Ton Koopman speelt 'nieuwe' muziek van Bach voor het eerst: '320 jaar onder stof gelegen'

Oude manuscripten die 320 jaar lang 'onder het stof' hadden gelegen, werden gisteren voor het eerst in eeuwen ten gehore gebracht door de Nederlandse organist Ton Koopman. Een Duitse onderzoeker heeft na dertig jaar onderzoek aangetoond dat de muziekstukken die hij had gevonden afkomstig waren van Johann Sebastian Bach (1685-1750).
Pas twee maanden geleden kreeg Koopman de bladmuziek voor het eerst in zijn handen. Hij was direct overtuigd: dit stuk kon maar van één iemand zijn, Johann Sebastian Bach. "Het is heel bijzonder om een stuk dat 320 jaar lang onder het stof heeft gelegen, ineens te gaan spelen", vertelt Koopman.

Bijzonder in eenvoud
Wat Bach volgens de organist zo bijzonder maakt, zit hem in de eenvoud. "Hij is een grote architect die met weinig bouwstenen iets voor elkaar kan krijgen. Dat is een manier van componeren waar je u tegen zegt."
De wereldberoemde componist zou je kunnen kennen van zijn bekendste werk, de Matthäus Passion, dat ieder jaar voor Pasen wordt opgevoerd.
Het is nogal een verantwoordelijkheid om de stukken te kunnen spelen zoals Bach ze bedoeld zou hebben. Maar voor Koopman kwam dat bij het instuderen haast vanzelf; Bach staat centraal in zijn muzikale carrière. "Als je een stuk zorgvuldig doorspeelt en goed studeert, ontstaat er als vanzelf een interpretatie."
Koopman speelde gisterenmiddag de 'nieuwe' stukken in de Thomaskerk in Leipzig, waar Bach ook begraven ligt. Het ging om de zogenaamde Chaconne in d-klein en Chaconne in g-klein, elk ongeveer 14 minuten lang:
De tekst gaat door onder de video.
Maar hoe weet je nou zeker dat twee stoffige manuscripten meesterwerken zijn van een grote componist als Bach? Dat heeft directeur van het Bach-archief Peter Wollny ruim dertig jaar gekost.
'Fascinerend' handschrift
In 1992 werkte hij voor zijn promotieonderzoek bij de Koninklijke Bibliotheek in Brussel. Toen hij daar in de archieven dook, vielen de twee manuscripten hem direct op. "Het handschrift fascineerde me zo, dat ik meteen een kopie heb besteld. Sindsdien heeft het me niet meer losgelaten", vertelt Wollny.
Na meerdere geschreven bronnen te hebben gevonden met hetzelfde handschrift wist hij het zeker: deze muziekstukken zijn opgeschreven door een student van de toen 18-jarige Bach. "Het heeft me jaren gekost. Ik vergeleek talloze werken van tijdgenoten met dat van Bach. Hij bleef er toch altijd uitspringen, aan elk stuk wilde hij iets nieuws toevoegen."
Voor de Duitse onderzoeker uit Leipzig was het vinden van bewijs dat dit niet van de student zelf was, het allermoeilijkst in de zoektocht. "Bij kleine componisten kun je dat eigenlijk niet bewijzen, maar voor een eersteklas componist als Bach is dat wél mogelijk."
Volgens Wollny waren de stukken overduidelijk geen werk van de student zelf, maar heeft hij het gekopieerd onder de supervisie van Bach zelf.

"Dit is werk van een meestercomponist. Dat zie je bijvoorbeeld aan de bijzondere baslijn. Het patroon past perfect in dat van andere stukken van Bach uit die tijd."
'Heel ontroerend'
Om de stukken die hij zo lang onderzocht vervolgens voor het eerst te horen in de Thomaskerk, was voor Wollny heel bijzonder. "Het was heel ontroerend. Ik heb me al die tijd voorgesteld hoe het zou klinken. Maar om het dan in de kerk te horen, gespeeld door een virtuoos, is ongelofelijk."
Koopman kreeg er een 'minutenlang' applaus voor. Hij kijkt ernaar uit andere musici de stukken te horen spelen. "Bij iedere uitvoering van een organist wordt het weer een heel ander stuk. Ik ben heel benieuwd hoe dat zal klinken."

