Nooit meer

Merel (38) wil nooit meer ruzie met de buren: 'Ik werd angstig en opgefokt'

Door Anne Broekman··Aangepast:
© iStockMerel (38) wil nooit meer ruzie met de buren: 'Ik werd angstig en opgefokt'
RTL

In deze wekelijkse rubriek vertellen mensen over iets dat zij 'nooit meer' willen meemaken, nooit meer willen doen of juist nooit meer willen laten. Deze week: tien jaar geleden kochten Merel en haar vriend hun droomhuis. Helaas veranderde dit in een nachtmerrie toen zij nieuwe onderburen kregen die voor geluidsoverlast zorgden. "Ik was bang in mijn eigen huis."

"Toen Jeroen en ik het pand zagen werden we er meteen verliefd op. De mooie raampartijen, de hoge plafonds met ornamenten en het ruime dakterras: het was een plaatje en ik was dolgelukkig toen ons bod geaccepteerd werd. De ligging kon ook niet beter: midden in het centrum van onze stad, op loopafstand van het station.

We konden er zo in omdat het huis net helemaal was opgeknapt. Onze onderburen waren een lief en rustig stel met kinderen, waar we goed mee overweg konden. Nooit hadden we last van elkaar. Dat veranderde toen zij vijf jaar geleden gingen verhuizen. Ik krijg nog buikpijn als ik denk aan wat er daarna allemaal is gebeurd."

Toeslagenaffaire-gedupeerde Janet wil nooit meer 'n lege koelkast: 'Leven is totaal ontwricht'
Lees ook

Toeslagenaffaire-gedupeerde Janet wil nooit meer 'n lege koelkast: 'Leven is totaal ontwricht'

"Achteraf kan ik mezelf wel voor mijn kop slaan, maar toen onze onderburen hun huis te koop zetten, plaatste ik hun Funda-link op mijn Facebook. Bekenden van mij stuurden dat weer door naar hun kennissen, en zij kochten het huis. Nu denk ik: had ik dat maar nooit online gezet, dat had me een hoop ellende bespaard. Toen ik onze nieuwe onderburen Lieke en Bart ontmoette, vond ik vooral hem een rare en opgefokte indruk maken. Doorgesnoven, zo zou ik hem omschrijven.

Maar Jeroen en ik wilden graag proberen om een goede burenband met ze op te bouwen. We zijn een paar keer iets met hen gaan drinken. Dat was op zich best gezellig, al merkte ik wel dat Lieke en Bart meer op status – beiden hadden een dikke baan – gericht waren. Ook waren ze flinke feestgangers. Ze vertelden dat ze vaak naar houseparty’s gingen en dan partydrugs gebruikten. Daar waren ze heel open over. Mij verbaasde het dat ze zo hard konden feesten terwijl ze zulke drukke en verantwoordelijke banen hadden. Maar goed, dat was niet mijn probleem. Dácht ik."

"Alles veranderde toen anderhalf jaar geleden Covid toesloeg. Iedereen zat plots hele dagen thuis, en dat gold natuurlijk ook voor Lieke en Bart. Alle feesten die ze normaal gesproken samen afliepen, gingen niet meer door. En dus gingen ze thuis hun herrie draaien. Snoeiharde techno, de hele dag door. Het begon op vrijdagmiddag en ging tot zondagavond door. Vooral de dreunende bas maakte me gek. De kopjes trilden mijn kast uit en als ik een serie keek hoorde ik alleen maar 'boem boem'. Al een paar weekenden had ik Bart en Lieke vriendelijk geappt of het misschien iets zachter kan, maar daar kreeg ik amper reactie op en het volume ging nooit lager. Ik werd gewoon afgeserveerd.

Dus besloot ik langs te gaan om te vragen of de muziek iets zachter kon. Ik belde aan en vroeg het een beetje geërgerd. Mijn verwachting was dat ze zouden zeggen: 'Tuurlijk, geen probleem, sorry voor de overlast!' Ik zat er compleet naast. Bart snauwde dat ik me aanstelde en dat ik niets kon hebben. Ik moest hen gewoon hun lolletje gunnen. Ik was stomverbaasd. Ik vind dat als je in een stad dicht op elkaar woont, je rekening met je buren moet houden. Blijkbaar denkt niet iedereen daar zo over."

