee halfzussen, een stiefmoeder, een grootmoeder en een tante. "Wij leefden allemaal onder één dak. Niet uit noodzaak, maar omdat het vanzelfsprekend was. Dat bracht, naast vanzelfsprekende ergernissen, ook veel voordelen. Als familie kon alles gedeeld worden: de kosten, maar ook de zorgen, de huishoudelijke klussen en de enorme energie die kinderen vragen."

Nu leeft ze als alleenstaande moeder met een zoon van 4. Het ontbreken van de hechte extented family die ze uit haar jeugd kende, ervaart ze soms als een gemis. "Dat het leven van een alleenstaande moeder uitdagend is, zowel praktisch als mentaal, dat is algemeen bekend. Maar ik geloof dat ook in traditionele kerngezinnen de steun en gemeenschapszin wordt gemist die een grotere extended family biedt. In een gezin met twee volwassenen ligt tegenwoordig een enorme druk op vier schouders om werk en kinderen te combineren. Nog los van de aandacht en inspanning die het kost om überhaupt een relatie goed te houden."

En volgens Youskine gaat het gemis verder dan het praktische aspect. Het gaat voor haar ook om een gevoel van onderlinge verbondenheid, respect en geborgenheid. "Wanneer familieleden helpen de kinderen op te vangen, geef je ook familiale normen, waarden en tradities aan ze door. Daarbij biedt een hechte extended family ook heel veel veiligheid en geborgenheid voor kinderen. Ze hebben rolmodellen uit verschillende generaties. Altijd genoeg mensen je op te vangen, om je verhaal aan kwijt te kunnen, je zorgen te delen."

'We leggen al onze hoop en dromen in dat ene kwetsbare verbond'

Moeten we dan weer terug naar constructies waarbij meerdere generaties met elkaar in een huis of in dezelfde straat wonen? Jacqueline Zirkzee plaatst daar vanuit historisch perspectief wel een kanttekening bij. "Het feit dat gezinnen nu meer op zichzelf zijn, heeft zo z’n nadelen, maar het heeft ook heel veel vrijheid en onafhankelijkheid gebracht: de ruimte om je eigen weg te gaan, met weinig ongeschreven regels, geen strikte sociale controle. Veel mensen zouden die vrijheid niet meer kwijt willen. Dat het autonome gezin - wat overigens niet per se het heteroseksuele kerngezin hoeft te zijn - door veel mensen als ideaal wordt gezien, komt ook omdat veel mensen het als een prettige manier van leven ervaren."

Volgens Karin Wissenburg (60), organisator van Café De Liefde, een evenement waarbij mensen samenkomen om over het thema liefde te praten, gaat het er niet zozeer om dat het kerngezin geen bestaansrecht meer heeft, maar dat het al zou schelen als we het wat minder op een voetstuk zouden plaatsen:

"We verwachten tegenwoordig zoveel van het gezin", zegt zij. "We leggen al onze hoop en dromen in dat ene kwetsbare verbond. En dat moet ons dan ook alles brengen. Het moet leuk zijn. We moeten een goede band met onze kinderen hebben. Een baan ernaast. We moeten romantische liefde met onze partner hebben. En dat ook zo houden. En als we dat niet voor elkaar krijgen en er volgt een echtscheiding of de samenstelling van het gezin verandert, dan zijn we teleurgesteld. In onszelf en elkaar. En hebben we het gevoel dat we hebben gefaald."

Zelf is zij tien jaar geleden gescheiden. "Ik was daar destijds erg verdrietig en teleurgesteld over. Maar in de tijd die volgde, heb ik mogen onderzoeken en ervaren dat er zoveel verschillende manieren van liefhebben en samenleven zijn. En als je niet met iemand oud wordt of als je niet altijd in de oorspronkelijk gezinsconstructie samen blijft, betekent dat dan dat de relatie of het gezin een mislukking is geweest? Ik denk het niet. Ik denk dat we er veel gelukkiger van worden als we accepteren dat relaties en de manieren waarop je met elkaar wilt samenleven kunnen veranderen."

En de kinderen dan? Zijn zij dan niet gebaat bij opgroeien in een stabiele gezinsconstructie? Wissenburg: "Zeker, maar kinderen zijn vooral gebaat bij veiligheid en geborgenheid. En dat kun je op heel veel manieren bieden. Bovendien zijn kinderen flexibeler dan we denken, als tenminste beide ouders goed en respectvol met elkaar blijven omgaan."

Het is volgens haar maar de vraag of de hoge verwachtingen die we van het kerngezin hebben voor kinderen wel zo gunstig zijn. "Want bij een tegenslag als een echtscheiding of een overlijden, ligt dat ene kwetsbare verbond al snel uit elkaar. Ik denk dat kinderen er juist baat bij hebben als ze zich geborgen weten in een breder netwerk van dierbaren dan alleen hun eigen gezin."

'Zo zijn kinderen minder afhankelijk van het slagen van de romantische liefde van hun ouders'

Juist omdat echtscheidingen ingrijpend zijn voor kinderen, denkt Wissenburg dat realistischer en minder hooggespannen verwachtingen rondom het kerngezin geen kwaad kunnen. "Neem bijvoorbeeld ouders die met elkaar de commitment aangaan om in elk geval samen hun kinderen groot te brengen en hun relatie daarna her-evalueren. Of stellen met partners van hetzelfde geslacht die met een alleenstaande vrouw een co-ouderschap aangaan. In die nieuwe vormen is het kind al minder afhankelijk van het al dan niet slagen van de romantische liefde van hun ouders."

En die nieuwe vormen zijn volgens David Brooks niet voor niets in opkomst. Dat steeds meer kinderen opgroeien in samengestelde gezinnen, lappendekengezinnen en regenbooggezinnen is volgens David Brooks een teken dat mensen op zoek gaan naar gezinsvormen die passen bij de huidige realiteit. Op die manier ontstaan nu weer een nieuw soort extented families: grotere verbonden van mensen die de zorg voor kinderen met elkaar delen en samen de veerkracht hebben om klappen van het leven kunnen opvangen. Want het is zoals het oude gezegde: it takes a village to raise a child. En dat is eigenlijk altijd zo geweest.

Lees meer over
GezinSamenlevingPersoonlijkOpvoeding