Nieuwe Rotterdamse straten vernoemd naar strijders tegen slavernij

In 2021 nemen de eerste bewoners hun intrek in hun huis aan de Tulastraat. Andere gekozen straatnamen zijn het Thicopad, Janey Tetarypad, Virginia Graaipad en Bonipad. De vijf streden tegen koloniale overheersing op Curaçao, Aruba en in Suriname.

Het idee om een straat naar Tula te vernoemen kwam in november vorig jaar van de Rotterdamse inwoner Simão Miguel. Hij tipte de commissies die erover gaan. Een commissieadvies werd later weer omarmd door wethouder Bert Wijbenga van Integratie en Samenleven.

Miguel is blij met de straatnamen. "Het is goed dat het koloniale verleden zichtbaar is in Rotterdam. Niet alleen de kant van de overwinnaars maar ook de kant van de mensen die streden tegen die overheersers. Dat zijn echte helden die verzet leverden. Een inspiratiebron voor iedereen in de stad."

Amsterdam kondigde vorig jaar al aan straten te gaan vernoemen naar mensen die hebben gestreden tegen kolonialisme en slavernij in Indonesië, op de Antillen en in Suriname.

Burgemeester Femke Halsema maakte dat bekend tijdens Keti Koti, de jaarlijkse herdenking van het slavernijverleden. Ze had het toen onder meer over de Surinaamse activisten Otto en Hermina Huiswoud en de Curaçaose schrijver Frank Martinus Arion.

Wie waren de strijders van de straatnamen?

Tula

Tula was de leider van de belangrijkste opstand van slaafgemaakten mensen op Curaçao. Hij begon samen met een groep mede-slaven op 17 augustus 1795 een opstand op de plantage Knip, waar hij werkte. In 2010 is Tula uitgeroepen tot nationale held van Curaçao. Ieder jaar wordt op 17 augustus de opstand herdacht op Tula-dag.

Boni

In Suriname was Boni de grootste verzetsstrijder tijdens de slavernij. Hij werd in 1730 geboren in de jungle, als zoon van een weggelopen slaafgemaakte vrouw. Hij sloot zich aan bij een groep vrijheidsstrijders en werd één van de leiders van die groep toen hij volwassen was.

Met die groep kwam hij in opstand tegen het koloniale bewind. Zo werden plantages aangevallen. Daarbij werden vrouwen bevrijd en voorraden, gereedschap en wapens meegenomen. Uiteindelijk werd Boni in zijn slaap vermoord in 1793. 

Thico 

Thico was een slaafgemaakte man die op het land moest werken. Hij was een woordvoerder van de opstandelingen op Aruba. Samen met zo'n 30 andere slaafgemaakten keerde hij zich in 1795 tegen zijn 'eigenaar'. Als straf werd hij verscheept. Uiteindelijk moest hij als sjouwerslaaf werken in Fort Amsterdam. 

Janey Tetary

Janey Tetary kwam in 1880 vanuit India terecht op de Surinaamse plantage Zorg en Hoop. Ze was een leider van protesten tegen de werkomstandigheden van de Hindostaanse contractarbeiders op plantages.

Uiteindelijk organiseerde Tetary in 1884 een opstand om te strijden voor de beloofde betaling en een menswaardig bestaan. Die opstand werd na twee dagen neergeslagen en het koloniaal bestuur liet Tetary en zeven anderen ter dood brengen.

Virginia Graai

Virginia Dementricia, later Virginia Gaai, is een symbool van verzet tegen slavernij op Aruba. Ze was een slaafgemaakte vrouw die op Aruba in opstand kwam tegen haar 'eigenaren'. Na een poging om weg te lopen, een celstraf en lijfstraf werd ze in 1860 verkocht. 

Het laatste wat over haar bekend is, is dat ze in 1867, na de afschaffing van de slavernij, een zoon kreeg: Marcelino Martis.