Zondaginterview

Guido was hulpverlener bij vele oorlogen - en toen ging hij naar Gaza: 'Dit overtrof alles'

Door Linda Samplonius··Aangepast:
© RTL Nieuws / Phelim HoeyGuido was hulpverlener bij vele oorlogen - en toen ging hij naar Gaza: 'Dit overtrof alles'
RTL

Negen weken lang sliep fysiotherapeut Guido Versloot (47) op een matras op de grond van een ziekenhuisgang in Gaza. Hij hielp kinderen, mannen en vrouwen met brandwonden en geamputeerde benen of armen. Dit werk doet hij al twaalf jaar in oorlogsgebieden over de hele wereld. Gaza was voorlopig zijn laatste missie. "Voor mijn gevoel kon ik maar een paar mensen helpen op die hele grote berg aan ellende."

De eerste dag dat Guido terugkomt uit Gaza, staat hij in de supermarkt om de hoek van zijn flat in Zeist. Hij kijkt naar alle producten in het schap: wát een keuze. Het is zo overweldigend veel dat hij dichtslaat - en niet meer weet waarom hij hier is. Dus gaat hij maar zonder boodschappen naar huis.

Wekenlang woonde en werkte Guido binnen de muren van het European Gaza Hospital in Khan Younis, een stad in het midden van Gaza. De markten daar waren leeg, er was een groot gebrek aan eten en schoon drinkwater. "In het begin kregen we rijst met kip en bonen. Na twee maanden lag er alleen droge rijst op het bord en twee, soms drie sneetjes brood waar we het de hele dag mee moesten doen", vertelt Guido.

Van elk land waar Guido heeft gewerkt, heeft hij een vlaggetje.© RTL Nieuws / Phelim Hoey
Van elk land waar Guido heeft gewerkt, heeft hij een vlaggetje.

Hij zet een kop thee op tafel, de theezakjes die hij aanbiedt komen uit de hele wereld: een kruidige kardemom uit Irak, mint uit Jemen, of Syrië. "Ik weet het niet meer, uit elk hotel neem ik een paar zakjes mee." Alleen uit Gaza heeft hij niets, want – heel simpel – er was niets.

'Hel op aarde'

Afgelopen 1 januari vertrok hij, in de middag - hij had de avond ervoor met zijn broer en zijn gezin oud en nieuw gevierd - naar de Gazastrook. Via een vlucht naar Caïro en een autorit door de Sinaï-woestijn liep hij naar de grens met een koffer, met daarin een slaapzak en wat handbagage. Na vijf uur wachten en 20 minuten rijden, bereikte hij het ziekenhuis van Khan Younis. "De eerste 2,5 week was het de hel op aarde", vertelt Guido. De stad werd dag en nacht zwaar gebombardeerd. "Ik ben echt wel wat gewend, maar dit overtrof alles."

Dagelijks kwam een stroom zwaargewonde mensen het ziekenhuis binnen. In en om het ziekenhuis waanden mensen zich veilig en dus waren overal tentjes, of sliepen mensen onder afdekzeilen. Het vluchtelingenkamp bestond uit 15.000 mensen, schatte de Verenigde Naties in. Zeven dagen per week hielp Guido slachtoffers met flinke brandwonden, botbreuken en amputaties. Telkens als hij door de mensenmassa liep, werd hij aangeklampt: 'Doctor, doctor, food, food, medicine, how are you, doctor?'

Palestijnse families schuilen in het ziekenhuis in Khan Yunis.© AFP / Said Khatib
Palestijnse families schuilen in het ziekenhuis in Khan Yunis.

Dit werk doet Guido al twaalf jaar, vertelt hij, maar het was nooit echt zijn roeping. Hij dacht dat hij er niet geschikt voor was. "Mijn eindcijfer voor Engels op de middelbare school was een 4.5. Op wiskunde en natuurkunde scoorde ik hoog. Maar Engels… met hakken over de sloot, haha."

Veilige keuzes

Daarnaast was het zo dat Guido liever veilige keuzes maakte. Na zijn studie had hij drie banen: hij was mbo-docent orthopedische techniek, maakte inlegzooltjes op maat, maar was ook fysiotherapeut. Drie 'hele leuke banen', hij werkte zeven dagen in de week. Maar het was ook te veel. "Ik kon niet kiezen welke ik weg moest doen, dus besloot ik met alle drie te stoppen."

'Vroeger wilde je mensen in nood helpen', herinnerde zijn moeder hem tijdens een strandwandeling in Spanje. En, toeval of niet, bij thuiskomst van die vakantie lag er een folder van de internationale vrijwilligersorganisatie VSO op de mat. "Ja leuk, dacht ik. Maar ik kan dit helemaal niet, want weet je nog, die magere 5 voor Engels?"

