Vier kinderen verongelukt: 7 jaar na drama Oss begint rechtszaak
In de rechtbank van Den Bosch begint vandaag de langverwachte strafzaak rond het stint-ongeluk in Oss. Het drama, waarbij in 2018 vier kinderen omkwamen, dompelde Oss in rouw. Twee bedrijven en hun leidinggevenden staan terecht voor onder meer het opzettelijk verkopen van een onveilig voertuig en valsheid in geschrifte.
Waar draait de zaak om? We beantwoorden vier vragen.
1. Wat is er gebeurd?
In september 2018 ging het gruwelijk mis in Oss. Een begeleider reed met vijf kinderen in een stint – een elektrische bolderkar – van de voorschoolse opvang naar de basisschool. Op een spoorwegovergang werd het voertuig geschept door een trein. Vier kinderen kwamen om het leven. De 32-jarige begeleider en een vijfde kind raakten zwaargewond, maar overleefden het ongeluk.
Twee van de slachtoffers waren zusjes, hun oudere zus lag gewond in het ziekenhuis.
Direct na het ongeluk startte een onderzoek. Ooggetuigen meldden dat de remmen niet werkten. Ook bij RTL Nieuws kwamen na het ongeluk meerdere meldingen binnen van storingen met stints: de voertuigen vielen plots stil of de gashendels waren defect.
2. Waar draait de rechtszaak om?
Ook het Openbaar Ministerie kreeg na het ongeluk meldingen van eerdere incidenten. Nog in 2018 werd de stint verboden op de openbare weg vanwege twijfels over de technische constructie. Na jaren van onderzoek concludeerde het OM in 2023 dat er genoeg bewijs is om twee bedrijven en twee leidinggevenden te vervolgen. Zij waren verantwoordelijk voor de productie en verkoop van de stint. De leidinggevenden worden niet verdacht van directe betrokkenheid bij het ongeluk in Oss maar wel van het in gevaar brengen van gebruikers van de stint.
Volgens het OM wisten de compagnons van de ernstige gebreken, maar hielden ze dat stil. Daarnaast worden de leidinggevenden verdacht van valsheid in geschrifte. In 2011 meldde de producent aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat dat de stint voldeed aan alle veiligheidseisen. Dat bleek niet te kloppen. De aanklacht: opzettelijke verkoop van schadelijke waren, op basis van artikel 174 van het Wetboek van Strafrecht. Daarop staat een maximale gevangenisstraf van 15 jaar.
Uit onderzoek van RTL Nieuws bleek eerder dat het ministerie de stint in 2012 onterecht heeft toegelaten op de weg. Het ministerie had de stint laten keuren op basis van verkeerde eisen, waardoor het voertuig werd goedgekeurd.
Verdachte Edwin Renzen, die directeur was van het bedrijf dat de stints produceerde en verkocht, ziet de rechtszaak met vertrouwen tegemoet, zo zei hij eerder tegen RTL Nieuws:
"We hebben altijd meegewerkt aan alle onderzoeken, ook het strafrechtelijke. Dat het nu aan de rechtbank wordt voorgelegd, is goed. Dan kijkt een onafhankelijke partij naar de feiten."
3. Waarom heeft het zeven jaar geduurd?
De zaak begint dinsdag, ruim zeven jaar na het ongeluk. Volgens het OM komt dat door de complexiteit. Eerst lag de focus op de oorzaak van het ongeluk. Daarna volgde diepgaand onderzoek naar de producent.
Een specialistisch team werkte jarenlang aan een dossier van 32 ordners en duizenden pagina's. Aanvankelijk zou de zaak in maart van dit jaar beginnen. Maar door de verdediging werden vier nieuwe rapporten aangeleverd, waaronder technische analyses. Die moesten nog worden beoordeeld door deskundigen, waardoor de start van het proces werd uitgesteld.
4. Wat is er veranderd sinds 2018?
Na het verbod op de stint bracht Renzen in 2020 een nieuw model op de markt: de BSO-bus. Deze heeft onder meer een verbeterd remsysteem. Bestuurders moeten nu minimaal 18 jaar zijn en een verplichte rijvaardigheidscursus volgen.
In 2019 maakten het ministerie en brancheorganisaties afspraken: tijdelijk mochten er 10 kinderen in plaats van 8 mee in een BSO-bus. Die regeling loopt op 1 januari 2026 af. Vanaf dan geldt weer een maximum van 8 kinderen.
Indy overleefde het stint-drama. Haar zusje deed dat niet. Indy sprak over de nasleep van het ongeluk met RTL Nieuws:
