Ombouwen van kantoren en winkels naar huizen schiet niet op
In 2021 zijn 9455 nieuwe woningen gerealiseerd met het ombouwen van kantoren, winkels en fabrieken tot appartementen of andere woonruimte. Dat is het laagste aantal sinds zeven jaar, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het staat haaks op wat minister de Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening wil. Die zei deze zomer dat er 15.000 huizen per jaar moeten komen door transformatie. Dat aantal wordt dus lang niet gehaald.
Klein aandeel
Het aantal woningen dat ontstaat door de ombouw van gebouwen met andere functies is goed voor 10 procent van het totale aantal nieuwe woningen in 2021, meldt het CBS. In de afgelopen zeven jaar heeft het transformeren van fabrieken, kantoren en winkels 76.000 woningen opgeleverd.
Dat het vorig jaar tegenviel, snapt Peter Boelhouwer wel. "Alles wat makkelijk om te bouwen was, is gebeurd, het laaghangende fruit is op", zegt de hoogleraar huisvesting van de TU Delft.
Niet geschikt om te wonen
Het is nu een stuk moeilijker om geschikte panden te vinden. "Of kantoorpanden staan niet op de geschikte plek voor woningen, zoals langs de snelweg. Daar wil niemand wonen."
En omdat de economie groeit, is er niet alleen veel vraag naar woningen, maar ook naar bedrijfsgebouwen en werkplekken. Daardoor zijn er dus minder lege gebouwen om te transformeren, legt de hoogleraar uit. "In de Randstad is nog steeds behoefte aan kantoorpanden."
Daarnaast speelt mee dat een gebouw ook voldoende moet opbrengen voor de eigenaar – anders zal die het niet willen verkopen.