Minister Bijleveld: vertrek VS uit Afghanistan komt niet op 'goed moment'
"Het is geen goed moment om uit Afghanistan te vertrekken." Dat zegt minister Ank Bijleveld van Defensie in reactie op het terugroepen van de helft van de Amerikaanse troepen uit Afghanistan. Nederland heeft ruim honderd militairen in het land.
Er wordt net geprobeerd om de Taliban en de Afghaanse regering om de tafel te krijgen, aldus de minister.
Geruchten
"Dan heb je veiligheid en stabiliteit daaromheen nodig. Dus het is voortijdig en ontijdig om daar te vertrekken." De Amerikaanse regering zou 7000 militairen willen terughalen.
Officiële bevestiging van het vertrek heeft Bijleveld nog niet, maar er deden volgens haar binnen de NAVO al wel geruchten de ronde. Ze gaat wel alvast kijken wat de gevolgen van een mogelijk vertrek van een deel van de Amerikanen zijn voor de Nederlandse aanwezigheid in Afghanistan.
Nederlandse militaire bijdrage recent verlengd
In Afghanistan zitten ongeveer 160 Nederlandse militairen voor de NAVO-missie Resolute Support. Behalve in Mazar-e-Sharif verblijft ook nog een klein aantal Nederlandse militairen in de hoofdstad Kabul. De bijdrage is eerder dit jaar verlengd tot het einde van 2021.
De Nederlanders trainen en adviseren sinds 2015 hogere officieren van het Afghaanse leger en de politie. Ook trainen enkele tientallen Nederlandse commando's en mariniers een speciale politie-eenheid die terrorisme en georganiseerde misdaad gaat bestrijden.
De Amerikaanse troepen in Afghanistan maken deel uit van een NAVO-missie. De terugtrekking zal daarom naar verwachting grote gevolgen hebben voor Amerika's bondgenoten. Mogelijk leidt ze ook tot een verdere destabilisering van het land.
Deze week werd bekend dat de Amerikaanse troepen worden teruggetrokken uit Syrië. Gisteren liet de Amerikaanse minister van Defensie James Mattis weten dat hij zal vertrekken. "Het vertrek van Mattis lijkt ingegeven door het besluit van president Donald Trump om de Amerikaanse troepen terug te trekken uit Syrië. Mattis zou daarin niet zijn gekend", zegt correspondent Erik Mouthaan daarover.
