Pleegzoon uit gezin Vlaardingen spreekt zich voor het eerst uit: 'Het was de hel voor mij en mijn broertje'

"Ze speelden met ons brein." Dat zegt een van de pleegzoons van Johnny van den B. en Daisy W. uit Vlaardingen. De pleegouders staan terecht voor onder meer zware mishandeling van een pleegdochter. Maar het meisje was niet het enige slachtoffer. Het verblijf van de zoons was ook traumatisch en heeft nog dagelijks grote invloed.
De jongen en zijn jongere broertje zijn van Syrische komaf en waren destijds 9 en 4 jaar oud. Slechts zeven weken verbleven ze bij het stel in Vlaardingen. Ze werden overgeplaatst omdat er grote zorgen waren over hun veiligheid. Wekenlang durfde de jongen niet eerlijk te zeggen wat er in het pleeggezin gebeurde, vertelt hij. Het is voor het eerst dat een van de kinderen verklaart over wat er in het Vlaardingse gezin gebeurde.
'Ze hielden ons in de gaten'
"Als we mochten beeldbellen waren John en Daisy er altijd bij." Hij en zijn broertje moesten hun moeder zwart maken en aangeven niet terug naar huis te willen. Totaal onwaar verklaart hij nu, vijf jaar later. Maar hij vreesde voor mishandeling. "Van achter de camera hielden ze ons in de gaten."
Het bleef niet bij mishandeling, ook mentaal werden de jongens flink op de proef gesteld. "Ze speelden ook met ons brein. John vertelde bijvoorbeeld dat mijn moeder zelfmoord wilde plegen door mij. Door mijn gedrag. Dat deed pijn. Ik weet nu dat dat niet waar was maar toen twijfelde ik."

De jongen voelde zich machteloos en ervaarde dat ze slechter behandeld werden dan andere kinderen in het huis. "Daar waren John en Daisy beter voor dan voor ons. Ik denk omdat wij geen Nederlandse kinderen zijn."
Uiteindelijk durfde de jongen toch eerlijk te zijn, toen hij zijn moeder terugzag. “Mama vroeg mij naar de blauwe plekken en het bloed dat ze zag." Haar gevoel bleek te kloppen, zo verklaart de moeder via haar advocaat in de rechtbank: "Mijn zoon vertelde over mishandelingen, over de verwaarlozing, over het hondenhok waar ze ingezet werden. Toen werden zij met spoed weggehaald en bij een andere pleegmoeder gebracht."
Nog altijd laat de periode diepe sporen na, ziet de moeder. Haar jongste zoon is nog altijd op zijn hoede. "Als hij buiten speelt is hij bang om John of Daisy tegen te komen. Hij schrikt als hij iemand ziet die op hen lijkt."
Niet serieus genomen
Vergelijkbaar met het verhaal van de moeder van het pleegmeisje die zelfs in het ziekenhuis belandde, had de moeder van de Syrische jongens grote zorgen over het lot van haar zoons. Ze trok aan de bel bij de jeugdbeschermingsinstantie, maar voelde zich niet gehoord. "Ze namen mij niet serieus", ze vervolgt: "Al die tijd ben ik bij de instanties blijven aangeven dat ik het niet vertrouwde. Dat ik bang was voor de veiligheid van mijn kinderen. Maar ik vocht tegen grote instanties en tegen pleegouders die beschermd werden en geloofd werden."
Zowel de jongen als zijn moeder zijn gefrustreerd en boos dat er nieuwe pleegkinderen zijn geplaatst nadat de broers zijn weggehaald. Moeder wilde dat de jeugdzorginstanties aangifte zouden toen tegen de pleegouders. "Maar dat is nooit zorgvuldig opgepakt. Er werd mij voorgehouden dat er aangifte gedaan was namens mijn kinderen. Dat bleek niet het geval."
Ook haar zoon voelde zich niet serieus genomen. "Dan was dat meisje daar nooit naartoe gebracht."