Toch ging hij naar de open dag, een keer informeren kon geen kwaad. Een paar maanden later, in september 2008, vertrok hij voor een jaar naar Papoea-Nieuw-Guinea, grenzend aan Indonesië, boven Australië. De man die meestal koos voor veiligheid, wilde zo'n buitenlandmissie wel een keer proberen. Hij werkte voor een lokaal ziekenhuis en ging naar onbereikbare dorpen om mensen die niet naar een dokter konden, te helpen. "De meest verschrikkelijke dingen kwam ik tegen. Ziektes, misvormingen, en gebroken botten die niet goed waren geheeld, waardoor mensen niet meer konden lopen."

Elke drie maanden heeft Guido even vakantie om tot rust te komen. Vanuit Jemen vloog hij naar Tanzania. "Dit is echt nodig om mijn hoofd even leeg te krijgen."© Eigen foto
Elke drie maanden heeft Guido even vakantie om tot rust te komen. Vanuit Jemen vloog hij naar Tanzania. "Dit is echt nodig om mijn hoofd even leeg te krijgen."

Guido spalkte een gebroken been van een vrouw met behulp van hout en touwtjes, en maakte met de dorpsbewoners van bomen een loopbrug zodat de vrouw weer kon oefenen met lopen. "Na een tijdje hoefden dorpsgenoten haar niet meer te dragen." Voor kinderen met hersenaandoeningen die op de grond lagen, maakte hij van karton een soort ligstoel met een blad ervoor, zodat ze iets meer rechtop zaten en mee konden helpen met allerlei klusjes. "Een dorpsbewoner zei: 'Dit kun je toch beter van hout maken?' En die ging voor alle kinderen in de buurt aan de slag."

Niet naar oorlogsgebied

Na die reis was hij 'besmet met het virus', hij deed een opleiding International Public Health en ging twaalf jaar geleden voor het Rode Kruis aan de slag. Eén ding wist hij zeker: hij wilde ab-so-luut niet in een oorlogsgebied werken. "Veel te spannend. Ik wil mensen helpen, maar ga er niet mijn eigen leven voor op het spel zetten."

Guido in Zuid-Soedan, waar door jarenlange conflicten miljoenen mensen op de vlucht sloegen.© Rode Kruis
Guido in Zuid-Soedan, waar door jarenlange conflicten miljoenen mensen op de vlucht sloegen.

Zijn eerste missie was in Noord-Korea. "Er was oorlog, maar er werd niet gevochten." Daarna volgden elf andere landen als Irak, twee jaar Syrië, twee jaar Zuid-Soedan, en recenter Oekraïne en Jemen. Over de jaren bleef hij zijn grenzen verleggen, hij werkte in Irak zelfs aan de frontlinie. Slachtoffers kwamen met bomscherven in hun been het ziekenhuis binnen. "Gek genoeg wende het, na een tijdje schrok ik niet meer van de explosies in de buurt."

In 2017 werkte Guido in Irak, RTL Nieuws maakte toen onderstaande video van zijn werkzaamheden:

Nadat de Iraakse stad Mosul verlost was van terreurgroep IS, kwamen steeds meer mensen naar de ziekenhuizen voor hulp. Guido hielp honderden slachtoffers.

Eenmaal op missie voelde hij geen angst. Maar net voor een missie, vooral tijdens de rit naar Schiphol, kreeg hij een knoop in zijn maag. "Elke keer denk ik: doe het niet, draai gewoon om, waarom doe je jezelf dit aan? Ik heb dan echt hoofdpijn, voel me misselijk en heb soms diarree van de spanning. Ik denk dan echt dat ik ziek ben." Totdat hij door de douane was en wist dat hij niet meer terug kon. "Pas dan ontspan ik, heb ik nergens meer last van en ben ik er klaar voor."

Tijdens zijn laatste missie in Gaza kwam alles samen: er was geen materiaal, zoals in Noord-Korea, er was honger, zoals in Zuid-Soedan, er was armoede, zoals in Jemen. Wat hem het meest heeft geraakt is de schaal van dit alles: te veel gewonden, te veel honger, alles is te, te, te, te. "Voor mijn gevoel kon ik maar een paar mensen helpen op die hele grote berg aan ellende."

"Gek genoeg was het in de chaos ook goed geregeld. Van de poort naar de eerste hulp was precies genoeg ruimte voor een ambulance. Die ambulance móest erdoor kunnen."

Guido helpt mensen na hun amputatie te leren hoe ze zich weer kunnen verplaatsen.© Rode Kruis
Guido helpt mensen na hun amputatie te leren hoe ze zich weer kunnen verplaatsen.

In Gaza deed hij wat hij kon: mensen met amputaties leerde hij weer lopen, kinderen met brandwonden hielp hij weer te bewegen. Hij was niet alleen fysiotherapeut, maar ook psycholoog. "Kinderen waren soms zo angstig dat ik ze eerst niet mocht aanraken."

Kwetsbare kinderen

Hij stelde ze op hun gemak en luisterde naar de verhalen. Het verhaal dat kinderen hem vertelden, was: 'We zaten met de familie te eten, er was een explosie, en iedereen was dood.' "Kinderen kruipen vaak in een hoekje als een gebouw instort en overleven zo vaker een aanslag. Ze zeiden tegen me: als je geluk hebt, ben je zelf ook dood. Als je pech hebt, eindig je alleen of met een paar familieleden in een ziekenhuis."

