Deze experts willen met hun boek realistisch beeld geven van kindermisbruik: 'Vaak bekende'
Zedenrechercheur Pieter Melsen en klinisch psycholoog Iva Bicanic werken veel met kinderen die seksueel zijn misbruikt. Om hen en hun omgeving te ondersteunen, maakten ze samen een boek, waarvoor ze meer dan 300 - inmiddels volwassen - slachtoffers spraken. "Het maakt echt uit hoe je als ouder reageert."
In Charlie, een boek over aanraken en aanzitten, maakt de lezer kennis met Charlie, een jongen die met zijn ouders en zusje in een huis op een heuvel woont. Charlie komt graag over de vloer bij zijn buren, Jan en Indra. Charlie helpt Jan met klusjes, Jan komt kijken bij zijn voetbalwedstrijden en iedereen vindt het leuk dat Charlie en Jan zo goed met elkaar overweg kunnen. Als Jan Charlie uitnodigt voor een kampeertripje met z’n tweeën, vindt niemand dat dan ook gek. Maar ’s nachts, als Charlie slaapt, kruipt Jan bij hem in bed en zit hij onder de dekens aan hem.
Zo gaat het bij seksueel misbruik vaak, weten zedenrechercheur Pieter Melsen en klinisch psycholoog Iva Bicanic. "Rond kindermisbruik heerst bij velen nog steeds het clichébeeld van de vieze man in de bosjes, maar in 85 procent van de gevallen is de dader een bekende van het kind. Een bekende die het kind vertrouwt." Het is een van de redenen dat ze dit boek wilden maken: om zo realistisch mogelijk weer te geven hoe het er meestal aan toegaat.
Ervaringen van 300 slachtoffers
Behalve uit hun eigen expertise putten ze daarbij uit de ervaringen van 300 volwassenen die als kind seksueel misbruikt zijn. Bicanic: "Toen we de contouren van het verhaal hadden staan, hebben we op sociale media gevraagd naar ervaringen van mensen die het zelf als kind hebben meegemaakt. We vroegen: hoe noemde jij het toen, hoe ging je ermee om, hoe hield je het vol, wat dacht je, wat voelde je? Met hun antwoorden hebben we de grote lijnen verder verfijnd, om het boek zo herkenbaar mogelijk te maken."
Zo beschrijven ze dat Charlie verstijft van schrik als Jan aan hem zit, en dat hij ondertussen de bloemetjes telt op de gordijnen van de caravan. Bicanic: "Veel kinderen denken tijdens het misbruik aan iets anders. Ze vluchten mentaal omdat ze dat fysiek niet kunnen."
In hun latere leven kan dat mechanisme voor problemen zorgen, weet de klinisch psycholoog. "Als je als kind leert om dissociatie in te zetten als de stress oploopt, doe je dat vaak nog steeds bij doorsnee stresssituaties waarin dat niet helpend is."
Geheimhouding opleggen
Wat in het boek ook goed naar voren komt, is dat kinderen vaak als de dood zijn dat hun 'geheim' uitkomt. Charlie voelt zich vies, wil thuis meteen douchen, maar vertelt niets tegen zijn ouders. Hij is bang dat ze boos op hem worden als ze het weten, en denkt dat het aan hem ligt. Bovendien heeft Jan hem op het hart gedrukt om het aan niemand te vertellen, omdat ze 'anders nooit meer vrienden kunnen zijn'.
"Dat er ook vaak iets positiefs is aan de band met de pleger, maakt het voor een kind extra lastig om erover te vertellen", zegt Bicanic. "Charlie ziet Jan ook als zijn grote vriend en wil hem niet verliezen."
En als een dader geheimhouding oplegt – 'anders worden papa en mama boos', of 'anders moeten we allebei naar de gevangenis' – moet je als kind wel heel stevig in je schoenen staan wil je het dan aan iemand vertellen", vult Melsen aan. Niet voor niets duurt het gemiddeld 13 jaar voordat kinderen ermee naar buiten komen, blijkt uit recent onderzoek van het Centrum Seksueel Geweld.
Toch zijn er vaak wel degelijk signalen. Zo ook bij Charlie. Hij gaat zich anders gedragen. Hij speelt niet meer buiten met zijn zusje, doet hij zich vrolijker voor dan hij is en wordt hij soms opeens heel erg boos. Hoewel dit soort signalen kúnnen wijzen op seksueel misbruik, benadrukken de auteurs dat ze ook kunnen duiden op heel andere situaties. Melsen: "Terugtrekken, licht ontvlambaar worden en slecht slapen zijn dingen die met seksueel misbruik te maken kunnen hebben, maar daar kun je niet alleen op af gaan. Het is lastig om seksueel misbruik als ouder te herkennen."