Doorgesnoven aso's

"De geluidsoverlast ging onverminderd door. Nadat we weer een heel weekend dat gedreun hadden aangehoord, was ik er op zondag knettergek van geworden. Jeroen stuurde een appje naar Bart met de vraag of het wat zachter kon. Een minuut later stonden Bart en Lieke briesend voor onze deur. 'Kuthoer! Jij loopt overal over te zeiken!', gilde Bart naar mij, met de toevoeging dat ik niet spoorde. 'Ik sla je op je bek', schreeuwde hij vervolgens.

Toen ik terugriep dat zij doorgesnoven aso’s waren, stoof Lieke naar voren om mij aan te vallen. Gelukkig bleef Jeroen rustig. Hij ging voor mij staan en wimpelde Lieke en Bart af, die toen vertrokken. Ik was me rot geschrokken en over mijn hele lijf aan het shaken. Vanaf dat moment was ik totaal niet meer op mijn gemak in mijn eigen huis. Beter gezegd: ik was gewoon bang."

"Zo vaak als ik kon bleef ik bij mijn ouders of een vriendin slapen. Als ik naar huis ging, nam ik expres een omweg zodat ik van de andere kant de straat in kwam en niet langs hun raam hoefde te lopen. Als ik Bart of Lieke buiten tegenkwam, stak ik snel de straat over. En was ik thuis maar moest ik nog boodschappen doen, dan kreeg ik al buikpijn bij het idee om naar buiten te gaan.

De politie inschakelen wilden Jeroen en ik allebei niet. Wat konden zij doen? De muziek was vaak de hele dag aan, van drie tot elf uur. Maar daarna was het stil. Bovendien zouden Lieke en Bart zich presenteren als zeer voorkomende yuppen. Ik wist dat ik aan het kortste eind zou trekken en was bang dat een belletje naar de politie de boel nog meer op de spits zou drijven. Maar de pesterijen gingen door. Het viel Jeroen ook op dat het soms de hele dag daar stil was, maar zodra ik thuiskwam knalden ze de muziek aan met het volume omhoog. Kinderachtig en bloedirritant."

'Geen enkel geluid kon ik meer verdragen. De beat van hun muziek ging als een drilboor door me heen.'

"De intimidaties gingen me niet in de koude kleren zitten. Ik werd er angstig, huilerig en opgefokt van. Geen enkel geluid kon ik meer verdragen. De beat van hun muziek ging als een drilboor door me heen. Vaak ging ik maar op onze slaapkamer zitten, want daar hoorde ik Bart en Lieke minder goed. Ik voelde me verbannen in mijn eigen huis. Ook met Jeroen liepen de irritaties op. Ik had door alles continu een kort lontje en was vaak weg om maar het huis te ontvluchten, dus het werd er niet gezelliger op tussen ons.

Voor mij werd het langzaam maar zeker duidelijk dat ik daar weg wilde. Hoe fantastisch ons huis ook was, ik was er niet meer gelukkig. Toen ik Jeroen andere toffe huizen op Funda liet zien, ging hij gelukkig snel overstag. Na een bezichtiging op een mooie bovenwoning deden we een bod dat diezelfde dag werd geaccepteerd. Ik sprong een gat in de lucht. En toen ons eigen huis binnen een week werd verkocht, viel er een last van me af."

"We wonen nu sinds een half jaar in ons nieuwe huis. Onze onderburen zijn vriendelijk en rustig. Deze woning heeft dikke muren, daar hebben we op gelet toen we ‘m kochten. Eindelijk kom ik weer blij thuis. Ik heb geen seconde heimwee gehad naar ons vorige huis. Dat voelde niet meer als thuis, ik kreeg er buikpijn van. Ik zou er nooit meer willen wonen, het had geen goede vibe meer.

Covid en de lockdowns waren al rottig, maar de burenruzie heeft deze periode nog veel stressvoller gemaakt. Laatst had ik de auto in onze oude straat geparkeerd, en meteen overviel me weer dat gejaagde en angstige gevoel van toen. Nooit meer wil ik zulke aso-buren hebben. Ik ben vooral heel blij dat ik nu van ze af ben."

*De namen van Merel, Jeroen, Bart en Lieke zijn gefingeerde namen. 

Wil je geen aflevering van deze rubriek missen? Klik dan op de Nooit Meer-tag hieronder en vervolgens linksboven op 'Volgen'.

Nooit meer? 

Wil jij ook je verhaal kwijt en vertellen wat je 'nooit meer' wil meemaken, doen of juist laten? We zijn benieuwd naar jouw verhaal. Mail ons op weekendmagazine@rtl.nl

Lees meer over
Nooit meerGeluidshinderBurenruzieWonen