De vijf spelregels van... afvallen
Het wemelt van de ongeschreven regels in het leven. Wetmatigheden die niemand je vertelt, maar waar iedereen een mening over lijkt te hebben. In deze rubriek nemen we iedere week een situatie of gelegenheid onder de loep: hoe hoort het daar eigenlijk? Deze week: de vijf spelregels van afvallen.
De situatie
Als er meer jij aan je lijf zit dan je zelf wenst, of dan misschien goed voor je is, dan kun je ervoor kiezen om de boel te laten slinken. Afvallen dus. Glad ijs (sorbet!), want de meningen en adviezen vliegen je om de oren als je niet oppast. Daarom hier een lijstje met de mores.
De spelregels
1. Heb geen haast
Feit: die kilo’s zijn er niet in één maand aangekomen, dus ze zijn er ook niet in één maand af. Ja, twee of drie misschien. Maar met 10+ moet je ouderwets geduld hebben. Dat weet ook Janneke, die zichzelf drie jaar de tijd gunde om maar liefst 55 kilo af te vallen. En met succes, want ze is nog altijd op gewicht. Tranquillo dus.
2. Geen poging maar een plan
Aan 'even kijken of het lukt' heb je niks. Nada. Noppes. Althans, niet als je wil afvallen. Neen, goed afvallen vraagt niet om een poging maar om een plan, weten ze bij Het Voedingscentrum. Om het besluit dat je iedere maandag en donderdag staat te boksen of een rondje rent. Om het besluit dat je ‘s avonds op de bank een sinaasappel eet in plaats van met chocolade overgoten sinassnippers. In de basis is afvallen nu eenmaal zorgen dat je meer calorieën verbrandt dan dat je binnenkrijgt. Het is aan jou hoe je dat doet. En zet vooral ook in je plan wat je gaat doen op de moeilijke momenten. Scheelt je twijfelen als het toch al uitdagend is.
3. Schakel een hulplijn in
Is een eierkoek nu wel of niet een goed idee? Val je van wandelen ook af? Hoe lang moet ik fietsen voor een stroopwafel? Het is een woud aan beterweters als het om afvallen gaat. Heb je graag wat houvast, zet dan een hulplijn in. Kies er één. Of dat nu een afvalclubje is, een personal trainer of een diëtist. Kies je koers en blijf daarbij, want de enige met wie je echt kunt vergelijken ben jezelf.
4. Vier je victorie
Smelten die cellen van je dijen, dan ben je goed bezig. Hoezee! Sta tussen al dat trainen door ook af en toe stil bij je prestaties en vier je victorie. Een nieuwe broek bij -5 kilo, een nieuw kookboek, of een grote shout-out naar jezelf bij een overwinning-zonder-weegschaal, als je bijvoorbeeld ineens met gemak 40 kilometer kunt fietsen zonder hijgend over je stuur te hangen. En wil je af en toe lekker snacken? Dat kan nog steeds, zolang je de 80-20-regel hanteert. Als je gezond eet én sport, kun je best een patatje eten. Als je ‘m er morgen vanaf rent tenminste.
5. Verpak een sneer niet als compliment
Als je niet zelf de afvallige bent, maar iemand in je omgeving ziet slinken, weet dan wat je zegt. "Wat zie jij er ineens goed uit!", is vast aardig bedoeld, maar riekt toch ook naar een verkapte belediging. "Wat een lijntje!" Ook zo een. Niet heel bodypositief om pas een compliment te geven als het lijf binnen een kader past. Zeg liever: 'Wat ben je goed bezig', of 'Je straalt'. Net zo zoet om te zeggen, zonder een bittere nasmaak.