Doodsbange families ontvluchten Rafah: 'Geen veilige plek meer'

Dat blijkt uit een nieuwe schatting van de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen UNRWA. "Er is geen veilige plek om naartoe te gaan", aldus het belangrijkste VN-agentschap dat hulp levert aan de Palestijnen.

Op foto's is te zien hoe families met huisraad en al over straat trekken om opnieuw te vluchten uit Rafah, waar circa 1,4 miljoen mensen schuilen. Zij lijken gehoor te geven aan de oproep van het Israëlische leger om het oostelijke deel van de Gazaanse stad te verlaten. Daar zegt Israël bezig te zijn met een 'nauwkeurige antiterreuroperatie' waarbij Hamas-militanten zijn gedood.

Tekort aan eten en drinken 

Nabij de grens met Egypte ontstaan nieuwe tentenkampen van ontheemde Palestijnen. Zij trekken onder meer naar Al Mawasi, een smalle nederzetting aan de Middellandse Zee die volgens Israel een 'veilige humanitaire zone' vormt. Mensenrechtenorganisaties spreken dat tegen en zeggen dat mensen in dat gebied zitten opgesloten en te maken hebben met een ernstig tekort aan eten en drinken en ook geregeld met bombardementen.

Ook trekken mensen naar Nuseirat, een permanent vluchtelingenkamp dat grofweg in het midden van de Gazastrook ligt. Vlak voor de bloedige Hamas-aanslagen van 7 oktober woonden ruim 85.000 mensen in het overbevolkt kamp van nog geen 0,7 vierkante kilometer. Nuseirat bestaat uit provisorische woningen en heeft een vervuilde watervoorziening. Het vluchtelingenkamp is de afgelopen maanden meermaals getroffen door luchtaanvallen, bij een daarvan kwamen half maart zeker 36 mensen om het leven, onder wie ook kinderen.

'Levensreddende hulp wordt verstikt'

De VN maakt zich ondertussen zorgen over de toevoer van humanitaire hulpgoederen. Deze 'levensreddende hulp' wordt 'verstikt' door Israël door middel van het sluiten van de grensovergang bij Rafah, zei de VN-organisatie voor Humanitaire Zaken (OCHA) begin deze week. Via die grensovergang komt ook brandstof de Gazastrook binnen, die noodzakelijk is voor vrachtwagens met hulpgoederen en het draaiende kunnen houden van ziekenhuizen.

De Israëlische premier Benjamin Netanyahu heeft gezegd dat Israël Rafah moet binnentrekken om de resterende bataljons van Hamas uit te schakelen. Maar een groeiende groep landen probeert een Israëlische inval van Rafah te voorkomen. Volgens de Amerikaanse buitenlandminister Blinken heeft Israël geen 'geloofwaardig plan' om de burgers die schuilen in het gebied te beschermen. Om die reden besloot de VS, de trouwste bondgenoot van Israël, deze week om de levering van bommen te onderbreken.

De Duitse bondskanselier Olaf Scholz vindt een offensief in Rafah 'onverantwoord', zo zei hij vandaag tijdens een talkshow in Potsdam. "Wij waarschuwen hiervoor en geloven niet dat er een mogelijkheid bestaat die uiteindelijk niet zal leiden tot grote verliezen van levens van onschuldige burgers", zei Scholz. Ook Duitsland is een bondgenoot van Israël en levert voor miljarden aan militair materieel aan dat land.

Door de oorlog in de Gazastrook zijn inmiddels zeker 35.000 doden gevallen en zijn honderdduizenden mensen op de vlucht geslagen. Gaza ligt grotendeels in puin, er zijn structurele water- en voedseltekorten, terwijl een politieke oplossing van het conflict op dit moment ver weg lijkt.

'Politieke wil nodig'

Volgens de Egyptische minister van Buitenlandse Zaken, Sameh Shoukry, is 'politieke wil' juist nodig om tot een staakt-het-vuren te komen. Egypte treedt samen met Qatar op als bemiddelaar, en hoopt op een spoedige wapenstilstand waarbij Hamas de resterende Israëlische gijzelaars vrijlaat. 

Tegelijkertijd wijzen de Egyptenaren op 'de directe aanvallen op burgers en de vernietiging van de infrastructuur in de Gazastrook'. Om die reden sluit Egypte zich aan bij de rechtszaak die Zuid-Afrika heeft aangespannen tegen Israël bij het Internationale Gerechtshof waarbij dat land wordt beschuldigd van het schenden van het Genocideverdrag.