Schooljaar van start: 34 miljoen voor kinderen uit kansarme wijken
Hulp krijgen bij het geven van een spreekbeurt, je verder ontwikkelen via sport of je door extra programmeerlessen alvast klaarstomen voor een toekomstige baan. Daar krijgen tienduizenden leerlingen uit wijken waar dat het hardst nodig is dit schooljaar extra ondersteuning voor. Het kabinet trekt er 34 miljoen voor uit.
"De hulp die je vanuit je omgeving krijgt, is heel belangrijk voor je toekomst", zegt minister Wiersma voor Primair en Voortgezet Onderwijs. De overheid hoopt met het plan meer kansen te creëren voor de jeugd. De komende jaren loopt het bedrag ervoor zelfs op tot honderden miljoenen.
Het gaat om kinderen in kwetsbare omstandigheden. Zij wonen in wijken met de meeste werkloosheid en de laagste inkomens, want juist daar krijgt volgens de minister niet iedereen vanuit huis de beste ondersteuning.
"Niet iedereen krijgt thuis alle ruimte of hulp om huiswerk te maken. Soms kunnen je ouders je niet goed begeleiden. Of is er geen geld om je aan te sluiten bij een sportvereniging. Dan zou het erg helpen dat je op school en in de buurt meer mogelijkheden vindt om dat wel te doen", legt de minister uit.
250 scholen
De ontwikkeling van leerlingen gaat natuurlijk over meer dan leren lezen, rekenen en schrijven. "Dat vormt je niet alleen als kind, maar bepaalt straks ook de kansen op het vinden van een mooie baan en om je te redden in de samenleving."
De portemonnee of de mogelijkheden van ouders zouden volgens Wiersma geen invloed mogen hebben op de kansen van hun kinderen. Het programma genaamd 'School en Omgeving' wordt nu uitgerold op 250 scholen. De scholen gaan hiervoor samenwerken met gemeenten, kinderopvang, sport- en muziekclubs en andere lokale partijen.
"Iemand van de bibliotheek helpt je met lezen, iemand anders geeft huiswerkbegeleiding, of iemand van een sportvereniging gaat met jou en de hele klas sporten", zegt Wiersma. De extra activiteiten en ondersteuning vinden op of rond de school plaats. Voor leerlingen is dit een veilige plek waar ze toch al zijn. De drempel om mee te doen is hierdoor laag.
Programma straks voor heel Nederland
Scholen bepalen samen met de lokale organisaties wat voor extra activiteiten hun leerlingen nodig hebben. "Dat betekent dus ook dat het programma niet zomaar meer werk betekent voor leraren en ander onderwijspersoneel."
De minister zou graag zien dat ouders helpen met iets organiseren voor leerlingen, zodat iedereen bijdraagt aan de gelijke kansen voor kinderen. "Ouders, scholen, sport- en muziekverenigingen, maar het zou ook heel goed kunnen dat meer mensen en organisaties uit de buurt betrokken raken bij de ontwikkeling van de leerlingen."
In 45 regio's die zo'n soort aanpak momenteel al hebben, wordt gekeken welke activiteiten het beste werken. Zo wordt een methode ontwikkeld waarmee volgens de minister op lange termijn veel meer leerlingen geholpen kunnen worden.
Het programma is onderdeel van de afspraken in het coalitieakkoord. Het kabinet trekt voor kansenongelijkheid de komende jaren in totaal 1 miljard euro uit. Volgens de minister zal het programma ergens in de komende jaren dus ook beschikbaar worden voor heel Nederland.