Rapport: overvol stroomnet kost tot wel 35 miljard aan economische groei
Het overvolle stroomnet kost de BV Nederland tot wel 35 miljard euro. Per jaar. Dat gigantische bedrag zit 'em in bedrijven die niet kunnen uitbreiden, de haperende woningbouw en wind- en zonneparken die niet aangesloten kunnen worden.
Al met al scheelt dit de economie tussen de 10 en 35 miljard euro aan inkomsten, blijkt uit onderzoek van Boston Consultancy Group (BCG). Het gaat bijvoorbeeld om nieuwe datacentra die zich niet in ons land vestigen maar in een ander land.
Het grootste deel van de inkomsten die 'we' mislopen, komt van bedrijven die hun plannen niet kunnen uitvoeren. "Ongeveer 80 procent", aldus Thijs Venema, een van de auteurs van het onderzoek van het wereldwijd opererende adviesbureau. "Die groei die zij mislopen, is een groot deel van de waarde waar we het over hebben."
Netcongestie
Daarnaast kost het overvolle stroomnet - ook wel samengevat als netcongestie - zo'n anderhalf miljard euro per jaar aan verspilde zonne- en windenergie, doordat dit niet aan het net geleverd kan worden. Dat scheelt 3 gigawatt aan stroom die opgewekt had kunnen worden, genoeg voor 3 miljoen huishoudens. Ook woningen die niet gebouwd kunnen worden, drukken de economische groei.
De onderzoekers hebben zich gebaseerd op een eerder onderzoek, van het bureau Ecorys. Daaruit blijkt dat onze economie tot wel 4000 euro misloopt voor elke megawattuur aan opgewekte stroom die niet gebruikt kan worden omdat het elektriciteitsnet het niet aankan.
Dat bedrag vermenigvuldigd met het aantal bedrijven dat staat te springen om elektriciteit, levert het duizelingwekkende bedrag van tot wel 35 miljard op. Er gaapt een gat van 9 miljoen megawattuur tussen wat er aan stroom geleverd kan worden en waar vraag naar is.
Bedrijven nemen de wijk
Het bedrag kan nog verder oplopen als bedrijven die veel energie nodig hebben ons land verlaten. Stel dat 10 procent van dit soort bedrijven uit Nederland vertrekt, kost dat op jaarbasis nog eens 15 miljard euro.
Om dat te voorkomen, geeft BCG enkele adviezen. De belangrijkste? "Bedrijven helpen om aan de vraagkant te flexibiliseren", aldus Venema. Als bedrijven die wel een aansluiting hebben hun verbruik iets versoepelen, levert dat ruimte op het net op om andere bedrijven ook aan te sluiten.
Daar zijn overigens wel extra investeringen voor nodig, om bedrijven met vergoedingen te verleiden om hun stroomverbruik aan te passen. "We subsidiëren met name de opwek van duurzame energie, we zijn nog niet zo ver met de flexibilisering van de afname", legt Venema uit.
En dat moeten we dan niet zien als kostenpost, bepleit hij. "Maar als investering in de competitiviteit en het verdienvermogen." Die 'framing' aanpassen is een hele belangrijke stap, aldus Venema. De investeringen verdienen zichzelf ook weer terug, omdat de schatkist ook profiteert van een groeiende economie, voegt hij nog toe.
Een andere aanbeveling is om wellicht een iets groter risico op stroomstoringen te accepteren dan we nu doen. Er zijn maar drie landen ter wereld waar het aantal minuten storing per jaar lager was dan in Nederland (in 2018): Denemarken, Duitsland en Zwitserland. Het Nederlandse elektriciteitsnet is meer dan 99,99 procent van de tijd up and running.
In 2018 lag de stroom per aansluiting er gemiddeld 34 minuten af, door geplande en ongeplande storingen. Ter vergelijking: in de VS ging het om 192 minuten in dat jaar.
Maak andere risicoafweging
De kosten van een stroomstoring overdag in de Randstad zijn ongeveer 70 miljoen euro, blijkt uit een ander onderzoek. Zet dat eens af tegen de miljarden die het overvolle net de samenleving kost, aldus de onderzoekers. En maak dan nog eens een andere risicoafweging.
Als netbeheerders minder grote buffers aan capaciteit aanhouden, kan er meer stroom door het net. De kans op storingen wordt dan weliswaar groter, maar die kosten wegen wel op tegen de baten. Hiervoor is wel medewerking van toezichthouder ACM nodig, die streng in de gaten houdt dat netbeheerders binnen de lijntjes blijven van het aantal minuten dat er storing mag zijn.
"Het is voorstelbaar dat je hiernaar gaat kijken", reageert een woordvoerder van de ACM. Hij legt uit dat er geen norm is met een exact aantal minuten. "Maar het is een dichtbevolkt land. Het gaat dus om een evenwicht tussen betrouwbaarheid en capaciteit op het net."