Preseksuele ontwikkeling
Bicanic waarschuwt ook voor het gevaar bepaalde normale gedragingen van kinderen ten onrechte aan te zien voor signalen van seksueel misbruik. "Masturberen, wat op jonge leeftijd meer gefriemel en wrijven is, is onderdeel van de normale preseksuele ontwikkeling van een kind. Net als vadertje en moedertje spelen en doktertje spelen. Ieder kind op de wereld doorloopt bepaalde fasen in die preseksuele ontwikkeling. Het is goed je daar als ouder ook bewust van te zijn."
Bijna de helft van de bewezen misbruikte kinderen laat overigens helemaal geen signalen zien, zegt Bicanic. "Of het zijn juist signalen waarbij je geen misbruik zou vermoeden. Bij een uitzonderlijk goede leerling denk je misschien niet snel aan misbruik, maar soms kan een kind zich plots vol op school storten, om maar niet te laten doorschemeren dat er heel andere dingen spelen." Melsen en Bicanic zien soms ook dat kinderen wenselijk gedrag gaan vertonen: ze gaan extra lief doen om hun in hun ogen 'stoute' gedrag te compenseren.
Erover praten met je kind
Hoewel het dus niet makkelijk aan een kind te merken is dat het seksueel wordt of is misbruikt, is het wel belangrijk om er als ouder of omstander alert op te zijn als er zorgen zijn. In het boek merkt de buurvrouw op dat Charlie zich anders gedraagt en gaat zij naar zijn moeder om te vragen of er mogelijk iets aan de hand is. Vervolgens gaat zijn moeder het gesprek aan met Charlie.
Hoe zij het aanpakt, zou volgens Melsen en Bicanic als een goed voorbeeld kunnen dienen voor ouders die vermoeden dat hun kind te maken heeft met misbruik. Zedenrechercheur Melsen: "De moeder van Charlie nodigt uit tot vertellen. Daar word ik als politieagent blij van, want dat houdt een verklaring zuiver. Ze vraagt Charlie als eerst: wat vind je leuk als je met Jan naar de caravan gaat? En is er misschien ook iets wat je minder leuk vindt? Als je alleen de nadruk legt op niet-leuke dingen, denkt een kind misschien dat het iets moet verzinnen wat niet leuk is."
Kalm blijven
Als Charlie vertelt dat buurman Jan in de caravan aan hem zit, reageert zijn moeder kalm. Ook dat is zeer belangrijk, onderstreept Melsen. "Als een kind zoiets vertelt, is het erg gefocust op jouw reactie. Het is bang dat het straf krijgt, of dat mama boos of verdrietig wordt. Als je gelijk erg emotioneel reageert, loop je het risico dat je kind de rest voor zich houdt. Reageer je neutraal – 'oh, vertel eens' – dan voelt een kind zich gehoord. Stel geen suggestieve vragen en leg een kind geen woorden in de mond, maar geef het de ruimte om zelf te vertellen wat er is voorgevallen. Op deze manier kun je beter inschatten of er daadwerkelijk sprake is van seksueel misbruik."
In het boek eindigt het gesprek met een ontspannen noot. Fijn dat je het me hebt verteld Charlie, zegt zijn moeder, morgen gaan we naar het zwembad. Ook dat is een goede manier, vinden de twee deskundigen. "Uit onderzoek blijkt dat ouders, zeker bij jonge kinderen, heel bepalend zijn voor de verwerking", zegt Bicanic. "Dus het maakt echt uit hoe je reageert. Geef een kind in elk geval mee dat het niet aan hem of haar ligt en dat het niet stout is."
Bicanic en Melsen sluiten het boek af met de boodschap:
Misschien dat je in dit boek wat vaker kijkt
Omdat Charlie een beetje op jou lijkt
En misschien denk je: dit boek gaat over mij
Weet dan dat Charlie niet raar, vies of stout is
Maar een lief kind, net als jij...
Leg bij (vermoedelijk) seksueel misbruik zo snel mogelijk contact met het Centrum Seksueel Geweld, waar politie, artsen en hulpverleners, onder wie Iva Bicanic, samenwerken. Misbruik komt veel voor (gemiddeld 1 à 2 kinderen per basisschoolklas krijgen ermee te maken) en richt veel schade aan, maar Bicanic is optimistisch over de kansen om er als gezin van te herstellen.
"Als hulpverlener probeer je die veerkracht in gezinnen te activeren door hulp en steun te bieden. Ons boek kan daar ook bij helpen. Ja, het is verschrikkelijk, maar er zijn veel mogelijkheden om erbovenop te komen. Op een dag zit je er niet meer middenin en kijk je erop terug."
'Charlie, een boek over aanraken en aanzitten' van Iva Bicanic en Pieter Melsen – die het boek ook illustreerde – is nu te koop.