Het 6-jarige jongetje had niet alleen flinke brandwonden op zijn armen, benen en rug, maar vooral veel psychisch letsel.© Rode Kruis
Het 6-jarige jongetje had niet alleen flinke brandwonden op zijn armen, benen en rug, maar vooral veel psychisch letsel.

Een jongetje van 6 jaar was zijn hele familie verloren tijdens een bombardement en vroeg aan Guido: 'Waarom hebben mijn vader en moeder mij niet meegenomen?' "Wat moet ik daar nou op antwoorden? Hij was alles en iedereen kwijt, wat voor toekomst heeft zo'n jochie?"

Geen privacy

Soms, als het hem even te veel werd, als een patiënt overleed omdat er geen medicijnen voorhanden waren, liep hij door de mensenmassa in het pand – hallo, how are you doctor, you have food - terug naar zijn gang. "Dan vloekte ik, schreeuwde ik. Dronk een kop koffie om weer tot mezelf te komen en liep dan, na een kwartiertje, door de mensenmassa weer terug, want anders voelde ik me schuldig tegenover mijn collega's."

'Doctor, doctor! How are you? Wanna play football?'

Er was geen privacy, een moment om jezelf even te herpakken was schaars. Ook 's avonds, als het werk erop zat, zaten ze met de vijftien medewerkers op de matrassen te praten, een kaartje te leggen. "We hadden weinig, maar het saamhorigheidsgevoel was groot. We waren op elkaar aangewezen en we hadden allemaal hetzelfde doel: zoveel mogelijk mensen helpen."

Droge rijst

Gedurende de weken raakte het eten op, ook voor de Rode Kruis-medewerkers, die hetzelfde kregen als de lokale bevolking. Als er een nieuwe collega kwam, keken ze reikhalzend uit naar wat er uit die tas kwam. "Ik had 30 mueslirepen en wat chocola mee. Dat waren de geluksmomentjes."

"In en om het ziekenhuis is het één groot vluchtelingenkamp."© AFP / Said Khatib
"In en om het ziekenhuis is het één groot vluchtelingenkamp."

Alles in Gaza was extreem. Iedereen helpen lukte gewoon niet. En eigenlijk, als hij heel eerlijk was, wilde hij na die negen weken wel weg uit de ellende. Toen zijn missie erop zat, pakte hij met gemengde gevoelens zijn koffer en stapte hij in het busje terug naar de grens. Het stuk land waar op de heenweg her en der een tentje stond was nu bezaaid met provisorische tenten. Duizenden mensen zochten hier een veilig bestaan.

"Die terugreis was dubbel. Voor mijn gevoel liet ik iedereen in een onveilige conflictsituatie in de steek en ging ik terug naar een land waar alles zo vanzelfsprekend was." Zonder al te veel problemen stak hij de grens naar Egypte over. "Zij zaten opgesloten, ik kon gewoon weg."

Aan de andere kant zag hij de honderden vrachtwagens klaarstaan, konvooien vol spullen die zo hard nodig zijn. "Dat doet echt pijn. Aan de ene kant van de grens sterven mensen letterlijk van de honger en door het gebrek aan medicijnen, aan de andere kant staan die volle vrachtwagens."

Onmacht

Het gevoel van onmacht blijft, ook in Nederland. Dus denkt hij liever aan de mooie herinneringen. Aan de mensen die zwaargewond binnen zijn gekomen en weer lopend het ziekenhuis uit gingen. Aan iedereen die hij heeft kunnen helpen. "Door positief te blijven, houd ik dit werk vol."

"Wandelen vind ik heerlijk, behalve op een mooie dag als half Nederland besluit naar het bos te gaan."© RTL Nieuws / Phelim Hoey
"Wandelen vind ik heerlijk, behalve op een mooie dag als half Nederland besluit naar het bos te gaan."

Gaza was zijn laatste missie, Guido heeft zijn baan bij het Rode Kruis opgezegd. Hij wil weten hoe het is om op de fiets naar zijn werk te gaan, gewone uren te maken en even wat rustiger te leven. Daarom heeft hij een tijdelijke klus aangenomen bij een revalidatiecentrum in de buurt. "Een amputatie is een amputatie en ook hier hebben mensen hulp nodig."

Volgende week begint hij. In de tussentijd went hij aan het ritme in Nederland. Zijn flat ligt in een rustige en bosrijke omgeving, waar hij graag wandelt en fietst. Hier loopt hij over straat zonder aangesproken te worden. De supermarkten liggen vol etenswaar. Hij maakt een boodschappenlijstje en haalt wat hij nodig heeft: brood, kaas, melk. Zijn koelkast is gevuld. Het is een ongekend gevoel van luxe.

Zondaginterview

Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto's van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar diegene bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.

Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl

Lees hier de eerdere zondaginterviews.

Lees meer over
Rode KruisZondaginterviewLink in bioFysiotherapie