Lerarentekort blijft toenemen ondanks forse investeringen
Het gaat niet goed met het aantal leraren voor de klas. Het basis- en speciaal onderwijs heeft te kampen met een lerarentekort van 9800 voltijdbanen. Dat zijn er 100 meer dan vorig jaar. In het voortgezet onderwijs is er een tekort van 3800 voltijdbanen. Dat schrijven de ministers Robbert Dijkgraaf en Mariëlle Paul aan de Tweede Kamer.
Ook het tekort aan schoolleiders in het basis- en speciaal onderwijs is het afgelopen jaar met zo’n 100 voltijdbanen toegenomen, tot 1200. De tekorten betreft vooral de vier grote steden en Almere. De tekorten in het voortgezet onderwijs gelden vooral voor aantal specifieke vakken, waaronder wiskunde, natuurkunde en de talen.
Die tegenvallende cijfers rond het lerarentekort zijn opmerkelijk. Het kabinet heeft de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in de aanpak van het lerarentekort. Zo is vorig jaar afgesproken om jaarlijks 1,5 miljard euro te investeren in leraren en ander onderwijspersoneel. Daarmee zijn onder meer de salarissen voor leraren in het basis- en speciaal onderwijs gelijkgetrokken met de salarissen in het voortgezet onderwijs.
Ook werd daarmee de werkdruk aangepakt en kreeg onderwijspersoneel op scholen met veel kwetsbare leerlingen een extra toelage bovenop het salaris.
Opleidingen
Desondanks nam de instroom van nieuwe leraren vanuit de opleidingen dit jaar niet toe. De instroom van studenten op de pabo daalde dit jaar met bijna 3 procent. Ook voor de tweedegraadsopleidingen is de verwachting dat het totaal aantal inschrijvingen blijft dalen met ongeveer 3 procent ten opzichte van vorig jaar. Eerstegraadsopleidingen in het hbo zijn populairder, daar is een verwachte stijging van bijna 3 procent.
Een ander positief ding is dat het afgelopen jaar het aantal mensen dat vanuit een ander beroep ervoor kozen om leraar te worden, zogeheten zij-instromers, is toegenomen met 15 procent tot inmiddels bijna 2300.