Prinses Amalia voor het eerst in koninklijke hoofdrol bij doop marineschip
Een bijzondere dag voor kroonprinses Amalia: ze voert vandaag voor het eerst zelfstandig een officiële taak uit namens het Koninklijk Huis. Voor haar eerste solo-optreden heeft de prinses gekozen voor het dopen van het marineschip Den Helder in Vlissingen.
"Tot nu toe zagen we haar alleen in een koninklijke bijrol", zegt koningshuisverslaggever Sander Paulus. "Bijvoorbeeld bij een staatsbanket als een bevriend staatshoofd op bezoek kwam, of bij de verjaardag van een Noorse prinses. Maar hier neemt ze voor het eerst de hoofdrol. Ze doet dit alleen, met haar eigen entourage, zonder de hulp van haar ouders."
Koninklijke traditie
Dit past volgens Paulus in het beleid van het Huis van Oranje om de volgende vorstin klaar te stomen voor haar taak als koningin. "Koning Willem-Alexander heeft nadrukkelijk gezegd dat hij Amalia een lange, rustige aanloop gunt naar die taak. De prinses wordt met kleine stapjes voorbereid op het koningschap. Dit is zo'n stapje in die richting."
Amalia volgt met de doop van een schip ook een koninklijke traditie. Haar zus Alexia doopte in september 2023 ook al een schip, het baggerschip Vox Alexia. Zij deed dat overigens ook solo. Haar moeder koningin Máxima doopte in 2003 het schip de Willem-Alexander en grootmoeder Beatrix sloeg in 1955 een fles champagne tegen de romp van de tanker Vasum.
Haar vader, koning Willem-Alexander, doopte in 1981 op 14-jarige leeftijd de nieuwe Willemsbrug in Rotterdam.
"Het is niet zo vreemd dat Amalia voor een schip van Defensie heeft gekozen", zegt Paulus. "De banden tussen het Huis van Oranje en Defensie zijn diep en al eeuwenoud."
Het 180 meter lange marineschip Den Helder is een bevoorradingsschip van de Koninklijke Marine. Het is bedoeld om brandstof, munitie, voedsel en onderdelen te brengen naar marineschepen over de hele wereld. Het is gebouwd door scheepsbouwer Damen Naval in opdracht van het ministerie van Defensie.
Na de doop krijgt prinses Amalia een rondleiding over het schip.