Nieuw onderzoek

Naar de psycholoog voor slapeloosheid: 'Werkt beter dan slaappillen'

Door RTL Nieuws··Aangepast:
© iStockNaar de psycholoog voor slapeloosheid: 'Werkt beter dan slaappillen'
RTL

Vergeet schapen tellen, warme melk drinken of een pilletje melatonine slikken. Mensen met chronische slapeloosheid hebben het meest baat bij therapie om van hun insomnia af te komen. Dat blijkt uit nieuw Canadees onderzoek.

Nachtenlang naar het plafond staren of gewoon doelloos in bed liggen, maar slapen: ho maar. Het kan natuurlijk een nachtje gebeuren, maar als het lang aanhoudt, is er waarschijnlijk misschien meer aan de hand.

Nieuwe richtlijnen voor goede nachtrust: slaap jij gezond?
Lees ook

Nieuwe richtlijnen voor goede nachtrust: slaap jij gezond?

Zo'n 20 procent van alle Nederlanders heeft regelmatig problemen met slapen. Een deel van hen lijdt aan slapeloosheid, één van de zes slaapstoornissen. Andere aandoeningen zijn bij voorbeeld snurken of rusteloze benen. Zo'n tien procent van de Nederlandse bevolking lijdt aan slapeloosheid, ook wel insomnia, zegt dr. Hans Hamburger, neuroloog en somnoloog.

Geen medicijnen

Dat cognitieve gedragstherapie een uitkomst voor insomnia-patiënten kan zijn, is bij slaapexperts al een tijd bekend. Recent Canadees onderzoek bewijst dit nog maar eens een keer. "Er bestaat een effectieve behandeling tegen insomnia waarbij geen medicijnen te pas komen", zegt onderzoeker Judith Davidson van de Queen's University in Ontario.
 

Toch wordt de therapie in de meeste gevallen nog altijd niet vergoed door zorgverzekeraars, ook in Nederland niet. Treurig, vindt Hamburger.

"Behandelingen van de meeste ziekten, waar een veel kleiner percentage van de bevolking mee te maken heeft, worden wel vergoed, maar behandelingen voor slapeloosheid, waar tien procent van de bevolking aan lijdt, wordt dat niet."

Wat is slapeloosheid?

"Iemand die aan slapeloosheid lijdt slaapt slecht, ondanks dat alle externe factoren goed zijn, zoals bijvoorbeeld op tijd naar bed gaan, slapen in een donkere kamer, geen alcohol of middelen gebruik", vertelt Hamburger.

De gevolgen van slapeloosheid zijn slecht voor de gezondheid. De klachten die mensen met slapeloosheid hebben kunnen onder andere vermoeidheid, hoofdpijn, geheugenklachten en en negatieve stemming zijn. Op den duur kan het zelfs depressiviteit veroorzaken. 

"Mensen met slapeloosheid maken zich vaak veel zorgen. Bijvoorbeeld over werk of kinderen. Ze zijn druk met allerlei dingen en denken daar veel over na waardoor ze niet in slaap kunnen vallen", zegt Hamburger. "Vaak vertonen ze ook 'verkeerd' gedrag om de avond door te komen. Sporten, of tv-kijken tot laat bijvoorbeeld." Bij anderen is het een erfelijke factor die de slapeloosheid veroorzaakt.

Drie dagen, drie maanden

Om zeker te weten of je volgens de definitie lijdt aan insomnia, moet je minstens drie dagen per week, drie maanden achterelkaar klachten hebben van: niet kunnen in- of doorslapen, te vroeg wakker worden en niet uitrusten van de slaap. "Daarnaast moeten mogelijke andere oorzaken zoals andere ziekten of middelengebruik worden uitgesloten", zegt Hamburger.

Een expertisecentrum voor slaapproblemen kan hierbij helpen. "Bij een huisarts zijn mensen met slaapproblemen vaak in tien minuten klaar. Bij een slaapexpert zit je minstens 45 minuten te praten om de juiste diagnose te stellen." Ook wordt vaak een slaaponderzoek verricht.

Anders omgaan met gedachtes

Als de diagnose slapeloosheid is gesteld, kan er een aanpak worden bedacht. Een van die aanpakken is cognitieve gedragstherapie. Een methode die volgens Hamburger bij 75 tot 80 procent van de patiënten 'heel goed' werkt. De meeste mensen krijgen vaak zomaar slaappillen, die verslavend werken en vaak de klachten niet verminderen.

Tijdens cognitieve gedragstherapie leren mensen met slapeloosheid anders om te gaan met hun gedachtes. Daarnaast leren ze hoe ze zich beter kunnen gedragen in de avond om zo een optimale slaapsituatie te creëren.  

"Niet iedereen die aan slapeloosheid lijdt wil naar een psycholoog. Sommige mensen vinden het onzin. Maar bij degene die het wel willen en serieuze aanpassingen doorvoeren in hun gedrag, werkt het veel beter dan het geven van pillen."